Mengele, Josef Molier
Jeugdjaren
LET OP: dit artikel wordt momenteel herschreven.
Dr. Josef Mengele werd geboren op 16 maart 1911 in een katholiek gezin in Günzburg in het Duitse Beieren. Hij was de oudste zoon van Karl en Walburga Mengele. Zijn vader was eigenaar van een lokale fabriek die landbouwmachines produceerde en Josef en zijn twee broers groeiden in een beschermde en financieel stabiele omgeving op. Karl stond bekend als een harde, strenge doch rechtvaardige werkgever, maar daar tegenover stond echter zijn vrouw Walburga, waar de werknemers de meeste angst voor hadden. Zij had vaak een verschrikkelijk humeur en stond erom bekend om geregeld de fabriek binnen te komen stormen en in het openbaar de werknemers de huid vol te schelden omdat zij, althans volgens haar, slecht werk afleverden in een ontzettend laag tempo.
In de huiselijke sfeer regeerde Walburga ook met harde hand en ze eiste van haar drie zonen, Josef, Alois en Karl jr., respect en gehoorzaamheid. Ook haar man moest het geregeld ontgelden, en eigenlijk was zij het overduidelijk hoofd van het huishouden en de fabriek. Het moge daarom dan ook duidelijk zijn dat het gedrag van hun tirannieke moeder een blijvende uitwerking zou hebben op de verdere ontwikkeling van de kinderen, en dit een goede verklaring zou zijn voor het feit dat Josef later zou uitgroeien tot de bloeddorstige SS-dokter in Auschwitz, waar hij verantwoordelijk zou zijn voor de dood en vernietiging van vele mensen. Josef verklaarde later in zijn memoires dat hij zijn vader altijd zag als een koele en hardwerkende man, die eigenlijk vluchtte in zijn werk, en zijn moeder iemand die met harde hand regeerde en zeer weinig liefde ten aanzien van de kinderen kon geven.
Ondanks het gebrek aan liefde en genegenheid stond Josef in zijn vroege jaren bekend als een slimme en vrolijke jongen en hoewel hij op school nooit tot de besten behoorde, kreeg hij van zijn leraren toch vaak complimenten voor zijn inzet en gedrag. Tijdens de verdere ontwikkeling in zijn jeugdjaren groeide Josef uit tot een graag geziene, charmante jongeman, die vooral bij de dames erg populair was. Hij wist met zijn knap voorkomen, zijn mooie maar doordringende ogen, en zijn elegantie, menige vrouw te verleiden. Juist in deze periode liet hij met de hand gemaakte kostuums aanmeten, voorzien van bijbehorende handschoenen, een eigenschap waardoor hij zich later in Auschwitz van de andere SS-artsen zou onderscheiden.
Het was echter ook tijdens deze opgroeiende periode dat hij de eerste conflicten met zijn vader kreeg. Karl wilde graag dat zijn zoon hem zou opvolgen als directeur van de fabriek, maar Josef had zelf hele andere plannen en ideeën: hij droomde van een carrière in de wetenschap, ver buiten zijn beschermde wereldje in Günzburg. Zelf heeft hij tegen een vriend eens verklaard dat zijn naam later ooit eens vermeld zou worden in de geschiedenisboeken, een uitspraak die later waarheid zou worden. In 1930 studeerde Josef af aan het Günzburg Gymnasium, en hoewel zijn behaalde cijfers niet al te best waren, werd hij toch toegelaten aan de Universiteit in München, een stad die in deze periode volop in beroering was, mede door de opkomst van Adolf Hitler.

De vorming van een jonge nazi
LET OP: dit artikel wordt momenteel herschreven.
Josef vertrok in oktober 1930 voor zijn verdere opleiding naar München, waar hij medicijnen en filosofie ging studeren. Echter, tijdens deze periode was in München duidelijk een politieke revolutie zichtbaar, omdat deze stad door Adolf Hitler werd gebruikt als hoofdstation voor de uitbreiding van het sterk opkomend nationaalsocialisme. Tot zijn aankomst in München had Josef zich nog nooit met de politiek bemoeid, maar al snel werd ook hij besmet met het nazi-virus. Later schrijft hij in zijn memoires over deze turbulente politieke jaren: "Ik was, mede door mijn opvoeding, nooit geïnteresseerd geweest in politiek, maar mocht Duitsland in deze periode niet ten onder gaan aan het opkomende Marxisme vanuit het Oosten, was het echter voor mij nu onmogelijk geworden om mij afzijdig te houden". Hij besloot daarom in 1931 lid te worden van 'Stahlhelm', een organisatie die Duitse uniformen droeg en die tijdens parades nationale muziek speelde. Hoewel zij tijdens deze periode niet geassocieerd werden met de sterk opkomende nazipartij, bleken zij over het algemeen echter wel dezelfde ideeën te hebben.
