1 Noorse Forsvaret, Opbouw en organisatie van het Noorse Leger
Inleiding
Toen in april 1940 de Duitse troepen Noorwegen binnenvielen had het land meer dan honderd jaar geen oorlog gekend. Het land had dan ook nagenoeg geen noemenswaardig leger. De overheid stond op het standpunt dat een land als Noorwegen zich toch nooit tegen de grootmachten zou kunnen wapenen.
Ten tijde van de invasie van Finland door de Sovjet-Unie (Winteroorlog) was enigszins een kentering ontstaan. Grote delen van het bestaande Noorse leger waren naar het noorden gestuurd om een mogelijke Sovjetinvasie af te wachten. Toen in maart 1940 de wapenstilstand werd getekend, liet men dit leger echter weer huiswaarts keren. Tijdens de Duitse invasie op 8 april 1940 was men nog maar net begonnen met het opnieuw mobiliseren. Ondanks tekortkomingen wisten de Noren het de Duitse aanvaller nog behoorlijk moeilijk te maken. Uiteindelijk moest de regering zich op 9 juni 1940 overgeven.

Opbouw en organisatie
Opbouw
De Noorse defensie stond onder het bevel van koning Haakon VII als opperbevelhebber en kon bij een algehele mobilisatie een legermacht van 10.000 man op de been brengen. Hierin werd de koning direct bijgestaan door de Noorse minister van Defensie Birger Ljungberg. Het leger was geheel opgebouwd volgens het principe van dienstplicht. Slechts een kader van officieren en ondersteunend personeel was in professionele dienst.
Voor de landmacht was het land opgedeeld in zes militaire districten met hoofdkwartieren in Halden, Oslo, Kristiansand, Bergen, Trondheim en Harstad. Daarboven stond het Hærens OverKommando (Algemeen Hoofdkwartier) met als bevelhebber Kommanderende General General-major Kristian Laake. In vredestijd werd slechts een klein aantal manschappen in dienst gehouden. Na mobilisatie zouden deze aantallen moeten uitgroeien tot volledige divisies. In ieder militair district zetelde een hoofdkwartier van een divisie. De divisies werden echter niet gebruikt om de strijd te voeren. Dit waren puur administratieve organisaties bedoeld voor de mobilisatie. Formeel telde ieder district twee of drie infanterieregimenten. Tijdens oorlogstijd echter werd de basis in ieder district gevormd door een infanteriebrigade, zodat het operationele leger zes infanteriebrigades telde. Elke brigade bestond uit vier infanteriebataljons, een artilleriebataljon en een fietscompagnie en werd aangevuld met meerdere onafhankelijke bataljons. Per militair district kon hier enig verschil in ontstaan afhankelijk van de snelheid van mobilisatie. Het was ook niet per definitie zo dat een infanterieregiment in haar geheel werd ondergebracht in een infanteriebrigade. Ook hierin konden, afhankelijk van de snelheid van mobilisatie en plaats van aanval, verschillen ontstaan.
Een infanterieregiment telde 3.750 manschappen die over het algemeen waren bewapend met het Krag-Jorgensen M1894 geweer. De ondersteunende wapens bestonden uit 6,6 mm Madsen lichte machinegeweren en Colt-Browning M29 zware machinegeweren. Daarnaast beschikte men over mortieren.
Het Noorse leger kende ook een aantal cavalerie-eenheden. Dit waren de mobiele eenheden binnen het leger. De cavalerie opereerde veelal onafhankelijk en had tot taak vijandelijkheden te verstoren, zodat de infanterie zich kon opstellen. Nagenoeg alle cavalerie-eenheden waren uitgerust met ski’s. De artillerie maakte gebruik van Kongsberg 120 mm houwitsers en Ehrhardt 75 mm M1901 veldgeschut. Voor wat betreft het luchtafweergeschut maakte men gebruik van Madsen 20 mm mitrailleurs en Kongsberg 75 mm M1932 luchtafweergeschut.
De luchtmacht maakte deel uit van de landmachtorganisatie en bestond uit drie eskaders: een jacht-, een bommenwerper- en een verkenningseskader. De organisatie telde 76 toestellen en 940 man personeel. Bij de Duitse aanval werden de meeste toestellen op de grond vernield. Desondanks konden vooral de Noorse Gloster Gladiator jagers nog enige tijd van zich afbijten.
