2 Britse Torpedobootjagers
Inleiding
Groot-Brittannië was voorloper in de ontwikkeling van de Torpedoboot. Ook in de ontwikkeling van de bestrijding van de Torpedoboot door de Torpedobootjager (Torpedo Boat Destroyer), liep Groot-Brittannië voorop in de ontwikkeling. In 1913 stapten de Britten over van naamgeving voor klassen op een letter codering voor klassen. Hieronder wordt de ontwikkeling van de Britse torpedobootjager door de geschiedenis heen geschetst.

Ontwikkeling
Met de bouw en in gebruik name van de Torpedoboot HMS Lightning (1876) in 1876, introduceerde de Royal Navy een nieuwe type schip, geheel ontworpen voor het lanceren van een zelf aangedreven torpedo. Het succes van dit type schip zorgde voor de ontwikkeling van jagers die op de torpedoboot konden jagen en hiermee de vloot konden beschermen. Deze schepen dienden derhalve een hoge snelheid te kunnen ontwikkelen en voldoende zwaar bewapend te zijn om de torpedoboot te kunnen overmeesteren. Ook bij de ontwikkeling van de Torpedobootjager, of zoals de Britten dit type noemden, Torpedo Boat Destroyer (TBD), liep de Royal Navy voorop.[1]
Aanvankelijk werd hiervoor een groter type torpedoboot, HMS Swift in 1885 hiervoor in gebruik genomen. De Japanse Keizerlijke Marine volgde al snel met eveneens een grotere torpedoboot, de Kotaka. Het eerste echte ontwerp voor een jager kwam echter van de Duitse Keizerlijke Marine die in 1886 de torpedojäger" Greif (1886) in dienst nam. De Britse Royal Navy volgde al snel met het ontwerp voor een Torpedo Gunboat. Al deze typen bleken echter te langzaam om daadwerkelijk een goede afweer tegen de zich ook steeds verder ontwikkelende torpedoboot te kunnen leveren.[2][3]
26 knopers
De Royal Navy ontwikkelde hierop een specifiek ontwerp voor een snelle Torpedo Boat Destroyer. Deze schepen, welke een snelheid van 26 knopen konden bereiken, werden ingedeeld in de Daring-klasse, Havock-klasse en Ferret-klasse. Al deze schepen waren volgens het zogenaamde 'turtleback' principe met een halfrond voordek. De 26 knopers werden in 1912 uit de vaart genomen en werden hierdoor niet meer meegenomen in de nieuwe classificatie die daarop volgde, waarbij de torpedobootjagers werden gerangschikt in klassen die werden voorgesteld door een letter van het alfabet. Alle 26 Knopers voldeden aan hetgeen waarvoor ze waren besteld, hun operationele mogelijkheden werden echter nooit in enig conflict uitgetest.[4]
De Daring-klasse werd ontworpen als direct antwoord op de ontwikkeling van de torpedo en de torpedoboot die een dreiging vormden voor de vloot. Met name tijdens de Chileense burgeroorlog was gebleken welk een vernietigende uitwerking aanvallen van torpedoboten op een vloot konden hebben. Omdat bestaande schepen onvoldoende snelheid en slagkracht konden opbrengen om de torpedoboten de bestrijden, gaf in 1892 de Britse Third Sea Lord, Rear Admiral Jackie Fisher, opdracht tot het ontwikkelen van een nieuw type marineschip dat deze dreiging wel het hoofd kon bieden. Zes ontwerpen, in drie verschillende klassen werden goedgekeurd en besteld, de eerste daarvan was de Daring-klasse van Thornycroft. Met een standaard waterverplaatsing van 260 ton, konden de 56 meter lange schepen een snelheid van 27 knopen (50 km/u) bereiken. De schepen waren bewapend met een kanon van 7,62 cm en drie stuks 5,7 cm geschut. In de boeg was een vaste 457 mm torpedolanceerbuis aangebracht en achter de twee schoorstenen nog eens twee op een draaibaar plateau.[5]
Daring-klasse (1893) |
||
![]() |
||
HMS Daring (1893) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Southampton |
|
HMS Decoy (1894) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Southampton |
De Havock-klasse was later besteld dan de Daring-klasse, maar werd eerder geleverd door haar fabrikant, Yarrow & Company uit London. Ondanks dat de schepen van eenzelfde ontwerp waren, hadden beide schepen in deze klasse een afwijkende voortstuwingsinstallatie. HMS Havock ontving boilers die hetzelfde waren als die van stoomlocomotieven uit die tijd en HMS Hornet kreeg boilers met acht waterpijpen. Hierdoor stonden de schoorstenen van de eerste dichter bij elkaar dan die van de tweede. De bewapening was gelijk aan die van de Daring-klasse. Tijdens de proefvaart met HMS Havock bleek de boegbuis onbruikbaar. Het schip was zo snel dat het haar eigen torpedo dreigde inhaalde. Hierdoor werd besloten de boegbuis bij alle typen later te verwijderen. De schepen hadden een standaard waterverplaatsing van 244 ton en een lengte van eveneens 56 meter.[6]
Havock-klasse (1893) |
||
![]() |
||
HMS Havock (1893) |
Yarrow & Company, Cubitt
Town, London |
|
HMS Hornet (1893) |
Yarrow & Company, Cubitt
Town, London |
De Ferret-klasse schepen hadden eenzelfde bewapening als de andere 26 Knopers, maar waren van gebouwd en ontworpen door Cammell Laird. Met een lengte van 61 meter en een waterverplaatsing van 280 ton waren ze iets groter dan de andere 26 Knopers.[7]
Ferret-klasse (1893-1894) |
||
![]() |
||
HMS Ferret (1893) |
Laird, Son & Company,
Sheffield |
|
HMS Lynx (1894) |
Laird, Son & Company,
Sheffield |
A-klasse (1913) of 27 knopers
