Ramp met de s.s. Pavon, 20-21 mei 1940

Inleiding

In de nacht van 20 op 21 mei 1940 werd het Franse koopvaardijschip s.s. Pavon, met aan boord bijna 1450 Nederlandse militairen, nabij Duinkerke aangevallen door een Duitse bommenwerper. Bij deze aanval kwamen zeker 50 militairen om het leven. Het schip werd ernstig beschadigd aan de grond gezet en kon niet meer hersteld worden.

Image 26943
Duitse militairen bij de gestrande s.s. Pavon Source Onbekend/Unknown

De ramp met de s.s. Pavon

Het Franse koopvaardijschip s.s. Pavon (1930) was op 28 november 1930 in gebruik genomen door de Franse rederij Companie De Navigation d'Orbigny et Faustin Fils uit La Rochelle. In september 1939 werd het schip gevorderd door de Franse Marine voor het transport van troepen en militaire goederen. Onder bevel van gezagvoerder Georges Perdrault werd het schip door de Fransen ingezet tijdens diverse operaties.

Op 12 mei 1940 vaarde het schip samen met de s.s. Newhaven (1911), de haven van Vlissingen binnen om daar Franse troepen en voorraden af te leveren. De beide schepen waren hiertoe op 11 mei vanuit Duinkerke vertrokken onder escorte van HMS Vimiera (L29), HMS Westminster (L40), Fougueux (1928), Frondeur (1929), L'Incomprise (1936) en La Diligente (1917). Hierbij werd het konvooi ter hoogte van het lichtschip Wandelaar verlaten door de Vimiera, Westminster, Fougueux, Frondeur en L'Incomprise, welke toen werden vervangen door HMS Valentine (L69) en HMS Winchester (L55). Hoewel de schepen al in de vroege morgen voor de rede van Vlissingen verschenen, konden ze vanwege bombardementen op de haven pas rond 13.30 uur de haven binnenvaren.[1][2]

Image 27545
Franse infanteristen aan boord van de s.s. Pavon op weg naar Vlissingen Source Public Domain (onbekend)

Een kleine week later kwam het schip weer aan in Duinkerke. Hier hielden zich in de Jean Bart kazerne meer dan 2000 Nederlandse militairen op, afkomstig van onder andere de Peel-Raamstelling en rond Rotterdam. Zij waren na 15 mei 1940 naar Zeeland getrokken en vervolgens naar Duinkerke geëvacueerd. In Duinkerke bevond zich Schout-bij-Nacht Hendrik Jan van der Stad, die in opdracht van Koningin Wilhelmina Zeeland had verlaten en hier als kwartiermaker fungeerde.[3][4][2]

De s.s. Pavon werd aangewezen om een kleine 1200 Nederlanders naar Cherbourg of La Rochelle te brengen. Op 20 mei werden onder de leiding van Schout-bij-Nacht van der Stad de militairen ingescheept. Onder druk van Jules Henri Watrin, de Commandant van Duinkerke, werden Perdrault en van der Stad gedwongen om nog eens ruim 200 manschappen extra in te schepen, waarmee het totaal aantal op rond de 1450 manschappen kwam te liggen. De Fransen wilden vooral van de Nederlandse militairen af en er moesten zo veel mogelijk manschappen ingeladen worden. Uiteindelijk bleven er nog circa 500 Nederlandse militairen achter in Duinkerke. De Pavon was een vrachtschip zonder passagiersaccommodatie en derhalve totaal niet geschikt om naast 40 bemanningsleden nog eens een groot aantal militairen te vervoeren. De ruim 1450 militairen werden ondergebracht in de drie ruimen van het schip, terwijl de 32 officieren, waaronder een aalmoezenier, een veldpredikant en zes artsen in de messroom onder de brug werden ondergebracht. Met deze 1450 mensen opeengepakt in het schip en een kleine lading balen katoen, zou de Pavon de haven verlaten richting La Rochelle.[5][3][2]

Vanwege de vertraging door het ingrijpen van Watrin en de noodzaak op op het juiste getijde te moeten wachten, werd pas bij het invallen van de duisternis, om 21.15 uur, uit Duinkerke vertrokken, waarbij de kapitein een route vlak langs de kust had gekozen. De Pavon werd hierbij geëscorteerd door vier onderzeebootjagers (Chasseur 9 (Ch-9), Chasseur 10 (Ch-10), Chasseur 11 (Ch-11) en Chasseur 41 (Ch-41)) uit de zogenaamde Chasseur 5-klasse (1939) en Chasseur 41-klasse (1939). Dit waren kleine scheepjes van ongeveer 38 meter lang, met een bemanning van 25 manschappen en bewapend met een 75 mm kanon en een aantal mitrailleurs. De aan boord aanwezig Nederlanders waren afkomstig van de Peel-Raamstelling, de Maaslinie, een aantal Grensbataljons, een groep van de Luchtwachtpost Helmond en de Luchtverdedigingsgroep Den Bosch. Een heel klein gedeelte slechts was afkomstig uit Zeeland. Als hoogste militair aan boord gold Reserve-Majoor Johannes Fredericus Ludovicus Bruijn van het 2e Regiment Infanterie.[5][3][2]