De marine bestond uit een vloot, kustartillerie en een luchtwapen. Ondanks het feit dat de meeste wapens zeer waren verouderd, wist men de Duitse aanvaller behoorlijk partij te geven.De vloot telde 113 schepen, waaronder 2 kruisers, 10 mijnenleggers, 7 torpedobootjagers, 17 torpedoboten, 9 onderzeeboten, 8 mijnenvegers en 58 patrouillevaartuigen. Van al deze schepen wisten er 13 na de strijd uit te wijken naar Groot-Brittannië. Het kustgeschut was vooral geconcentreerd rond de batterijen Oscarborg, Oslofjord, Kristiansand en Bergen Agdenes. Vooral dit geschut was verantwoordelijk voor het tot zinken brengen beschadigen van diverse Duitse oorlogsbodems. Het marineluchtwapen was zeer klein en heeft maar een bescheiden rol gespeeld tijdens de vijandelijkheden.

Algemene indeling
Hærens OverKommando- Legerhoofdkwartier | |||
Kommanderende General | Oslo | General-major Kristian Laake vanaf 11 april General-major Otto Ruge | |
Generalstaben (HOK) | Oslo | ||
Krigsskolen (Krijgsschool) | Oslo | Major Lauritz G. Bryhn | |
Befalsskolen for Kavaleriet (cavalerieschool) | Oslo | Ritmester Harald Broch | |
Befelsskolen for Hærens artillerie (Artillerieschool) | Oslo | ||
Befalsskolen for Ingeniørvåpenet (Genieschool) | Oslo | Kaptein Hans Løken | |
Motor. 12 cm haub bat. | Høytorp fort- Fossumstrøket | 8x 12 cm houwitser m/32 | |
Motor. 10,5 cm kan. bat. | Høytorp fort- Fossumstrøket | 12x 10,5 cm | |
Luftvarnsregiment (Luchtafweerregiment) | Oslo | Apart behandeld | |
Flyregiment (luchtvaartregiment) | Oslo | Apart behandeld | |
Garden (Gardebataljon) | Oslo | ||
D.K. 1 (1.Divisjon kommando) | Halden | General-major Carl Erichsen | |
1. Divisjon skole | Halden | Kaptein Fritzner | |
1. Brigade | Oslo | ||
Infanteriet Regiment 1 | Østfold Infanteriet Regiment | Major J.T. Hagle | |
Infanteriet Regiment 2 | Jegerkorpset Infanteriet Regiment | Oberst O.J. Broch | |
Infanteriet Regiment 3 | Telemark Infanteriet Regiment | Oberst E. Steen | |
Kavalleriet Regiment 1 | Akershus DR | Oberst E. Astrup | |
Artilleriet Regiment 1 | Akershus AR | Oberst C. Frølich-Hansen | |
D.K. 2 (2.Divisjon kommando) | Oslo | General-major Hvinden Hauf | |
2. Divisjon Skole | Oslo | Kaptein A.T. Sunde | |
2. Brigade | Oslo | ||
Infanteriet Regiment 4 | Akershus IR | Obetst T.H. Dahl | |
Infanteriet Regiment 5 | Østoppland IR | Oberst Hiorth | |
Infanteriet Regiment 6 | Vestoppland IR | Oberst C. Mork | |
Kavalleriet Regiment 2 | Oppland DR | Oberst J. Jensen | |
Artilleriet Regiment 2 | Oppland AR | Oberst O. Nordlie | |
D.K. 3 (3.Divisjon Kommando) | Kristiansand | General-major E. Liljedahl | |
3. Divisjon Skole | |||
3. Brigade | |||
Infanteriet Regiment 7 | Agder IR | Oberst L.A. Gladstad | |
Infanteriet Regiment 8 | Rogaland IR | Oberst Spørck | |
Motormitr. kompanie | Madlamoen | ||
D.K. 4 (4.Divisjon Kommando) | Bergen | ||
4. Divisjon Skole | Bergen | ||
4. Brigade | Oberst G. Östbye | ||
Infanteriet Regiment 9 | Nordaland IR | ||
Infanteriet Regiment 10 | Sogn og Fjordane IR | ||