In navolging van de 26 Knopers werd een serie Torpedo Boat Destroyers ontwikkeld die een snelheid van 27 knopen konden behalen. Aanvankelijk weden zes schepen besteld, maar dit groeide uiteindelijk uit tot een serie van 36 schepen. Op basis van kleine verschillen door de eigen aanpassingen bij diverse scheepswerven ontstonden veertien te onderscheiden klassen. Al deze schepen waren eveneens gebouwd met het 'Turtleback' principe. Vanaf 1913 werden alle nog in dienst zijnde van deze schepen geclassificeerd als A-klasse.[8]
De Ardent-klasse (1895) schepen werden door de Admiralty op 12 oktober 1893 besteld. De schepen waren afgeleid van de eerdere Daring-klasse, maar werden groter en sneller. De traditionele torpedolanceerbuis aan de boeg werd weggelaten. Qua bewapening kregen de schepen een 76 mm geschut op het voorschip en vijf stuks 57 mm geschut op het achterschip, aangevuld met twee 450 mm torpedolanceerbuizen. Slechts één schip, HMS Boxer (D16) nam deel aan de Eerste Wereldoorlog, waarbij het schip door een aanvaring verloren ging.[9]
Ardent-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Ardent (1894) |
John I Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Boxer (H4C) HMS Boxer (D16) |
John I Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Bruizer (1895) |
John I Thornycroft &
Company, Chiswick |
De Charge-klasse torpedobootjagers deden dienst van 1896 tot 1911 en werden gebouwd door Yarrow Shipbuilders. Ook bij deze klasse werd de torpedolanceerbuis in de boeg weggelaten.[10]
Charger-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Charger (1894) |
Yarrow Shipbuilders, Cubitt Town |
|
HMS Dasher (1894) |
Yarrow Shipbuilders, Cubitt Town |
|
HMS Hasty (1894) |
Yarrow Shipbuilders, Cubitt Town |
Binnen hetzelfde programma werden door William Doxford & Sons, twee schepen in de Hardy-klasse gebouwd. Hoewel op details afwijkend, waren ze vergelijkbaar met de andere 27 knopers. De schepen deden dienst tussen 1895 en 1912.[11][12]
Hardy-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Hardy (1895) |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
|
HMS Haughty (1895) |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
Ook de Janus-klasse maakte deel uit van de grote bestelling in de jaren 1890, maar werden gebouwd door Palmers Shipbuilding & Iron Company. De schepen deden dienst tot na de Eerste Wereldoorlog, waarbij één schip tijdens de Eerste Wereldoorlog door oorlogshandelingen verloren ging.[11][12]
Janus-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Janus (1895) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Lightning (1895) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Porcupine (1895) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
Een volgende groep van twee schepen uit de 27 knopers groep werden door Earle's Shipbilding gebouwd en deden dienst tussen 1895 en 1912.[11][12]
Salmon-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Salmon (1895) |
Earle's Shipbuilding, Hull |
|
HMS Snapper (1895) |
Earle's Shipbuilding, Hull |
Laird in Birkenhead ontving opdracht voor de bouw van drie schepen in de 27 knopers groep. Ook deze schepen deden dienst tot ze in 1912 werden afgevoerd.[11][12]
Banshee-klasse (1894) |
||
![]() |
||
HMS Banshee (1894) |
Laird, Son and Co., Birkenhead |
|
HMS Contest (1894) |
Laird, Son and Co., Birkenhead |
|
HMS Dragon (1894) |
Laird, Son and Co., Birkenhead |
Fervent-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Fervent (1895) |
Hanna, Donald & Wilson,
Paisley |
|
HMS Zephyr (1895) |
Hanna, Donald & Wilson,
Paisley |
Conflict-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Conflict (1895) |
J. Samuel White, East Cowes,
Isle of Wight |
|
HMS Teazer (1895) |
J. Samuel White, East Cowes,
Isle of Wight |
|
HMS Wizard (1895) |
J. Samuel White, East Cowes,
Isle of Wight |
Handy-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Handy (1895) |
Fairfields, Govan |
|
HMS Hart (1895) |
Fairfields, Govan |
|
HMS Hunter (1895) |
Fairfields, Govan |
Sunfish-klasse (1894-1896) |
||
![]() |
||
HMS Sunfish (1895) |
Hawthorn Leslie, Hebburn |
|
HMS Opossum (1895) |
Hawthorn Leslie, Hebburn |
|
HMS Ranger (1895) |
Hawthorn Leslie, Hebburn |
Rocket-klasse (1894-1895) |
||
![]() |
||
HMS Rocket (1894) |
J & G Thomson, Clydebank |
|
HMS Shark (1894) |
J & G Thomson, Clydebank |
|
HMS Surly (1894) |
J & G Thomson, Clydebank |
Sturgeon-klasse (1894-1895) |
||
Helaas hebben we van de Sturgeon-klasse nog geen duidelijke foto |
||
HMS Sturgeon (1894) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow-in-Furness |
|
HMS Starfish (1895) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow-in-Furness |
|
HMS Skate (1895) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow-in-Furness |
Swordfish-klasse (1894-1895) |
||
![]() |
||
HMS Swordfish (1895) |
Armstrong Whitworth, Elswick,
Tyne and Wear |
|
HMS Spitfire (1895) |
Armstrong Whitworth, Elswick,
Tyne and Wear |
Zebra-klasse (1895) |
||
![]() |
||
HMS Zebra (1895) |
Thames Iron Works, Bow Creek |
B-klasse (I) of 30 knopers
Eind jaren 1890 werd een nieuwe generatie torpedobootjagers ontworpen bedoeld voor een snelheid van 30 knopen uitgevoerd met vier schoorstenen. Verdeeld over tien te onderscheiden klassen, werden uiteindelijk 24 schepen gebouwd. Zoals de voorgangers werden ook deze schepen volgens het 'Turtleback' concept gebouwd. Bij de wijziging van de klasse indeling in 1913, werden de nog in dienst zijnde schepen heringedeeld in de B-klasse.