Tijdens zijn studie aan de universiteit interesseerde Josef zich eigenlijk meer voor antropologie, filosofie en paleontologie, dan voor medicijnen. Dit veranderde echter toen op een gegeven enkele vooraanstaande Duitse professoren een lezing gaven over "Onwaardig Leven", een theorie waarin werd verkondigd dat sommige bevolkingsgroepen niet waard waren om te leven. Deze lezing heeft juist voor Josef de doorslag gegeven om zich als arts te specialiseren en mee te werken aan de ontwikkeling van de perfectie van het 'Duitse ras'. Toch kon niemand op dit moment nog vermoeden dat hij later zou uitgroeien tot één van de grootste massamoordenaars uit de geschiedenis, en één van zijn medecollega's, professor Hans Grebe, zou hier later over zeggen: "Er was op dat moment echt nog geen enkele indicatie dat hij later de beruchte SS-arts van Auschwitz zou worden".
Op de universiteit volgde Josef de colleges van Dr. Ernst Rudin, die niet alleen maar beweerde dat sommige bevolkingsgroepen niet waard waren om te leven, maar dat artsen de morele verplichting hadden om mee te helpen aan de vernietiging en uitroeiing hiervan. De beweringen van Ernst Rudin waren Adolf Hitler ook niet ontgaan en Rudin werd uiteindelijk uitgenodigd om in 1933, het jaar waarin de nazi's de macht in Duitsland overnamen, mee te helpen aan het opzetten van 'De Wet voor de Bescherming van de Erfelijke Gezondheid'. Hierin werden de allereerste plannen verkondigd waarin werd aangeraden om mensen, die leden aan bepaalde aandoeningen of ziekten die een gevaar konden vormen voor de perfecte ontwikkeling van het 'Duitse ras', te steriliseren of volledig te vernietigen.
In 1934 werd de 'Stahlhelm' opgenomen in de SA, waardoor Mengele automatisch lid werd van deze groepering van bruinhemden. Omdat hij echter op dat moment aan een nierziekte leed en zich niet volledig voor deze partij kon inzetten, was hij gedwongen om de SA te verlaten. Hij was nu in staat om zich volledig op zijn studie te concentreren, en na vijf jaar mocht hij eindelijk de zo lang begeerde titel 'Dr' voor zijn naam zetten, voor zijn proefschrift "Rassenleer en Onderzoek van de Onderste Kaaklijnen van vier Minderheidsgroepen". Mengele was er in de loop der jaren namelijk achter gekomen dat het mogelijk was om bepaalde bevolkingsgroepen te identificeren aan de hand van het bestuderen van de kaaklijn en hiermee had hij een belangrijke bijdrage geleverd aan eerdere onderzoeken, waarmee kon worden bepaald of iemand van Joodse afkomst was.
Het jaar 1937 bleek een belangrijke ommekeer in Mengele's leven en de ontwikkeling van de totale Holocaust te zijn. Hij werd namelijk in dit jaar aangesteld als onderzoeksassistent van professor Otmar Freiherr von Verschuer bij het "Derde Rijk Instituut voor Erfelijkheid, Biologie en Rassenreinheid" aan de Universiteit van Frankfurt. Von Verschuer was één van de eerste grondleggers van de genetica geweest en een trouwe aanhanger van Hitler en zijn ideeën geworden, omdat hij het eerste staatshoofd was die het belang van de erfelijkheid accepteerde.
Mengele en Von Verschuer konden het overigens uitstekend met elkaar vinden. Mengele vond juist hier de aandacht en de liefde die hij tijdens zijn jeugdjaren zo gemist had en hij probeerde dit juist weer te compenseren met een onvoorwaardelijke inzet en toewijding ten aanzien van Von Verschuer en zijn onderzoeken. Door zijn werkzaamheden was Mengele in 1937 weer lid geworden van de nazipartij, en in mei 1938 werd hij geaccepteerd als lid van de Schutsstaffel, de SS. Op bijna 28-jarige leeftijd was Mengele ondertussen opgeklommen in de nazi-hiërachie en had nu een positie met veel macht, zeggenschap en invloed, en nadat hij lid was geworden van de SS, kreeg hij ook zijn 3-maanden durende militaire opleiding in de Duitse Wehrmacht.
