Britse Onderzeeboten van de O-klasse (I)

Inleiding

De Britse O-klasse onderzeeboten, telde negen schepen, verdeeld over twee groepen, de Odin Group (ook wel Odin-klasse) en de Oxley Group (ook wel Oxley-klasse), en een prototype, HMS Oberon (N21). Drie schepen van hetzelfde ontwerp werden verkocht aan Chili als de Capitan O'Brien-klasse. De schepen waren eind jaren 1920 gebouwd. Van de negen Britse schepen in deze klasse, gingen vijf schepen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren.

Image 21524
HMS Otway (ca 1931) Source Public Domain (onbekend)

Groepen en schepen binnen deze klasse

Prototype:

HMS Oberon (N21)
ex-HMS Oberon (21N)
ex-HMS Oberon (21P)
ex-O 1
22 maart 1924: kiellegging
24 september 1926: tewaterlating
24 augustus 1927: indienststelling
5 juli 1944: uit dienst genomen
1945: gesloopt

Oxley-klasse:

HMS Otway (N51)
ex-HMAS Otway
ex-OA 2
maart 1925: kiellegging
7 september 1926: tewaterlating
15 juni 1927: indienststelling Royal Australian Navy (RAN)
10 mei 1930: uit dienst genomen
10 april 1931: indeinststelling Royal Navy (RN)
1945: uit dienst genomen
augustus 1945: sloop
HMS Oxley (55P)
ex-HMAS Oxley
ex-OA 1
24 augustus 1925: kiellegging
30 juni 1926: tewaterlating
22 juli 1927: aflevering
1 april 1927: indienststelling RAN
10 mei 1930: Reseerve
9 aprl 1931: uit dienst genomen
10 april 1931: indienststelling RN
10 september 1939: getorpedeerd

Odin-klasse:

HMS Odin (N84)
23 juni 1927: kiellegging
5 mei 1928: tewaterlating
21 december 1929: indienststelling
13 juni 1940: gezonken
HMS Olympus (N35)
14 april 1927: kiellegging
11 december 1928: tewaterlating
14 juni 1930: indienststelling
8 mei 1942: gezonken door mijn
HMS Orpheus (N46)
14 april 1927: kiellegging
26 februari 1929: tewaterlating
23 september 1930: indienststelling
27 juni 1940: gezonken door dieptebommen
HMS Osiris (N67)
12 mei 1927: kiellegging
19 mei 1928: tewaterlating
26 januari 1929: indienststelling
7 maart 1945: uit dienst genomen
september 1945: sloop
HMS Oswald (N58)
30 mei 1927: kiellegging
19 juni 1928: tewaterlating
1 mei 1929: indienststelling
1 augustus 1940: gezonken
HMS Otus (N92)
31 mei 1927: kiellegging
31 augustus 1928: tewaterlating
5 juli 1929: indienststelling
maart 1946: uit dienst genomen
september 1946: afgezonken

Capitan O'Brien-klasse:

Almirante Simpson
25 januari 1928: tewaterlating
september 1929: indienststelling
1957: uit dienst genomen
Capitan O'Brien
2 oktober 1928: tewaterlating
juni 1929: indienststelling
1957: uit dienst genomen
Capitan Thompson
15 januari 1929: tewaterlating
augustus 1929: indienststelling
1958: uit dienst genomen

Geschiedenis

De O-klasse was een groep onderzeeboten ontwikkeld voor de Royal Navy in de jaren 1920. De klasse werd ingeleid door een prototype, HMS Oberon (N21). De schepen waren bedoeld voor de vervanging van de verouderde L-klasse onderzeeboten en voor patrouilles over langere afstanden.[1] DE discussie over nieuwe onderzeeboten werd geopend in februari 1922, waarna al op 2 mei 1922 de specificaties werden opgesteld. Als belangrijkste taak voor deze groep onderzeeboten werd het verkennen. Op 22 januari 1923 werd een eerste schets gepresenteerd en op 15 februari werd toestemming gegeven voor een prototype.

Image 21525
HMS Oberon, prototype voor de O-klasse Source Public Domain (onbekend)

Na het prototype werden twee schepen ontwikkeld op bestelling van de Royal Australian Navy. Nog voordat HMS Oberon gereed was, had de Australische marine deze bestelling al gedaan op basis van het papieren ontwerp.[2] Deze schepen werden ook wel de Oxley-klasse genoemd vanwege de kleine afwijkingen van het oorspronkelijke ontwerp. Hoewel deze twee schepen, HMAS Oxley en HMAS Otway, bij de Royal Australian Navy in dienst kwamen, werden beide schepen in 1931, wegens bezuinigingen, weer overgeheveld naar de Royal Navy.[3]

De Britse Royal Navy nam zelf zes schepen in dienst gebaseerd op het oorspronkelijke ontwerp. Deze schepen werden ook wel aangeduid als de Odin-klasse. Ze waren wat groter dan het prototype en de Oxley-klasse maar weken verder niet aanzienlijk af van het basis ontwerp.[4]

Ook de Chileense marine bestelde drie aangepaste schepen van dit type, die als Capitan O'Brien-klasse in dienst werden genomen.

Image 21526
Chileense Almirante Simpson Source Postcard photo

De O-klasse schepen waren ontworpen om te kunnen duiken tot een diepte van 150 meter, maar werden nooit dieper getest dan 91 meter. Acht torpedo lanceerbuizen, zes in de boeg en twee in het achterschip, en een stuk 102 mm geschut vormden de standaard bewapening. De O-klasse onderzeeboten waren de eerste Britse onderzeeboten die waren uitgerust met ASDIC en een VLF radio. Vanwege de zogenaamde 'zadeltank' plaatsing van de brandstoftanks buiten de drukcabine, maakten dat de schepen bij aanvallen met dieptebommen eenvoudig olie konden lekken, waarmee hun positie kon worden weggegeven. De schepen hadden een uitzonderlijk lange toren waar het geschut op was gemonteerd.[5]

Technische gegevens

Klasse:
O-klasse
Type:
Onderzeeboten
Land:
Groot-Brittannië
Australië (voor WO2)
Chili
Waterverplaatsing:
Oxley-klasse
Bovenwater: 1.350 BRT
Onderwater: 1.870 BRT
Odin-klasse
Bovenwater: 1.810 BRT
Onderwater: 2.060 BRT
Afmetingen:
Lengte over alles:
Oxley-klasse: 83,80 meter
Odin-klasse: 86,14
Breedte:
Oxley-klasse: 8,50 m
Odin-klasse: 9,02 meter
Diepgang: 4,04 meter
Aandrijving:
Vermogen:
Dieselmotoren:  4.600 pk
Elektromotoren: 350  pk
Max. Snelheid:
Oxley-klasse
15,5 knopen bovenwater
9 knopen onderwater
Odin-klasse
17,5 knopen bovenwater
9 knopen onderwater
2 dieselmotoren
2 elektromotoren
Bereik: 15.000 km (10 knopen)
131 ton brandstof
Duikdiepte: 91 m
Bewapening:
6 x 53,34 cm Boegbuizen
2 x 53,34 cm Hekbuizen
midscheeps buiten de drukhuid voorwaarts vurend
1 x QF 101,6 mm Mk XII kanon
2 x 0.303 inch machinegeweren
Bemanning:
54
Aantal schepen in de klasse:
Prototype (Oberon-klasse): 1
Oxley-klasse: 2
Odin-klasse: 6
Capitan O'Brien-klasse: 3