Quail-klasse (1895) |
||
HMS Quail (1895) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Sparrowhawk (1895) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Thrasher (1895) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Virago (1895) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
Earnest-klasse (1896-1898) |
||
HMS Earnest (1896) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Griffon (1896) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Locust (1896) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Panther (1897) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Seal (1897) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Wolf (1897) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
Express-klasse (1896) |
||
HMS Express (1896) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
Orwell-klasse (1898) |
||
HMS Orwell (1898) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
Lively-klasse (1900) |
||
HMS Lively (1900) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
|
HMS Sprightly (1900) |
Laird, Son & Co., Birkenhead |
Success-klasse (1901) |
||
HMS Success (1901) |
William Doxford & Sons,
Pallion, Sunderland |
Spiteful-klasse (1899) |
||
HMS Spiteful (1899) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company Limited, Jarrow |
|
HMS Peterel (1899) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company Limited, Jarrow |
Myrmidon-klasse (1900) |
||
HMS Myrmidon (1900) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company Limited, Jarrow |
|
HMS Syren (1900) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company Limited, Jarrow |
Kangaroo-klasse (1900) |
||
HMS Kangaroo (1900) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company Limited, Jarrow |
Arab-klasse (1901) |
||
HMS Arab (1901) |
John Brown & Company,
Clydebank |
Cobra-klasse (1899) |
||
HMS Cobra (1899) |
Armstrong Whitworth, Newcastle
upon Tyne |
Albacore-klasse (1907) |
||
HMS Albacore (1909) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Bonetta (1907) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
C-klasse (I) of 30 knopers
Eind jaren 1890 werd een nieuwe generatie torpedobootjagers ontworpen bedoeld voor een snelheid van 30 knopen uitgevoerd met drie schoorstenen. Verdeeld over tien te onderscheiden klassen, werden uiteindelijk 40 schepen gebouwd. Zoals de voorgangers werden ook deze schepen volgens het 'Turtleback' concept gebouwd. Bij de wijziging van de klasse indeling in 1913, werden de nog in dienst zijnde schepen heringedeeld in de C-klasse.

Star-klasse (1896) |
||
HMS Star (1896) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Whiting (1896) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Bat (1896) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Chamois (1896) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Crane (1896) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Flying Fish (1897) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Fawn (1897) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Flirt (1897) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
Bullfinch-klasse (1898) |
||
HMS Bullfinch (1898) |
Earl's Shipbuilding and
Engineering Company Limited, Hull, Yorkshire |
|
HMS Dove (1898) |
Earl's Shipbuilding and
Engineering Company Limited, Hull, Yorkshire |
Violet-klasse (1897) |
||
HMS Violet (1897) |
William Doxford and Sons
Pallion, Sunderland |
|
HMS Sylvia (1897) |
William Doxford and Sons
Pallion, Sunderland |
|
HMS Lee (1899) |
William Doxford and Sons
Pallion, Sunderland |
Avon-klasse (1896-1900) |
||
HMS Avon (1896) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow in Furness |
|
HMS Bittern (1897) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow in Furness |
|
HMS Otter (1896) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow in Furness |
|
HMS Leopard (1897) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow in Furness |
|
HMS Vixen (1900) |
Naval Construction and Armament
Company, Barrow in Furness |
Brazen-klasse (1896-1898) |
||
HMS Brazen (1896) |
J & G Thompson, Clydebank |
|
HMS Electra (1896) |
J & G Thompson, Clydebank |
|
HMS Recruit (1896) |
J & G Thompson, Clydebank |
|
HMS Leopard (1897) |
J & G Thompson, Clydebank |
|
HMS Vulture (1898) |
J & G Thompson, Clydebank |
|
HMS Kestrel (1898) |
J & G Thompson, Clydebank |
Mermaid-klasse (1897-1901) |
||
HMS Cheerful (1897) |
R.W. Hawthorn Leslie & Co.,
Hebburn-on-Tyne |
|
HMS Mermaid (1898) |
R.W. Hawthorn Leslie & Co.,
Hebburn-on-Tyne |
|
HMS Greyhound (1900) |
R.W. Hawthorn Leslie & Co.,
Hebburn-on-Tyne |
|
HMS Racehorse (1900) |
R.W. Hawthorn Leslie & Co.,
Hebburn-on-Tyne |
|
HMS Roebuck (1901) |
R.W. Hawthorn Leslie & Co.,
Hebburn-on-Tyne |
Gipsy-klasse (1897-1900) |
||
HMS Gipsy (1897) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan, Scotland |
|
HMS Fairy (1897) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan, Scotland |
|
HMS Osprey (1897) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan, Scotland |
|
HMS Leven (1898) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan, Scotland |
|
HMS Falcon (1899) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan, Scotland |
|
HMS Ostrich (1900) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan, Scotland |
Thorn-klasse (1900) |
||
HMS Thorn (1900) |
John Brown and Company, Clydebank |
|
HMS Tiger (1900) |
John Brown and Company, Clydebank |
|
HMS Vigilant (1900) |
John Brown and Company, Clydebank |
Albatross-klasse (1889) |
||
HMS Albatross (1898) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
Viper-klasse (1889) |
||
HMS Viper (1899) |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Thyneside |
|
HMS Velox (1902) ex-HMS Python |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Thyneside |
D-klasse (I) of 30 knopers
Eind jaren 1890 werd een nieuwe generatie torpedobootjagers ontworpen bedoeld voor een snelheid van 30 knopen uitgevoerd met twee schoorstenen. Bij John I. Thornycroft & Company in Chiswick werden deze schepen in vier groepen gebouwd. Bij de wijziging van de klasse indeling in 1913, werden de nog in dienst zijnde schepen heringedeeld in de D-klasse. Ook deze schepen waren van het 'Turtleback' ontwerp.