De eerste oorlogsjaren
Na zijn militaire opleiding bleef Mengele tot 1940 in dienst van het instituut waar hij Von Verschuer bleef assisteren en zich bleef verdiepen in het werk van andere onderzoekers. In 1939 echter brak de Tweede Wereldoorlog uit en Mengele was bang dat hij zijn werkzaamheden in het instituut moest stopzetten en dienst moest nemen in het Duitse leger. Deze angst leek niet ongegrond want ondanks zijn nierziekte, werd hij in juni 1940 opgeroepen om zich te melden bij de Waffen-SS. Toch wist hij deze beginperiode goed door te komen en in 1941, ondertussen opgeklommen tot de rang van luitenant, ontving hij aan het front in Oekraïne het IJzeren Kruis Tweede Klasse. In januari 1942, toen hij diende bij de SS Viking divisie, ontving hij diverse onderscheidingen, waaronder het IJzeren Kruis Eerste Klasse, omdat hij aan het front in de Sovjetunie twee Duitse soldaten uit een brandende tank had weten te redden. Omdat hij echter tijdens deze campagnes diverse verwondingen had opgelopen, werd hij ongeschikt bevonden voor verdere militaire acties en teruggeroepen naar Berlijn waar hij, ondertussen gepromoveerd tot de rang van kapitein, werd aangesteld bij het 'Rassen- en Vestigingsbureau' in Berlijn.
Professor Von Verschuer was ondertussen ook werkzaam in Berlijn, waar hij onderzoek verrichtte aan het 'Keizer Wilhelm Instituut voor Antropolgie en Erfelijkheidsleer'. Deze was ondertussen door de hoogste nazi-autoriteiten op de hoogte gebracht van de bouw van vernietigingskampen en de daarbij behorende 'oplossingen', waarin experimenten met betrekking tot de genetica en erfelijkheid op levende personen konden worden uitgevoerd. Een jaar na zijn aanstelling in Berlijn kreeg Mengele een nieuwe opdracht en in mei 1943 vertrok hij uiteindelijk naar het nazi-vernietigingskamp Auschwitz in Polen.

Auschwitz en onderzoek
LET OP: dit artikel wordt momenteel herschreven.
De 'dodenfabriek' in Auschwitz was een ijzingwekkende omgeving van menselijke ellende. De barakken waren smerig en vochtig en het kon dan ook niet uitblijven dat de gevangenen leden aan typhus, diarree en andere ziekten. Het was Mengele’s taak in Auschwitz om onderzoek te verrichten naar de menselijke erfelijkheid en door deze onderzoeken, mede op basis van de rapporten van professor von Verschuer, de genetische geheimen te onthullen en uiteindelijk daarmee het begin te maken voor het creeëren van het 'Duitse superras'. Helaas zouden deze onderzoeken gepaard gaan met de groots mogelijke wrede martelingen en experimenten, waarbij op géén enkel moment rekening werd gehouden met de gevangenen, en die in zijn ogen alleen maar dienden voor onderzoek en niets meer waren dan 'proefdieren'.
Al vrij snel na zijn aankomst onderscheidde Mengele zich van de andere SS-artsen in het kamp. Zo was hij de enige SS-arts die tijdens de oorlog diverse onderscheidingen had verdiend, en hij zorgde er altijd voor dat deze duidelijk te zien waren op zijn SS-uniform. Toch was dit niet het enige waarom hij anders was dan de rest, maar meer de toewijding en zijn inzet als SS-arts in Auschwitz, waarmee hij zelfs bij de anderen angst inboezemde. Op de dag van aankomst was er in het kamp een typhusepidemie uitgebroken en met een speels gemak gaf hij onmiddellijk het bevel om duizend zigeuners, mannen, vrouwen en kinderen te laten vermoorden. Hij was er namelijk van overtuigd dat zigeuners 'ondergeschikt' waren, en daarom dan ook niet waard waren om te blijven leven. Wat ook de logische reden van zijn eerste daad in Auschwitz mag zijn, het geeft wel aan dat hij kon en mocht beslissen over zaken als leven en dood. Nergens kwam dit zo sterk naar voren als tijdens het selectieproces na het arriveren van de treinen in Auschwitz. Dr. Ella Lingens, een Oostenrijkse dokter die gevangen was gezet omdat ze ooit enkele Joden had verborgen, zei hier later over: "Sommige SS-artsen moesten zichzelf eerst dronken voeren om deze lugubere taak uit te voeren, maar er waren er maar twee die zonder aarzelen en zonder enig menselijk gevoel, hun beslissingen namen, Dr. Josef Mengele en Dr. Fritz Klein. Mengele vertelde mij ooit eens dat er op de gehele wereld maar twee begaafde bevolkingsgroepen zijn, de Duitsers en de Joden. Alleen de Duitsers zijn superieur, dus dat betekent dat de andere groep vernietigd moet worden."
