Britse Vliegdekschepen van de Colossus-klasse (1943)

Inleiding

Om in relatief korte tijd de Royal Navy te kunnen voorzien van kleinere vliegdekschepen als tussenvorm tussen de lichte escorte vliegdekschepen en de grotere, duurdere vloot vliegdekschepen, werd rond 1942 een ontwerp gelanceerd, het 1942 Design Light Fleet Carrier, ook wel de British Light Fleet Carrier. Van dit ontwerp werden aanvankelijk 16 schepen besteld, maar slechts acht werden afgebouwd volgens het oorspronkelijke ontwerp. De meeste schepen kwamen te laat om enige rol tijdens de Tweede Wereldoorlog te spelen, maar name deel aan de Korea Oorlog en de Suez Crisis. Vier schepen uit deze klasse kwamen uiteindelijk bij ander marines terecht, waaronder Nederland (Hr. Ms. Karel Doorman).

Image 26017
Hr. Ms. Karel Doorman (ex- HMS Venerable) in nog bijna oorspronkelijke uitvoering. Source NIMH 2158_000814

Schepen in deze klasse

 HMS Colossus (15)
 Arromanches (R95)
 1 juni 1942: kiellegging
 30 september 1943: tewaterlating
 16 december 1944: aflevering
 augustus 1946: Arromanches (R95), Franse Marine
 22 januari 1974: uit deinst
 1978: sloop
 HMS Glory (62)
 HMS Glory (R62)
 27 augustus 1942: kiellegging
 27 november 1943: tewaterlating
 2 april 1945: aflevering
 1956: uit dienst
 1961: sloop
 HMS Ocean (68)
 HMS Ocean (R65)
 HMS Ocean (R68)
 8 november 1942: kiellegging
 8 juli 1944: tewaterlating
 8 augustus 1945: aflevering
 1958: uit dienst
 1962: sloop
 HMS Venerable (04)
 HMS Venerable (R63)
 Hr. Ms. Karel Doorman (R81)
 ARA Veinticinco de Mayo (V-2)
 3 december 1942: kiellegging
 30 december 1943: tewaterlating
 17 januari 1945: aflevering
 april 1947: uit dienst
 28 mei 1948: Hr. Ms. Karel Doorman (R81)
 29 april 1968: uit dienst
 12 maart 1969: ARA Veinticinco de Mayo (V-2)
 1996: uit dienst
 2000: sloop
 HMS Vengeance (71)
 HMS Vengeance (R71)
 HMAS Vengeance (R71)
 NAeL Minas Gerais (A11)
 16 november 1942: kiellegging
 23 februari 1944: tewaterlating
 15 januari 1945: aflevering
 13 november 1952: HMAS Vengeance (R71)
 25 oktober 1955: uit dienst
 6 december 1960: NAeL Minas Gerais (A11)
 16 oktober 2001: uit dienst
 2004: sloop
 HMS Ethalion (1941)
 HMS Mars (1942)
 HMS Pioneer (R76)
 2 december 1942: kiellegging
 20 februari 1944: tewaterlating
 8 februari 1945: aflevering
 1954: uit dienst
 september 1954: sloop
 HMS Warrior (31)
 HMS Warrior (R31)
 HMCS Warrior (R31)
 ARA Independencia (V-1)
 12 december 1942: kiellegging
 20 mei 1944: tewaterlating
 2 april 1945: aflevering
 14 maart 1946: HMCS Warrior (R31)
 23 maart 1948: uit dienst
 november 1948: HMS Warrior (R31)
 februari 1958: uit dienst
 8 juli 1959: ARA Independencia (V-1)
 1970: uit dienst
 1971: sloop
 HMS Theseus (64)
 HMS Theseus (R64)
 6 januari 1943: kiellegging
 6 juli 1944: tewaterlating
 9 januari 1946; aflevering
 1960: uit dienst
 1962: sloop
 HMS Triumph (16)
 HMS Triumph (R16)
 HMS Triumph (A108)
 27 januari 1943: kiellegging
 2 november 1944: tewaterlating
 6 mei 1946: aflevering
 1981: uit dienst
 1981: sloop
 HMS Edgar (1943)
 HMS Perseus (51)
 HMS Perseus (R51)
 HMS Perseus (A196)
 HMS Perseus (B346)
 1 januari 1943: kiellegging
 26 maart 1944: tewaterlating
 19 oktober 1945: aflevering
 1958: uit dienst
 mei 1958: sloop

Geschiedenis

De Colossus-klasse vliegdekschepen werd ontworpen onder de noemer 1942 Design Light Fleet Carrier en stond ook wel bekend als British Light Fleet Carrier. Het was een standaard ontwerp tijdens de Tweede Wereldoorlog welke als basis zouden dienen voor diverse klassen lichte vliegdekschepen gebouwd tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk werden zestien vliegdekschepen als Colossus-klasse op stapel gezet, maar alleen de eerste tien kregen uiteindelijk de aanduiding Colossus-klasse. De laatste zes werden afgebouwd volgens een gewijzigd concept als Majestic-klasse (1945). Twee Colossus-klasse vliegdekschepen, HMS Perseus (R51) en HMS Pioneer (R76) werden uiteindelijk afgebouwd als vliegtuigonderhoud schepen. Vier van de Colossus-klasse schepen gingen na de Tweede Wereldoorlog in dienst bij niet Britse marines.[1]