First group (1894-1895 programma) |
||
HMS Desperate (1896) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Fame (1896) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Foam (1896) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Mallard (1896) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
Second group (1895-1896
programma) |
||
HMS Angler (1897) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Ariel (1897) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
Third group (1896-1897 programma) |
||
HMS Coquette (1897) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Cygnet (1898) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
|
HMS Cynthia (1898) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
Fourth group (1897-1898
programma) |
||
HMS Stag (1899) |
John I. Thornycroft &
Company, Chiswick |
In beslag genomen Chinese TBD
Tijdens de Boxer-Opstand in China, werden door de "Geallieerden" Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Rusland vier in beslaggenomen Chinese torpedobootjagers onderling verdeeld. De Royal Navy ontving een in 1900 bij Schichau in Elbing gebouwd exemplaar dat onder de naam HMS Taku in dienst werd genomen.

Tot en met de Eerste Wereldoorlog
De eeuwwisseling bracht tevens een wisseling in ontwerpgeschiedenis voor de torpedobootjagers bij de Royal Navy met zich mee. Er werd afgestapt van het traditionele 'Turtleback' ontwerp. Dit was gedaan op verzoek van John de Robeck, de Senior Naval Officer van de Meditterranean Fleet. Belangrijke eisen waren een groter bereik en betere zeewaardigheid. Hierdoor ontstond een ontwerp met een verhoogde voorplecht welke decennia daarna de basis zou worden voor nagenoeg alle westerse torpedobootjagers

E-klasse (I) of River-klasse (I)
De eerste groep schepen volgens het nieuwe ontwerp werd de River-klasse, een groep van 34 schepen verdeeld over zes groepen verdeeld op basis van de scheepswerf die de schepen bouwden. Bij de classificering in 1913 werden de schepen herschikt tot E-klasse (I)
River-klasse (1903-1905) |
||
Hawthorn Leslie type: |
HMS Derwent (1903) |
Hawthorn Leslie, Hebburn,
Newcastle upon Tyne |
HMS Eden (1903) |
Hawthorn Leslie, Hebburn,
Newcastle upon Tyne |
|
HMS Waveney (1903) |
Hawthorn Leslie, Hebburn,
Newcastle upon Tyne |
|
HMS Boyne (1904) |
Hawthorn Leslie, Hebburn,
Newcastle upon Tyne |
|
HMS Doon (1904) |
Hawthorn Leslie, Hebburn,
Newcastle upon Tyne |
|
HMS Kale (1904) |
Hawthorn Leslie, Hebburn,
Newcastle upon Tyne |
|
Palmer type: |
HMS Erne (1903) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
HMS Ettrick (1903) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Exe (1903) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Cherwell (1903) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Dee (1903) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Rother (1904) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Swale (1905) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Ure (1904) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Wear (1905) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
|
Yarrow tye: |
HMS Ribble (1904) |
Yarrow Shipbuilders, Poplar,
London |
HMS Teviot (1903) |
Yarrow Shipbuilders, Poplar,
London |
|
HMS Usk (1903) |
Yarrow Shipbuilders, Poplar,
London |
|
HMS Welland (1904) |
Yarrow Shipbuilders, Poplar,
London |
|
HMS Gala (1904) |
Yarrow Shipbuilders, Poplar,
London |
|
HMS Garry (1905) |
Yarrow Shipbuilders, Poplar,
London |
|
Laird type: |
HMS Foyle (1903) |
Laird Brothers, Birkenhead |
HMS Itchen (1903) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Arun (1903) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Blackwater (1903) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Liffey (1904) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Moy (1904) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Ouse (1904) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Stour (1905) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
HMS Test (1905) |
Laird Brothers, Birkenhead |
|
Thornycroft type: |
HMS Kennet (1903) |
J I Thornycroft, Chiswick |
HMS Jed (1904) |
J I Thornycroft, Chiswick |
|
HMS Chelmer (1904) |
J I Thornycroft, Chiswick |
|
HMS Colne (1905) |
J I Thornycroft, Chiswick |
|
White type |
HMS Ness (1905) |
J. Samuel White, Cowes |
HMS Nith (1905) |
J. Samuel White, Cowes |
F-klasse (I) of Tribal-klasse (I)
Tussen 1905 en 1908 werd de eerste Tribal-klasse gebouwd. De 12 schepen waren op basis van hun inrichting te verdelen in vier groepen. Bij de classificering van 1913 werden de schepen ingedeeld in de F-klasse (I).
Tribal-klasse (1905) |
||
![]() |
||
Admiralty 1905-1906 programma: |
HMS Afridi (1907) |
Armstrong Whitworth, Elswick |
HMS Cossack (1907) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Ghurka (1907) |
Hawthorn Leslie and Company,
Newcastle upon Tyne |
|
HMS Mohawk (1907) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
HMS Tartar (1907) |
J I Thornycroft, Chiswick |
|
Admiralty 1906-1907 programma: |
HMS Amazon (1908) |
J I Thornycroft, Woolston |
HMS Saracen (1908) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
Admiralty 1907-1908 programma: |
HMS Crusader (1909) |
J. Samuel White, East Cowes |
HMS Maori (1909) |
William Denny and Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Nubian (1909) |
J I Thornycroft, Woolston |
|
HMS Viking (1909) |
Palmers, Jarrow |
|
HMS Zulu (1909) |
Hawthorn Leslie and Company,
Newcastle upon Tyne |
|
Zulu/Nubian samenvoeging: |
HMS Zubian (1917) |
Chatham Royal Dockyard |
G-klasse (I) of Beagle-klasse
De Beagle-klasse was een klasse van zestien torpedobootjagers uit eind jaren 1900, begin jaren 1910. In 1913 werd deze klasse geclassificeerd als G-Klasse (I).