Mengele voerde zijn lugubere taak altijd met veel genoegen en plezier uit, waarbij hij altijd gekleed ging in zijn beste en mooiste uniform. Hij bewoog zich altijd zeer gemakkelijk, voldaan en gracieus voort terwijl ondertussen de uitgeputte gevangenen vaak op een zeer brute wijze uit de treinen werden gecommandeerd. Vervolgens besliste hij op een zeer nonchalante en arrogante wijze over leven en dood, door met zijn stok de gevangenen een richting op te dirigeren die leidde naar de gaskamers of de barakken. Een gevangene die ooit aanwezig was bij deze selectie en die Auschwitz heeft overleefd, vertelde hier later over: "Mengele wist op een gegeven moment een vrouw bij haar nek te pakken die probeerde te ontsnappen en sloeg met zijn stok meerdere malen op haar gezicht, todat deze in één bloederige massa was veranderd. Pas na een half uur stopte hij met slaan, waarna de vrouw hem smeekte om haar te doden, een gunst die hij met een glimlach om zijn mond niet honoreerde."
Mengele stond bekend om zijn wrede en onmenselijke manier van het verrichten van onderzoeken op mensen. Zo castreerde hij jongens zonder het gebruik van verdoving, diende hij elektrische schokken toe om de weerstand te onderzoeken en er is een geval bekend waarbij hij, op zijn eigen gruwelijke wijze, een groep van Poolse nonnen steriliseerde, zodat deze uiteindelijk met de meest gruwelijke verminkingen en brandwonden achterbleven. In 1981 werd Mengele door de Duitse officier van justitie bij verstek aangeklaagd voor 78 beschuldigingen voor zijn mensonterende misdaden tegen de mensheid tijdens zijn experimenten in Auschwitz.
Ook buiten zijn onderzoeken en experimenten stond Mengele bekend als een 'beest', dat soms voor de lol of uit pure frustatie met mensenlevens speelde. Zo is er een voorbeeld van een kampbewaarder die enkele Joden, die klaarstonden om de gaskamers ingedreven te worden, probeerde te redden van deze dood, door hen uit de groep te halen en ze te werk te stellen in de werkkampen. Toen Mengele dit hoorde, schoot hij persoonlijk deze kampbewaarder dood. Bij een andere gebeurtenis, toen bleek dat de gaskamers de stroom van joden niet meer aankon, gaf hij het bevel om een greppel te graven, deze te vullen met benzine en aan te steken, waarop velen levend deze greppel werden ingeduwd. Een Russische gevangene, Annani Silovich Petko, was eens getuige van een gebeurtenis die alle begrip ten boven gaat en waaruit nogmaals blijkt dat Mengele zijn bijnaam 'Engel des Doods' meer dan waar maakte. Op een dag arriveerde een colonne van tien trucks, die waren volgeladen met joodse kinderen. Onder het toeziend oog van Mengele werden deze trucks achteruit in de richting van een grote brandende kuil gereden, waarop vervolgens de achterkleppen van de trucks werden neergelaten, en de kinderen door SS-soldaten levend de brandende put in werden gegooid. De kinderen begonnen te gillen en sommigen probeerden, half verbrand, de put uit te klauteren, waarop zij door de gereedstaande soldaten weer de put in werden geslagen. Dit alles onder het toeziend oog en de goedkeuring van Mengele en Hoess, de kampcommandant van Auschwitz. Dit zijn helaas maar enkele voorbeelden van gruwelijke gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld in Auschwitz, waarbij nog maar eens blijkt dat Mengele totaal geen respect had voor een menselijk leven en waarbij hij zich geroepen voelde om te beslissen over leven en dood.