Tijdens deze tocht werd het schip rond 22.30 uur aangevallen door een Duitse bommenwerper, waarbij tijdens de vierde aanval de derde geworpen bom in het ruim belandde en ontplofte. De explosie vond plaats in het middenruim, vlak bij de commandobrug. Hierbij kwamen 50 Nederlandse militairen om het leven door de explosie, doordat de dekken instortten en doordat de balen katoen vlam vatten. Ruim 100 raakten gewond en er brak brand uit aan boord. Hierdoor ontstond de nodige paniek waarbij sommige manschappen overboord sprongen. De vier escorterende onderzeebootjagers schoten de Pavon gelijk te hulp. Chasseur 9 was als eerste ter plaatse en ging langszij het schip. Hierbij werd de jager bijna zelf door een Duitse bom geraakt. Het scheepje nam maar liefst 145 Nederlandse militairen aan boord voordat het zich losmaakte. De overige jagers lieten hun sloepen de drenkelingen ophalen uit het water en van het schip. Chasseur 41 nam 17 manschappen aan boord, voornamelijk drenkelingen uit het water. Ook werden drenkelingen aan boord genomen door de te hulp gesnelde Franse torpedobootjagers Cyclone (1925), Mistral (1925) en Siroco (1925). Kapitein Perdrault besloot dat de overige manschappen de beste kans hadden als hij zijn schip liet stranden aan de kust. In de vroege ochtend van 21 mei 1940 liet hij de s.s. Pavon (1930) bij Oye-Plage nabij Gravelines aan de grond lopen. De gewonden werden in eerste instantie aan boord verzorgd door de minstens vijf aan boord aanwezig Nederlandse Militaire artsen, tot ze bij eb van boord konden worden gehaald op de 21e mei. Bij eb lag het schip geheel droog en kon men het redelijk eenvoudig verlaten. De gewonden, volgens tellingen ruim 100 manschappen, werden ondergebracht in ziekenhuizen in Calais en in Duinkerke. De niet gewonde overlevenden werden naar La Coquelle bij Calais gebracht waar ze op 24 mei 1940 door de Duitsers krijgsgevangen werden gemaakt.[5][1][3]

Twee opvarenden kwamen aan boord van een Brits hospitaalschip terecht. Reserve 1e Luitenanten Harmsen en Drok kwamen hierdoor in Engeland terecht. De krijgsgevangenen werden in juni 1940 vrijgelaten en keerden terug naar Nederland. De s.s. Pavon was door het bombardement onherstelbaar beschadigd geraakt en bleef jaren lang op het strand liggen waar het langzaam maar zeker wegroestte. Op het strand van Oye-Plage vinden nog regelmatig herdenkingen plaats.[3]

De slachtoffers

Zoals vermeld kwamen voor zover bekend 50 opvarenden om het leven bij de ramp of overleden later in een ziekenhuis. Hieronder bevonden zich vier officieren, een vaandrig, twee beroeps onderofficieren, zes reserve dan wel dienstplichtige onderofficieren en 37 manschappen. Totaal konden 38 hiervan niet worden geborgen of geïdentificeerd. Zij werden herdacht met een monument op de Militaire Erebegraafplaats de Grebbeberg. 'Slechts' twaalf militairen konden een  graf op naam krijgen. De militairen die omkwamen aan boord van de Pavon kwamen allen op 20 mei 1940 om het leven aangezien de bomaanval en de explosie nog op 20 mei plaatsvonden. Vanwege de hectische situatie zijn veel omgekomen militairen echter met de overlijdensdatum van 21 mei vastgelegd. De gewonden overleden op data later dan 20 mei. Op 1 juni 1940 lieten vier officieren die aanwezig waren bij de ramp, Reserve 1e Luitenant Maximiliaan Eguilius Maria van Iersel, Vaandrig Wilhelmus Coenradus Bordon, Vaandrig Gert Schermers en Vaandrig E.J.M. Haffmans scherpe kritiek op de gang van zaken rond de inscheping horen door middel van een formeel aan de Legerleiding ingediend rapport, waar men later nooit meer iets van heeft vernomen. Hierin spreken zij van 100 dodelijke slachtoffers, een aantal dat later lager uit zou vallen. Dit gaf echter goed de hectische situatie weer waarbij de gebeurtenissen plaatsvonden.[6]