Beagle-klasse (1909) |
||
HMS Beagle (1909) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Bulldog (1909) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Foxhound (1909) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Pincher (1910) |
William Denny and Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Grasshopper (1909) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Mosquito (1910) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Scorpion (1910) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Scourge (1910) |
R. W. Hawthorn Leslie &
Company, Hebburn |
|
HMS Racoon (1910) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Renard (1909) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Wolverine (1910) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Rattlesnake (1910) |
Harland & Wolff, Glasgow |
|
HMS Nautilus (1910) HMS Grampus (1913) |
Thames Ironworks and
Shipbuilding Company, Bow Creek |
|
HMS Savage (1910) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Basilisk (1910) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Harpy (1909) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
H-klasse (I) of Acorn-klasse
De 20 schepen uit de Acorn-klasse werden volgens hetzelfde bouwprogramma gebouwd als de Beagle-klasse. Vanaf 1913 werd de klasse geclassificeerd als H-klasse (I).
Acorn-klasse (1909) |
||
HMS Acorn (1910) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Alarm (1910) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Brisk (1910) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Cameleon (1910) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Comet (1910) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Fury (1911) |
A. & J. Inglis, Pointhouse,
Glasgow |
|
HMS Goldfinch (1910) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Hope (1910) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Larne (1910) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Lyra (1910) |
John I. Thornycroft & Company, Woolston | |
HMS Martin (1910) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Minstrel (1911) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Nemesis (1910) |
R. W. Hawthorn Leslie &
Company, Hebburn |
|
HMS Nereide (1910) |
R. W. Hawthorn Leslie &
Company, Hebburn |
|
HMS Nymphe (1911) |
R. W. Hawthorn Leslie &
Company, Hebburn |
|
HMS Redpole (1910) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Rifleman (1910) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Ruby (1910) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Sheldrake (1911) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Staunch (1910) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
I-klasse (I) of Acheron-klasse
Acheron-klasse (1911) |
||
Builders' I-klasse |
HMS Acheron (H00) HMS Acheron (H02) HMS Acheron (H05) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
HMS Archer (H10) HMS Archer (H29) HMS Archer (H06) |
Yarrow & Company, Scotstoun,
Glasgow |
|
HMS Ariel (H11) HMS Ariel (H37) HMS Ariel (H07) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Attack (1911) |
Yarrow & Company, Scotstoun,
Glasgow |
|
HMS Badger (1911) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Beaver (1911) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
Admiralty I-klasse |
HMS Defender (1911) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
HMS Druid (1911) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Ferret (1911) |
J. Samuel White & Company, Cowes | |
HMS Forester (1911) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Goshawk (1911) |
William Beardmore & Company,
Dalmuir |
|
HMS Hind (1911) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Hornet (1911) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Hydra (1912) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Jackal (1911) |
R. W. Hawthorn Leslie &
Company, Hebburn |
|
HMS Lapwing (1911) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Lizard (1911) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Phoenix (1911) |
Vickers, Barrow-in-Furness |
|
HMS Sandfly (1911) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Tigress (1911) |
R. W. Hawthorn Leslie &
Company, Hebburn |
|
Yarrow Specials / Special
I-klasse |
HMS Firedrake (1912) |
Yarrow & Company, Scotstoun,
Glasgow |
HMS Lurcher (1912) |
Yarrow & Company, Scotstoun,
Glasgow |
|
HMS Oak (1912) |
Yarrow & Company, Scotstoun,
Glasgow |
Swift-klasse of Grote 36 knoper
<div class="row">tabelL-klasse (I) of Laforey-klasse
<div class="row">tabelArno-klasse
<div class="row">tabelM-klasse (I)
<div class="row">tabelTalisman-klasse
<div class="row">tabelMedea-klasse
<div class="row">tabelFaulknor-klasse
<div class="row">tabelMarksman-klasse
<div class="row">tabelParker-klasse
<div class="row">tabelR-klasse (1916)
In de jaren 1916 - 1917 werden 62 torpedobootjagers met drie schoorstenen gelanceerd als verbeterde versie van de Admiralty M-klasse torpedobootjagers. Deze R-klasse torpedobootjagers waren vooral efficiënter in hun gebruik van brandstof. In vier groepen, waarvan de Admiralty R-klasse de grootste was, waren de schepen te onderscheiden door fabrikant typische verschillen. Een aantal schepen werden door aanpassingen vanuit de fabrikant uitgevoerd met twee schoorstenen. De schepen waren standaard bewapend met drie stuks 101 mm hoofdgeschut, een 40 mm pom-pom luchtafweergeschut en 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen. Alle schepen deden volop dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog en de meesten werden in de jaren 1920 en 1930 uit dienst genomen. Slechts één schip, HMS Skate (H39), deed nog dienst tijdens de gehele Tweede Wereldoorlog.[13][14]
In 1915 werden twee prototypen gebouwd volgens het Admiralty concept, gevolgd door zeventien Admiralty , vier Yarrow en drie Thornycroft schepen. Eind 1915 volgde een vervolgbestelling voor acht Admiralty en twee Thornycroft torpedobootjagers. Begin 1916 volgde een bestelling van 23 Admiralty en drie Yarrow schepen. Tot slot werden in 1916 elf schepen besteld van een iets groter formaat. Deze werden aangeduid als Admiralty gemoderniseerde R-klasse.[14]
Het grootste aantal R-klasse (1916) schepen, vijftig stuks werd gebouwd als Admiralty schepen. De schepen werden besteld in vier groepen volgens het 5th War Programme, het 6th War Programme, het 7th War Programme en het 8th War Programme.
