1 Lisunov Li-2
Inleiding
De Lisunov Li-2 was een in de Sovjet Unie in licentie gebouwde variant van de Douglas DC-3, uitgerust met eveneens in licentie gebouwde motoren. Aanvankelijk werd het toestel als passagiersvliegtuig aangeduid als PS-84 oftewel Passazhirskiy Samolyot 84, later werd de naamgeving Lisunov Li-2 voor de militaire variant gebruikt. Volgens Sovjet opgave zouden 4.937 toestellen zijn gebouwd, maar andere bronnen spreken van ten minste 6.157 toestellen. Een onbekend aantal toestellen werd in vliegwaardige of museumtoestand bewaard. Naar verluid zou de Noord-Koreaanse luchtmacht nog recent met dit type hebben gevlogen.

Geschiedenis
Op 11 april 1936 schafte de Sovjet regering totaal 21 Douglas DC-3 toestellen aan voor operationele diensten bij de luchtvaartmaatschappij Aeroflot. Op 15 juli 1936 werd een licentie overeenkomst toegekend aan de Sovjet Unie. Ontwerper Lisunov verbleef mat ingenieur Vladimir Mikhailovich Myasishchev van november 1936 tot april 1939 bij de Douglas Aircraft Company in de Verenigde Staten met als doel het vertalen van de ontwerptekeningen en documentatie.[1]
Het iteindelijke ontwerp en de bouw werd in de Sovjet Unie toevertrouwd aan de Staats Vliegtuigfabriek 84 (GAZ-84) in Khimki, nabij Moskou. Vanwege deze fabriek werd het toestel aangeduid als Passazhirskiy Samolyot 84 (PS-84). Vanwege specifieke productiemethoden in de Sovjet Unie moesten 1.293 aanpassingen worden gedaan aan het originele ontwerp van Douglas. Door Shvetsov OKB-19 werd in licentie een Wright R-1820 Cyclone 9 motor geproduceerd als Shvetsov ASh-62IR, welke werd aangewend als aandrijving voor het toestel. De inlaat van de motoren werd voorzien van afsluiters om ook bij extreme weersomstandigheden gebruikt te kunnen worden. De spanwijdte van het toestel werd iets korter en de passagiersingang verhuisde naar de rechter zijde, terwijl op de oorspronkelijke plaats van de passagiersdeur een bagagedeur werd gemonteerd. Door omrekening van Amerikaanse maten naar het metrieke stelsel, werd de totale beplating zwaarder dan het origineel. In 1939 kwamen de eerste toestellen de fabriek uit rollen.[1]
Tegen de tijd dat in 1941 het Duitse leger de Sovjet Unie binnen viel, waren in de fabriek 237 PS-84 toestellen gebouwd. Vanwege de Duitse invasie werd de productie verplaatst naar de fabriek GAZ-33 in Tashkent. Ook GAZ-124 in Kazan (10 toestellen) en GAZ-126 in Komsomolsk-on-Amur (353 toestellen) kregen bouwopdrachten.
De militaire versie van het toestel kwam in productie als Lisunov Li-2. Een aantal versies werd ingericht als bommenwerper. Als defensieve bewapening werd de Li-2 uitgerust met een rugkoepel met een 7,62 mm ShKAS machinegeweer, welke in een later stadium werd vervangen door een 12,7 mm UBT machinegeweer. Achter in het toestel, ter hoogte van de bagagedeur, werden aan beide kanten een 7,62 ShKAS machinegeweer aangebracht.
Het toestel werd tot ver na de oorlog ingezet in de Sovjet-Unie en diverse Warschaupact landen. Ook verscheidene Oost-Europese luchtvaartmaatschappijen maakten gebruik van civiele versies. Eén toestel werd in Hongarije in vliegwaardige toestand bewaard. Een onbekend aantal toestellen kan in diverse musea worden bewonderd. Naar verluid zou de Noord Koreaanse luchmacht nog steeds gebruik maken van dit type.