Johan Elisa Cornelis Baaijen
Sergeant-Majoor Instructeur
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Alouisius Bogaart
Dienstplichtig Soldaat 3e Compagnie, 14e Grensbataljon
20 mei 1940
Lambertus Hendricus van Bree
Soldaat
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Andries Brilleman
Dienstplichtig Soldaat
Staf, 3e Compagnie, Aan- en Afvoertroepen
20 mei 1940
Gerrit Broekers
Dienstplichtig Soldaat
Mitrailleurcompagnie, IIIe Bataljon, 30e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Herman Broekers
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Johan Christiaan Buiter
Dienstplichtig Soldaat
2e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Jean Baptist Joseph Maria van Bussel
Soldaat
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Johannes Jacobus Cramers
Dienstplichtig Soldaat
Troependetachement Staf Westfront Vesting Holland
24 mei 1940
Franciscus Damen
Dienstplichtig Soldaat
2e Compagnie, IIIe Bataljon, 27e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Teunis van Duffelen
Dienstplichtig Soldaat
Staf, Ie Compagnie, 27e Regiment Infanterie
27 mei 1940
Petrus Johannes van Eijk
Dienstplichtig Soldaat
3e Compagnie, IIIe Bataljon, 26e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Hendrikus van Elk
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Constantinus Petrus van den Ende
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Joseph Chretien Marie Antonius Faessen
Dienstplichtig Sergeant
Staf, IIe Bataljon, 2e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Antonius Henricus Maria van Gorp
Reserve 2e Luitenant
1e Compagnie, Ie Bataljon, 27e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Jan Baptist Franciscus Grinwis
Soldaat
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Hendrikus Jacobus Nicolaas van der Hagen
Dienstplichtig Sergeant
3e Compagnie, IIIe Bataljon, 26e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Jacobus Johannes Hendricus van Heijster
Dienstplichtig Soldaat
Staf, IIe Bataljon, 2e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Wilhelmus Hendriks
Dienstplichtig Soldaat
Staf, 26e Regiment Infanterie
23 juni 1940
Jan Cornelis Hulsinga
Dienstplichtig Korporaal
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Petrus Johannes Franciscus van Ierland
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
21 mei 1940
Wilhelmus Leonardus Janssen
Soldaat
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Cornelis Jongkind
Dienstplichtig Sergeant
3e Compagnie, IIe Bataljon, 30e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Pieter Klaasse
Dienstplichtig Korporaal
3e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Franke van der Laan
Dienstplichtig Sergeant
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Albertus Leenknegt
Dienstplichtig Soldaat
Autocompagnie, Lichte Divisie
20 mei 1940
Alexander Cornelis van Lith
Reserve Kapitein
V.L.S.K. Luchtwachtdienst Groep 's-Hertogenbosch
20 mei 1940
Jan Lokker
Dienstplichtig Soldaat
2e Compagnie, Grensbataljon Jagers
21 mei 1940
Adrianus Antonius Leonardus Cornelius Mallens
Dienstplichtig Soldaat
3e Compagnie, Grensbataljon Jagers
27 mei 1940
Johannes Marte Mante
Opzichter van Fortificatiën 1e Klasse
Staf, 6e Grensbataljon
20 mei 1940
Franciscus Hubertus Cornelis Moorees
Soldaat
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Wilhelmus Cornelis Oliemeulen
Dienstplichtig Soldaat
3e Compagnie, IIIe Bataljon, 26e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Gerardus Bastiaan Willem Oorschot
Dienstplichtig Soldaat
Staf, IIIe Bataljon, 27e Regiment Infanterie
21 mei 1940
Rudolf van Oorschot
Soldaat
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Anne Pera
Dienstplichtig Soldaat
2e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Cornelis Prins
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Willem Arnoldus Rijniers
Sergeant
Luchtwachtpost Helmond
20 mei 1940
Nicolaas Franciscus Roos
Reserve Vaandrig
3e Compagnie, 3e Grensbataljon
20 mei 1940
Jan Cornelis Schenk
Dienstplichtig Sergeant
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Geert Schippers
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Folgert van der Sluis
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Johannes Franciscus Gerardus van Tuijn
Dienstplichtig Soldaat
Staf, IIe Bataljon, 2e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Petrus Johannes van Veen
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Melis Visser
Reserve 1e Luitenant
Mitrailleurcompagnie, Ie Bataljon, 27e Regiment Infanterie
23 augustus 1940
Jacob van Wingerden
Dienstplichtig Soldaat
3e Compagnie, 3e Grensbataljon
20 mei 1940
Cornelis Wilhelmus de Wit
Dienstplichtig Soldaat
1e Compagnie, Grensbataljon Jagers
20 mei 1940
Laurens van der Woerd
Dienstplichtig Sergeant
3e Compagnie, IIIe Bataljon, 26e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Laurentius Josephus Hubertus Xhaflaire
Dienstplichtig Soldaat
3e Compagnie, IIIe Bataljon, 30e Regiment Infanterie
20 mei 1940
Bastiaan de Zeeuw
Reserve 2e Luitenant
Mitrailleurcompagnie, IIIe Bataljon, 30e Regiment Infanterie
20 mei 1940