D.K. 5 (5.Divisjon Kommando) | Trondheim | General-major Jacob Ager Laurantzon | |
5. Divisjon Skole | Trondheim | ||
5. Brigade | |||
Infanteriet Regiment 11 | Møre IR- Molde | Oberst D. Thue | |
Infanteriet Regiment 12 | Sør-Trøndelag IR- Trondheim en Værnes | Oberst E. Frisvold | |
Infanteriet Regiment 13 | Nord-Trøndelag IR- Steinkjer | Oberst O.B. Getz | |
Kavalleriet Regiment 3 | Trøndelag DR- Rinnleiret | Oberst A. Wettre | |
Artilleriet Regiment 3 | Trøndelag AR- Trondheim en Værnes | Oberst O.S. Strugstad | |
D.K. 6 (6.Divisjon Kommando) | Nord Norge- Harstad | General-major Carl Gustav Fleischer | |
6. Divisjon Skole | |||
6. Brigade | Harstad | ||
Infanteriet Regiment 14 | Sør-Hålogaland IR- Mosjøen | ||
Infanteriet Regiment 15 | Nord-Hålogaland IR- Narvik | ||
Infanteriet Regiment 16 | Troms IR- Tromsø |

Luchtafweer en legerluchtmacht
Luftvernet-luchtafweer | ||
Luftvarnsregiment | ||
Regiment stab | Oslo | |
skole | Oslo | |
Östlandet lufv. kommando | Oslo | |
Oslo luftvern | Oslo | 5 batterijen met elk twee 7,5 cm M/16 en M/32 geschut, vijf 150 cm zoeklichten en 15 luchtafweermitrailleurs |
Kjeller luftvern | Vliegbasis Kjeller- Oslo | 2 batterijen met elk twee 7,6 cm geschut, vier zoeklichten en vier luchtafweermitrailleurs |
Horten luftvern | Marinevliegkamp Horten | 2 batterijen met elk twee 7,5 cm M/16 geschut en zes luchtafweermitrailleurs |
Kongsberg luftvern | Kongsberg | 2 batterijen met elk twee 7,6 cm geschut en vier luchtafweermitrailleurs |
Raufoss luftvern | Raufoss | 2 batterijen met elk twee 7,5 cm M/32 geschut en vier luchtafweermitrailleurs |
Rjukan luftvern | Rjukan | 3 batterijen met elk twee 40 mm Bofors kanonnen en zeven luchtafweermitrailleurs |
Heröya luftvern | Heröya | 2 batterijen met elk twee 40 mm Bofors kanonnen en drie luchtafweermitrailleurs |
Bergen luftvern | Bergen | 3 batterijen met elk twee 7,5 cm M/16 geschut en zes luchtafweermitrailleurs |
Maskinkan batt. Nord Norge | Setermoen | 4- 40 mm Bofors kanonnen en twee luchtafweermitrailleurs |
Ten dienste van de kustbatterijen: | ||
Oscarsborg luftvern | Oscarsborg | 1 batterij met twee 40 mm Bofors kanonnen en drie luchtafweermitrailleurs |
Oslofjord festning luftvern | Oslofjord | 1 batterij met twee 40 mm Bofors kanonnen en acht luchtafweermitrailleurs |
Kristiansands festnings luftvern | Kristiansand | 1 batterij met twee 7,5 cm kanonnen en twee luchtafweermitrailleurs |
Agdenes festnings luftvern | Trondheimsfjord | zes luchtafweermitrailleurs |
Fossumströkets luftvern | Mysen | vier tot zes luchtafweermitrailleurs |
Hærens flyvåpen- legerluchtmacht | ||
Flyregimentet | ||
Bombervingen | Sola | 4- Caproni Ca 310 3 of 4- Fokker C.V 2- de Havilland Tiger Moth |
Speidervingen | Onbekend aantal Fokker C.V | |
Jægervingen | 9- Gloster Gladiator | |
Trøndelag flyveafd. | Værnes | 9- Fokker C.V 1- de Havilland Tiger Moth |
Hålogaland flyveafd. | Bardufoss | 6- Fokker C.V |



Fortificaties
Fortificaties | ||
Kustverdediging | ||
Oscarsborg festning | 1. Sjoforsvarsdistrikt | Oberst B. Eriksen |
Söndre Kaholmen | 3- 28 cm Krupp 3- luchtafweer machinegeweren | |