Admiralty R-klasse (1916) |
||
![]() |
||
5th War Programme
prototypes |
||
HMS Radstock (G79) HMS Radstock (G76) HMS Radstock (G81) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend on Tyne |
|
HMS Raider (G81) HMS Raider (G86) HMS Raider (G82) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend on Tyne |
|
6th War Programme |
||
HMS Romola (G83) HMS Romola (G18) HMS Romola (G15) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Rowena (G81) HMS Rowena (G90) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Restless (G88) HMS Restless (G85) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Rigorous (G90) HMS Rigorous (G86) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
![]() |
HMS Rocket (G82) HMS Rocket (G88) |
William Denny and Brothers,
Dumbarton |
HMS Rob Roy (G92) HMS Rob Roy (G87) |
William Denny and Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Redgauntlet (F51) HMS Redgauntlet (F58) HMS Redgauntlet (FA4) HMS Redgauntlet (F97) |
William Denny and Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Redoubt (F56) HMS Redoubt (F57) |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
|
HMS Recruit (F63) |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
|
HMS Sable (G91) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Setter (G98) HMS Setter (F55) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Salmon (G94) HMS Salmon (G93) |
Harland and Wolff, Govan |
|
HMS Sylph (F54) HMS Sylph (F68) |
Harland and Wolff, Govan |
|
HMS Sarpedon (G19) HMS Sarpedon (G21) HMS Sarpedon (G14) |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Hebburn on Tyne |
|
HMS Sorceress (G93) HMS Sorceress (G94) |
Swan Hunter and Wigham
Richardson, Wallsend on Tyne |
|
HMS Sturgeon (F49) HMS Sturgeon (G17) HMS Sturgeon (F47) |
Alexander Stephen and Sons,
Linthouse, Govan |
|
HMS Sceptre (F79) HMS Sceptre (F60) |
Alexander Stephen and Sons,
Linthouse, Govan |
|
7th War Programme |
||
HMS Satyr (F51) HMS Satyr (F59) HMS Satyr (G52) HMS Satyr (H78) |
William Beardmore and Company,
Dalmuir |
|
HMS Sharpshooter (F48) HMS Sharpshooter (F61) |
William Beardmore and Company,
Dalmuir |
|
HMS Simoom (F57) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Skate (F62) HMS Skate (G05) HMS Skate (F46) HMS Skate (D16) HMS Skate (D35) HMS Skate (D39) HMS Skate (H39) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Skilful (F78) HMS Skilful (F62) |
Harland and Wolff, Govan |
|
HMS Springbok (F65) HMS Springbok (F63) |
Harland and Wolff, Govan |
|
HMS Starfish (F60) HMS Starfish (G64) HMS Starfish (H70) |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Hebburn on Tyne |
|
HMS Stork (F66) HMS Stork (F65) |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Hebburn on Tyne |
|
8th War Programme |
||
HMS Tancred (F85) HMS Tancred (G08) HMS Tancred (G07) |
William Beardmore and Company,
Dalmuir |
|
HMS Tarpon (F72) HMS Tarpon (F22) HMS Tarpon (H97) HMS Tarpon (F79) HMS Tarpon (F65) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
![]() |
HMS Telemachus (F86) HMS Telemachus (F23) HMS Telemachus (H98) HMS Telemachus (F81) HMS Telemachus (F66) |
John Brown & Company,
Clydebank |
HMS Tempest (F76) HMS Tempest (F72) HMS Tempest (H71) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Tenacious (F96) HMS Tenacious (G02) |
Harland and Wolff, Govan |
|
HMS Tetrarch (F87) HMS Tetrarch (F74) |
Harland and Wolff, Govan |
|
HMS Thisbe (F82) HMS Thisbe (F75) |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Hebburn on Tyne |
|
HMS Thruster (F74) HMS Thruster (F76) HMS Thruster (H73) |
R. & W. Hawthorn, Leslie and
Company, Hebburn on Tyne |
|
HMS Tormentor (F68) HMS Tormentor (G06) HMS Tormentor (G11) |
Alexander Stephen and Sons,
Linthouse, Govan |
|
HMS Tornado (F97) HMS Tornado (F78) |
Alexander Stephen and Sons,
Linthouse, Govan |
|
HMS Torrent (F67) HMS Torrent (F79) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend on Tyne |
|
HMS Torrid (F75) HMS Torrid (F80) HMS Torrid (H81) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend on Tyne |
Binnen het 6th en 7th War Programme werden respectievelijk drie en twee schepen besteld bij John I. Thornycroft & Company te Woolston. Deze fabrikant maakte enkele kleine wijzigingen in het ontwerp waardoor de Thornycroft R-klasse ontstond.
Thornycroft R-klasse (1916) |
||
![]() |
||
HMS Rosalind (G95) HMS Rosalind (G89) HMS Rosalind (D87) HMS Rosalind (H77) HMS Rosalind (G64) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Radiant (F59) HMS Radiant (F56) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Retriever (F64) HMS Retriever (F58) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Taurus (F71) HMS Taurus (F70) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Teazer (F93) HMS Teazer (F71) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
Ook de firma Yarrow Shipbuilders uit Glasgow on Clyde, kreeg de opdracht tot bouw van een aantal F-klasse (I) schepen. Ook deze firma paste het ontwerp enigszins aan. Als Yarrow-R-klasse werden vier schepen bij het 6th War Programme besteld en drie bij het 8th War Programme. Deze schepen hadden twee schoorstenen.