Mengele's onderzoek
Hoewel Mengele vele wreedheden heeft begaan tegen de mensheid, is hij eigenlijk het meest berucht geworden door zijn experimenten op dwergen, reuzen maar voornamelijk op tweelingen. SS-bewakers kregen de opdracht om, als de volgeladen treinen in Auschwitz arriveerden, de tweelingen uit de treinen te halen en deze naar speciaal gereedstaande barakken te brengen, dat bekend stond als de 'Zoo'. Omdat tweelingen de voorkeur hadden voor de experimenten van Mengele, hadden zij iets meer priviliges dan de rest van de gevangenen. Zo mochten zij hun eigen kleren aanhouden, werden ze door de bewakers redelijk behandeld en kregen voldoende te eten. De bewakers kregen dan ook de strikte opdracht deze tweelingen niet te mishandelen of te misbruiken en voor hun welzijn te zorgen. Deze tweelingen, die bekend stonden als 'Mengele's kinderen', kwamen uiteindelijk bij Mengele terecht, waar ze werden gewogen, gemeten en en waar hun bloed werd afgenomen dat vervolgens naar professor von Verschuer in Berlijn werd gestuurd. Nadat het bloed was onderzocht en bewerkt, werd dit teruggestuurd naar Auschwitz, waarna het bloed van de ene bij de andere tweeling werd geïnjecteerd, wat dan vaak tot gevolg had dat deze tweelingen leden aan hoofdpijnen, koorts en andere ziekten.
Om vast te stellen of de kleur van de ogen kon worden gewijzigd, werd door Mengele een kleurstof rechtstreeks in de ogen geïnjecteerd. Deze zeer pijnlijke behandeling had altijd als gevolg dat de ogen ontstoken raakte. Vaak leidde dit tot blindheid. Mocht tijdens zo’n experiment een tweeling overlijden, had Mengele altijd de lugubere eigenschap om de ogen te verwijderen, en deze als een soort 'trofee' aan de muur van zijn onderzoekskamer te hangen. Jonge tweelingen werden vaak onderworpen aan de meest gruwelijke experimenten, waarbij zonder enige verdoving, ledematen en organen werden verwijderd. Andere tweelingen werden weer geïnjecteerd met bacteriën van allerlei ziekten, zodat hij kon vaststellen hoe lang het zou duren eer zij zouden overlijden.
Ik ben me bij het opmaken van dit artikel er terdege van bewust dat sommige zaken als zeer schokkend kunnen overkomen, maar deze zaken gebeurden helaas. Hier kunnen we niet omheen, dit is een gedeelte van onze geschiedenis geworden. Het moge echter ook zeer duidelijk zijn dat het uitvoeren van Mengele's taak in Auschwitz niets te maken had met medisch onderzoek, maar puur is voortgekomen uit het zieke brein van iemand, die ervan overtuigd was dat hij zijn opdracht naar behoren uitvoerde en zo probeerde mee te werken aan de uitroeiïng van de 'Untermensch' en de creatie van het Duitse superras.


De ontsnapping
LET OP: dit artikel wordt momenteel herschreven.
Toen de eerste Russische troepen in januari 1945 bij Auschwitz arriveerden, was Mengele al sinds enkele dagen gevlucht. Hij had zich bij enkele Duitse soldaten gevoegd, die op de vlucht waren voor de aanstormende Russen. Op 27 januari 1945 arriveert hij in kamp Gross Rosen, maar op 18 februari is hij weer genoodzaakt om de vlucht te nemen, omdat de Russen dit kamp ook al op enkele kilometers zijn genaderd. Weer voegt hij zich bij een groep Duitse soldaten, en de komende maanden zou deze groep door heel Duitsland zwerven. Op 2 mei arriveren ze bij een Duits veldhospitaal in Saaz, waar tot Mengele's grote verbazing, zijn vriend Dr. Hans Otto Kahler werkzaam is. Mengele, die zich ondertussen van zijn SS-uniform had ontdaan, bouwde hier een relatie op met een zuster, die hij uiteindelijk al zijn notities van Auschwitz toevertrouwde.
Omdat ook dit gebied ingesloten dreigde te raken door de aankomende geallieerde troepen, splitste het team zich en gingen vervolgens ieder hun eigen weg. Op 15 juni namen Amerikaanse troepen ruim 10.000 Duitsers gevangen en slechts 12 hiervan, waaronder Mengele, wisten via allerlei omwegen, aan gevangenschap te ontkomen. Deze ontsnapping was echter van korte duur en uiteindelijk werd de groep toch gevangen genomen en vervolgens overgebracht naar een krijgsgevangenenkamp in de buurt van Hof. Hoewel hij ondervraagd werd en hij hierbij zijn echte naam noemde, en er al enkele weken een opsporingsbevel voor hem was uitgevaardigd, was er bij de Amerikanen echt niemand die in de gaten had wie ze nu werkelijk in handen hadden. Ondertussen waren enkele trouwe vrienden van Mengele al bezig met het maken van valse persoonspapieren, voor het geval ze na de oorlog allemaal zouden worden vrijgelaten.