Håöya | 2- 12 cm gechut | |
Kopås | 3- 15 cm geschut 2- zoeklichten | |
Husvik | 2- 5,7 cm geschut | |
Nesset | 3- 5,7 cm geschut | |
Nordre Kaholmen | 3- 45 cm torpedolanceerbuizen 2- 5,7 cm geschut | |
Seiersten | 2- 40 mm Bofors | |
Oslofjord festning | 1. Sjoforsvarsdistrikt | Oberstlöytnant K. Notland |
Håøy fort | 2- 21 cm geschut 2- 12 cm geschut 4- 6,5 cm geschut 6- luchtafweer machinegeweren 1- 90 cm zoeklicht 116 manschappen | |
Måkerøy fort | 2- 30,5 cm houwitsers 2- zoeklichten 3- luchtafweer machinegeweren 89 manschappen | |
Bolærne fort | 3- 15 cm geschut 4- 12 cm geschut 6- luchtafweer machinegeweren 1- 150 cm zoeklicht 1- 90 cm zoeklicht 186 manschappen | |
Rauøy fort | 4- 15 cm geschut 2- 6,5 cm geschut 2- 40 mm Bofors 9- luchtafweer machinegeweren 1- 150 cm zoeklicht 2- 110 cm zoeklichten 249 manschappen | |
Kristiansand festning | 1. Sjoforsvarsdistrikt | Oberstlöytnant O.A. Fosby |
Oddoröya fort | 2- 21 cm geschut 4- 24 cm houwitsers 6- 15 cm geschut 2- 6,5 cm geschut 2- 7,5 cm luchtafweer geschut 2- Colt luchtafweer machinegeweren 3- 110 cm zoeklichten 175 manschappen | |
Gleodden batterij | 3- 15 cm geschut 2- 6,5 cm geschut | |
Bergen festning | 2. Sjoforsvarsdistrikt | Oberst G.I. Willoch |
Kvarven | 3- 21 cm geschut 3- 24 cm houwitsers 2- 110 cm zoeklichten 2- 7,5 cm luchtafweer geschut 6- luchtafweer machinegeweren 3- 45 cm torpedolanceerbuizen | |
Hellen | 3- 21 cm geschut 3- luchtafweer machinegeweren 1- 110 cm zoeklicht | |
Lerøy | 2- 6,5 cm geschut 1- 90 cm zoeklicht | |
Færøy | 2- 6,5 cm geschut 1- 90 cm zoeklicht | |
Herdla | 2- 6,5 cm geschut 1- 110 cm zoeklicht | |
Håøy | 2- 5,7 cm geschut 1- 110 cm zoeklicht | |
Sletta | 2- 7,5 cm geschut 2- luchtafweer machinegeweren | |
Öyord | 2- 7,5 cm geschut 2- luchtafweer machinegeweren | |
Agdenes festning | 2. Sjoforsvarsdistrikt | Oberstlöytnant F. Jacobsen |
Hysnes | 2- 21 cm geschut 2- 15 cm geschut 2- 6,5 cm geschut 1- 110 cm zoeklicht 3- luchtafweer machinegeweren | |
Brettingen | 2- 21 cm geschut 3- 15 cm geschut 2- 6,5 cm geschut 1- 110 cm zoeklicht 3- luchtafweer machinegeweren | |
Hambåra | 2- 15 cm geschut 3- luchtafweer machinegeweren 1- 110 cm zoeklicht | |
Grensfortificaties | ||
Sarpsborg festning | Distrikt kommando 1 | Major M.K. Arctander |
Greåker fort | 2- 12cm Schneider Caret geschut 2- 7,5 cm M/01 veldgeschut | |
Ravnebergets batteri | 2- 10,5 cm L/28 geschut 4- 7,5 cm geschut | |
Fossumstrøkets festning | Distrikt kommando 1 | Oberstlöytnant L. Rodtwitt |
Høytorp fort | 2- 12 cm Schneider Canet geschut 2- 7,5 cm geschut 8- 8,4 cm Krupp M/1887 geschut 4- 12 cm houwitsers 4- 7,5 cm M/01 geschut | |
Trøgstad fort | 2- 12 cm Schneider Canet geschut 2- 7,5 cm geschut 8- 8,4 cm Krupp M/1887 geschut 4- 7,5 cm M/01 geschut | |
Kongsvinger festning | Distrikt kommando 2 | Major E. Hoch-Nielsen |
Gullbekfortet | 2- 12 cm Schneider Canet geschut | |
Vardefortet | 2- 12 cm Schneider Canet geschut |


Noorse marine
Noorse Marine | |||
Øverkommando | Kontreadmiral H.E. Diesen | ||