Yarrow R-klasse (1916) |
||
![]() |
||
HMS Sabrina (G79) HMS Sabrina (G92) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
|
HMS Strongbow (G44) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
|
HMS Surprise (F69) HMS Surprise (F66) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
|
HMS Sybille (F77) HMS Sybille (F67) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
|
HMS Truculent (F70) HMS Truculent (F82) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
|
HMS Tyrant (F90) HMS Tyrant (G07) HMS Tyrant (G06) HMS Tyrant (G49) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
|
HMS Ulleswater (F83) |
Yarrow Shipbuilders, Glasgow on
Clyde |
De laatste elf schepen uit de R-klasse werden aangepast geleverd. De schepen waren iets groter en hadden twee schoorstenen. Ze werden aangeduid als Admiralty Gemoderniseerde R-klasse.
Admiralty gemoderniseerde
R-klasse (1916) |
||
![]() |
||
HMS Trenchant (G96) HMS Trenchant (G78) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Tristram (F89) HMS Tristram (F25) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Tirade (F81) HMS Tirade (G80) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Tower (F98) HMS Tower (F24) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend on Tyne |
|
HMS Ulster (F91) HMS Ulster (F17) |
William Beardmore and Company,
Dalmuir |
|
HMS Ulysses (F80) HMS Ulysses (F96) HMS Ulysses (G77) |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
|
HMS Umpire (F94) HMS Umpire (F26) HMS Umpire (H10) |
William Doxford & Sons,
Sunderland |
|
HMS Undine (G97) HMS Undine (G79) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Urchin (F99) HMS Urchin (F04) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Yarrow |
|
HMS Ursa (F10) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Yarrow |
|
HMS Ursula (F88) HMS Ursula (F84) HMS Ursula (F01) HMS Ursula (F95) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
V-klasse (1917)
Een groep van maar liefst zes afzonderlijke klassen, allen gebaseerd op hetzelfde basisontwerp, werden bij de Royal Navy gerangschikt onder de V-klasse (1917) en W-klasse (1917). De schepen in deze klassen werden allen gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog en werden in deze tijd gezien als de meest geavanceerde en moderne oorlogsschepen. Een aanzienlijk aantal van deze schepen nam deel aan de Eerste Wereldoorlog en velen waren nog in gebruik toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden deze schepen voornamelijk ingezet in de rol van escortejager.[15]
De eerste groep gebouwd in deze klassen waren vijf schepen die werden ingericht om te dienen als flottieljeleiders. Deze schepen werden aangeduid als Admiralty V-class Leaders-klasse flottieljeleiders. De schepen werden aanvankelijk aangeschaft omdat de bestaande flottieljeleiders onvoldoende in staat werden geacht om de nieuw te bouwen S-klasse (1918) torpedobootjagers in snelheid te kunnen evenaren. Gebaseerd op het ontwerp van de R-klasse (1916) torpedobootjagers, werden de schepen als flottieljeleiders een stuk groter. Het ontwerp kenmerkte zich vooral door de smallere voorste schoorsteen en de bredere en kortere achterste schoorsteen. De flottieljeleiders zouden zich onderscheiden van de te bouwen V-klasse (1917) schepen door een grotere brugstructuur, hogere voormast en verder naar achter geplaatste hoofdmast.[16][17]
Admiralty V-class Leaders-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Valentine (F99) HMS Valentine (F30) HMS Valentine (D49) HMS Valentine (L69) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Valhalla (F9A) HMS Valhalla (G25) HMS Valhalla (G45) HMS Valhalla (D44) |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Valkyrie (F83) HMS Valkyrie (F86) HMS Valkyrie (F05) HMS Valkyrie (F58) HMS Valkyrie (D61) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
HMS Valorous (F92) HMS Valorous (G00) HMS Valorous (G20) HMS Valorous (D82) HMS Valorous (L00) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
![]() |
HMS Vampire (F0A)
HMS Vampire (G70) HMS Vampire (G50) HMAS Vampire (D68) HMAS Vampire (I68) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
Een totaal van 23 schepen werd besteld in juli 1916 als Admiralty V-klasse. De schepen waren een herhaling van de Admiralty V-class Leaders-klasse flottieljeleiders, zonder de aanvullingen die typerend waren voor de flottieljeleiders. Ze werden besteld omdat uit inlichtingen bleek dat Duitsland een nieuwe klasse grote torpedobootjagers ging bouwen. De schepen verschilden in aanleg van de latere W-klasse (1917) door twee installaties met elk twee torpedolanceerbuizen, waar de W-klasse (1917) vanaf aanvang twee installaties van elk drie torpedolanceerbuizen ontving. Een deel van de schepen werd zodanig gebouwd dat het snel kon worden omgebouwd tot mijnenlegger. Deze waren herkenbaar aan de permanente uitbouw aan het achterschip.[16][17]
Admiralty V-klasse (1917) | ||
![]() |
||
HMS Vancouver (F32)
HMS Vancouver (G04) HMS Vancouver (H55) HMS Vancouver (D33) HMS Vimy (D33) HMS Vimy (I33) |
William Beardmore & Company,
Dalmuir |
|
HMS Vanessa (G18) HMS Vanessa (D29) HMS Vanessa (I29) |
William Beardmore & Company,
Dalmuir |
|
HMS Vanity (G37) HMS Vanity (G19) HMS Vanity (D28) HMS Vanity (L38) |
William Beardmore & Company,
Dalmuir |
|
HMS Vanoc (F8A)
HMS Vanoc (F1A) HMS Vanoc (F27) HMS Vanoc (H4A) HMS Vanoc (F84) HMS Vanoc (F61) HMS Vanoc (H33) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Vanquisher (F84)