Image 26139
HMS Pioneer, Aircraft Maintenance Ship Source IWM FL 17459

Bij het ontwerp werd rekening gehouden met het verkorten van productietijden. Hierbij werd gekozen voor een constructie van een schip dat tussen de dure vloot vliegdekschepen en de goedkope escorte vliegdekschepen met hun beperkte capaciteit. Het ontwerp moest dusdanig eenvoudig zijn dat civiele scheepswerven konden worden ingezet bij de productie en dat de schepen relatief snel geproduceerd konden worden. Wel moesten de schepen kunnen worden ingezet bij maritieme en amfibische operaties. Het uiteindelijke ontwerp van de schepen werd overgelaten aan de markt en wel Vickers-Armstrong. Op 7 januari werden de ontwerpeisen afgegeven en het ontwerp kwam 23 januari 1942 gereed. Het werd in feite een verkleinde variant van de Illustrious-klasse (1939). Met een vliegdek van 210 meter en algehele lengte van 212 meter en een breedte van 24 meter, kregen de schepen een waterverplaatsing van 13.190 ton standaard en 18.040 ton bij volledige belading. Bij een standaard waterverplaatsing werd de diepgang 5,64 meter en bij volledige belading 7,16 meter. De aandrijving was vergelijkbaar met zoals deze bij kruisers werd toegepast, twee Admiralty drievoudige boilers en een Parsons geschakelde turbine. Aan de schacht leverde dit 40.000 shp, waarbij de twee schroeven de schepen maximaal konden voortstuwen met 25 knopen (46 km/u). De kruissnelheid werd gesteld op 15 knopen (28 km/u). Bij het ontwerp was rekening gehouden met een levensduur van ongeveer drie jaar. In de praktijk zouden de meeste schepen echter decennia lang blijven dienen.[1][2][3]

Bij het ontwerp werd rekening gehouden met het meevoeren van 41 vliegtuigen, uiteindelijk werd dit vastgesteld op 24 Fairey Barracuda torpedobommenwerpers en 24 Supermarine Seafire jachtvliegtuigen of 18 torpedobommenwerpers en 34 jachtvliegtuigen. Na de Tweede Wereldoorlog werden dit Fairey Firefly en de Hawker Sea Fury. Zowel tijdens als na de Tweede Wereldoorlog werden echter ook andere typen toestellen toegepast zoals de Grumman Hellcat. De hangar van de schepen had een formaat van 136 x 16 meter met een hoogte van 5,33 meter. Twee liften verzorgden het transport van de hangar naar het vliegdek. De schepen kregen geen bepantsering en hadden een verdedigende bewapening van 6x4 QF 40 mm luchtafweergeschut en 16x2 20 mm Oerlikon luchtafweergeschut. Al het geschut werd later vervangen door 40 mm Bofors geschut.[4][3]

Image 26138
HMS Glory, Pacific Fleet, augustus 1945 Source IWM A 30392

De productie van de Colossus-klasse werd in februari 1942 goedgekeurd. Zeven scheepswerven werden ingeschakeld voor de bouw van deze klasse. Vanaf eins 1943 werden de eerste schepen te water gelaten en het eerste schip werd in december 1944 operationeel. Slechts vier schepen, HMS Colossus (15), HMS Glory (62), HMS Venerable (04) en HMS Vengeance (71) werden tijdens de Tweede Wereldoorlog operationeel ingezet en wel gezamenlijk bij het 11th Aircraft Carrier Squadron.[1]

Eén schip werd na de oorlog ondergebracht bij de Franse , één bij de Nederlandse, één bij de Australische en één bij de Canadese Marine. Twee van deze schepen kwamen later weer bij de Argentijnse Marine terecht en één bij de Braziliaanse Marine. In 1954 werd ene eerste schip uit deze klasse gesloopt en pas in 2004 de laatste.

Technische gegevens

 Klasse:  Colossus-klasse (1943)
 Aantal in klasse:
 10
 Land:
 Groot-Brittannië, Australië, Frankrijk, Nederland, Argentinië, Brazilië
 Type:
 Vliegdekschip
 Waterverplaatsing:
 18.040 ton (maximaal)
 Lengte:
 211,84 meter
 Breedte:
 34,29 meter
 Diepgang:
 7,16 meter
 Aandrijving:
 2x Parsons geschakelde turbines
 4x Admiralty 3-voudige boilers
 2 schachten
 40.00000 shp ( kW)
 3.196 t brandstof
 Snelheid:
 25 knopen (46,30 km/u)
 Bereik:
 15.371 km bij 20 knopen (37,04 km/u)
 Bewapening:
 6x4 QF 40 mm luchtafweergeschut
 16x2 20 mm Oerlikon luchtafweergeschut
 Bemanning:
 1.300