Admiralstaben | Admiralstabens etterretnings og sambandsavdelning (verbindingsdienst) | ||
1. Sjoforsvarsdistrikt- Horten | |||
Sjøforsvarssjef (bevelhebber) | Kontreadmiral J. Smith-Johannsen | ||
Horten luftvern (luchtverdediging) | 1. Flyavdelning | 8- M.F.11 1- Heinkel He 115 a-2 2- D.T.2 2- M.F.10 | |
Marinens flystasjon (vliegbasis) Karljohansvern | |||
Marinens flystasjon Kristiansand | |||
1. Mineleggerdivisjon (mijnenlegger divisie) | Laugen (I) Glommen Nor Vidar | ||
3. Torpedobatdivision (torpedoboot divisie) | Jo Grib Ravn Ørn Lom | ||
Ytre Oslofjord Sjøforsvarsavsnitt | Avsnittsjef | Kommandør E. Tandberg-Hansen | |
1. Undervannsbatdivisjon (onderzeebootdivisie) | A 2 A 3 A 4 Sarpen | ||
1. Minesveiperdivisjon (mijnenvegerdivisie) | Hauk Falk Hvas Kjæk | ||
3. Minesveiperdivisjon | Otra Rauma | ||
Oslofjord bevoktningsavd (patrouilleboot eskader) | Farm, ds Pol III, Skudd I, Skudd II, Oter I, Hvall II, Hvall III, Treff, Ramoen, Sætre, Beta | ||
Oskarsborg Sjøforsvarsavsnitt | |||
Oskasrborg bevoktningsavd | ds Alpha Furu Kranfartøy 2 | ||
Kristiansand Sjøforsvarsavsnitt | Odin Gyller | ||
2. Torpedobatdivision | Kjell Skarv Teist | ||
2. Undervannsbatdivisjon | B 2 B 5 | ||
10. Bevoktningsdivisjon | Lynn, Kvik, Blink | ||
11. Bevoktningsdivisjon | William Barents, Firern, Lyngdal, Hval IV, Hval VI, Hval VII | ||
2. Sjoforsvarsdistrikt- Bergen | |||
Sjøforsvarssjef | Kontreadmiral C. Tank-Nielsen | ||
Olav Tryggvason (mijnenlegger in reparatie te Horten) B 6 Sperm, Hval V, Commonwealth, Motorbåt nr 7 | |||
1. Jagerdivisjon (torpedobootjagers) | Garm Troll Draug Æger (geleend van 2.Jagerdivisjon) | ||
1. Torpedobatdivisjon | Snøgg Stegg | ||
4. Torpedobatdivision | Storm Brand Sæl | ||
Marinens flystasjon | Bergen | ||
2. Flyavdelning | 7- M.F.11 2- Heinkel He 115 a-2 3- D.T.2 | ||
Sola sjøflygruppe | |||
Trøndelag sjøflygruppe | |||
Haugesund gruppesentral | Kustwacht | ||
Bergen Sjøforsvarsavsnitt | Bergen | Oberst G.I. Willoch | |
Rundøy Andenes | |||
2. Mineleggerdivisjon | |||
2. Minesveiperdivisjon | |||
12. Bevoktningsdivisjon | |||
13. Bevoktningsdivisjon | |||
Trøndelag Sjøforsvarsavsnitt | Trøndelag | Korvetten-kaptån O. Bergersen | |
Sleipner (geleend van 2.Jagerdivisjon) Trygg (geleend van 1.Torpedobåtdivision) Haug II, Haug III | |||
5. Torpedobatdivision | Skrei Sild Laks | ||
14. Bevoktningsdivisjon | Heilhorn, Stenkjær, Fosen, Nauma | ||
3. Sjoforsvarsdistrikt- Nordland | |||
Sjøforsvarssjef | Kontreadmiral L.Hagerup | ||
Heimdal, Nordkapp, Thorod, Kvitøy, Svalbard II, Syrian, Torfinn I, Aud I | |||
3. Flyavdelning | 2- M.F.11 3- Heinkel He 115 a-2 | ||
Ofotenavdelningen | 1. Pansarskipdivisjon (pantserschipdivisie) | Norge Eidsvold | |
3. Undervannsbatdivisjon | B 1 B 3 Lyngen | ||
Bevoktningsavdelning | Michael Sars, Senja, Kelt | ||
Finnmarksavdelningen | Bevoktningsavdelning | Fridtjof Nansen, Børtind, Nordhav II, Rossfjord, Spanstind |


References
Sources
- Mollo A., The Armed Forces of World War II, Silverdale Books, Leicester, 2001- Mårtensson R.,Norway 1940