En zo gebeurde het dat Mengele, als voormalig krijgsgevangene, in augustus 1945 het kamp uitwandelde, de vrijheid tegemoet in de richting van het plaatsje van Donauworth, waar hij hoopte om onderdak te vinden bij zijn vriend Albert Miller. Omdat Miller in september door Amerikaanse troepen werd gearresteerd, was Mengele genoodzaakt om de vlucht te nemen. Mengele, die ondertussen reisde onder de naam Fritz Hollmann, komt na vele omzwervingen uiteindelijk op 30 oktober 1945 aan bij het boerengezin Fischer, waar hij, voor het verrichten van werkzaamheden, onderdak vind. Mengele voelde zich hier op een gegeven moment zo veilig en hij was er zo van overtuigd dat de geallieerden niet meer naar hem op zoek waren, dat hij zelfs eind 1946 naar Autenreid afreisde om zijn vrouw Irene en zijn twee-jarig zoontje Rolf te bezoeken.
In 1948 besloot Mengele om Duitsland te verlaten en ergens anders een nieuw leven op te bouwen en het leek hem het beste om naar Argentinië te vluchten omdat daar nogal wat Nazi-symphatisanten woonden. Zijn treinreis begon in Innsbruck en, hoewel hij onderweg toch verschillende keren werd aangehouden, bereikte hij mede dankzij de hulp van enkele vrienden, in het voorjaar van 1949 uiteindelijk veilig Italië. Na het aanvragen van een visum vertrekt hij half juli 1949 naar Buenos Aires. Daar bouwt hij een compleet nieuw leven op en verhuist later zelfs nog naar Paraguay en Brazilië. In 1958 verlaat hij zijn vrouw en hertrouwt later met Martha, de weduwe van zijn broer Karl. Ondanks diverse pogingen om hem op te sporen, weet hij onder diverse namen bijna 35 jaar uit handen van de autoriteiten te blijven, totdat hij in 1979 in Brazilië tijdens het zwemmen overlijdt aan een hartaanval.
Een profiel | |
Volgens enkele overlevenden van Auschwitz, historici en psychologen was Josef Mengele niet een instrument in Auschwitz, maar hij wás Auschwitz. Door zijn acties en gedrag was hij in staat om de tegenstellingen in het dodenkamp vorm te geven, waarbij de gevangenen met muziek werden onthaald, terwijl tegelijkertijd enkele honderden meters verder velen werden vergast of aan medische experimenten werden onderworpen. Het is nooit een makkelijke taak om vast te stellen dat een mens in staat is om zulke wreedheden te begaan en te beslissen over leven en dood van anderen en waarbij geen enkel respect voor een menselijk leven aanwezig was. De Holocaust heeft de geschiedenis opgezadeld met een raadsel, waarom deze gebeurtenissen en de betekenis ervan hebben plaatsgevonden. Josef Mengele koesterde, vanaf jongs af aan, een intense ambitie om zich op één of andere manier te onderscheiden van anderen, en dit is doorslaggevend geweest in het verdere verloop van zijn leven. Zo diende hij niet bij het Duitse leger, nee, bij de SS en zo verrichtte hij in Auschwitz niet enkele medische verantwoorde onderzoeken, maar de meest gruwelijke experimenten die men maar kan indenken. Hoe is het dan mogelijk dat de ooit zo vrolijke en vriendelijke jongeman is uitgegroeid tot één van de grootste misdadigers uit de geschiedenis? De overtuiging voor het meewerken aan de creatie van een Duitse superras, een zieke geest die zich in het leven verder ontwikkelde, of de dwang en het geloof hebben in de uitroeiïng van alle 'Üntermenschen'? We zullen er waarschijnlijk nooit meer achter komen wat mensen zoals Mengele dreef tot het uitvoeren van hun taken, maar het blijft een vaststaand feit dat hij verantwoordelijk is voor de, vaak gruwelijke, dood van vele mensen. |
References
Sources
Lekturama-serie 'De Verschrikkingen van het Nazi-systeem' Lekturama Rotterdam 1978.Hitlers gewillige beulen door Daniel Paul Goldhagen – Standaard Uitgeverij 1996.
Bericht van de Tweede Wereldoorlog – deel 15 – 1970-1975.
Diverse Engels- en Duitstalige internetsites.