HMS Vanquisher (F21) HMS Vanquisher (F3A) HMS Vanquisher (F08) HMS Vanquisher (H0A) HMS Vanquisher (F85) HMS Vanquisher (F62) HMS Vanquisher (D54) HMS Vanquisher (I54) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Vectis (FA0)
HMS Vectis (FA0) HMS Vectis (F94) HMS Vectis (F06) HMS Vectis (D51) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Vega (F4A)
HMS Vege (F4A) HMS Vega (F92) HMS Vega (F09) HMS Vega (D52) HMS Vega (L41) |
William Doxford & Sons Ltd,
Pallion |
|
HMS Vehement (F1A)
HMS Vehement (F5A) HMS Vehement (F12) HMS Vehement (H2A) HMS Vehement (F86) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
HMS Velox (F34)
HMS Velox (H43) HMS Velox (D40) HMS Velox (G65) HMS Velox (D34) HMS Velox (I34) |
William Doxford & Sons Ltd,
Pallion |
|
![]() |
HMS Vendetta (FA3)
HMS Vendetta (F29) HMS Vendetta (D69) HMAS Vendetta (D69) HMAS Vendetta (I69) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
![]() |
HMS Venetia (F9A)
HMS Venetia (F93) HMS Venetia (F14) HMS Venetia (D53) HMS Venetia (I53) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
HMS Venturous (F30)
HMS Venturous (F21) HMS Venturous (F87) HMS Venturous (F63) HMS Venturous (F51) HMS Venturous (D87) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
HMS Verdun (F2A)
HMS Verdun (F91) HMS Verdun (F16) HMS Verdun (D71) HMS Verdun (F52) HMS Verdun (D93) HMS Verdun (L93) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Versatile (F29)
HMS Versatile (G10) HMS Versatile (D35) HMS Versatile (F54) HMS Versatile (D32) HMS Versatile (I32) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Verulam (FA2)
HMS Verulam (F96) HMS Verulam (F19) HMS Verulam (D54) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Vesper (F28)
HMS Vesper (F39) HMS Vesper (D55) HMS Vesper (I55) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
HMS Vidette (F07) HMS Vidette (D48) HMS Vidette (I48) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
![]() |
HMS Vimiera (F28)
HMS Vimiera (D56) HMS Vimiera (H16) HMS Vimiera (D23) HMS Vimiera (L29) |
Swan, Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
HMS Violent (FA1)
HMS Violent (F95) HMS Violent (F31) HMS Violent (D57) |
Swan, Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Vittoria (F31)
HMS Vittoria (F64) HMS Vittoria (G05) HMS Vittoria (F96) |
Swan, Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Vivacious (F32)
HMS Vivacious (G71) HMS Vivacious (G01) HMS Vivacious (D36) HMS Vivacious (I36) |
Yarrow & Company, Scotstoun |
|
HMS Vivien (G39)
HMS Vivien (D32) HMS Vivien (D73) HMS Vivien (L33) |
Yarrow & Company, Scotstoun |
|
HMS Vortigern (F35)
HMS Vortigern (G21) HMS Vortigern (G03) HMS Vortigern (D37) HMS Vortigern (I37) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
De firma John I. Thornycroft & Company Limited ontving op 30 juli 1916 de opdracht tot de bouw van twee schepen volgens de eigen inzichten op basis van de specificaties van de Admiralty V-klasse. De schepen kenmerkten zich door een hoger vrijboord, een kortere hoofdmast en afgeplatter schoorstenen. Net als de Admiralty V-klasse kregen de schepen aanvankelijk twee batterijen van elk twee torpedolanceerbuizen.[16][17]
Thornycroft V-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Viceroy (F99) HMS Viceroy (F38) HMS Viceroy (D91) HMS Viceroy (L21) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Viscount (G06) HMS Viscount (G24) HMS Viscount (D92) HMS Viscount (I92) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
W-klasse (1917)
In totaal werden in navolging van de V-klasse totaal vier te onderscheiden klassen gebouwd in de W-klasse. Deze schepen, gebouwd in de Admiralty W-klasse (1917), Thornycroft W-klasse (1917), Thornycroft gemoderniseerde W-klasse (1919) en Admiralty gemoderniseerde W-klasse (1919), waren nagenoeg gelijk aan de V-klasse schepen maar kregen al gelijk bij de bouw twee batterijen met elk drie torpedolanceerbuizen in plaats van twee en een hogere hoofdmast. In sommige bronnen wordt de Admiralty gemoderniseerde W-klasse gesplitst in een V-klasse en W-klasse op basis van de naamgeving van de schepen. Gelijk aan de V-klasse schepen, opereerden vele W-klasse schepen zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog, waarbij ze in de Tweede Wereldoorlog eveneens voornamelijk in een escorterol werden ingezet.[18][17]
Een totaal aantal van 21 schepen werd in december 1916 besteld middels het 10th War Programme in deze klasse. Twee schepen werden in april 1917 afbesteld ten gunste van twee Yarrow S-klasse schepen. De schepen waren een voortzetting van de Admiralty V-klasse waarbij standaard in plaats van twee batterijen van elk twee torpedolanceerbuizen, twee batterijen van drie torpedolanceerbuizen werden toegepast. Ook werd de hoofdmast groter dan bij de V-klasse.[19][17]
Admiralty W-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Voyager (G16)
HMS Voyager (G36) HMS Voyager (D31) HMAS Voyager (D31) HMAS Voyager (I31) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
![]() |
HMS Wakeful (F37) HMS Wakeful (D65) HMS Wakeful (H88) HMS Wakeful (L91) |
John Brown & Company,
Clydebank |
HMS Walker (G22)
HMS Walker (G08) HMS Walker (D23) HMS Walker (F55) HMS Walker (D27) HMS Walker (I27) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
HMS Walpole (F15) HMS Walpole (D41) HMS Walpole (I41) |
William Doxford & Sons Ltd,
Pallion |
|
HMS Walrus (G17) HMS Walrus (D24) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Warwick (G96) HMS Warwick (D25) HMS Warwick (I25) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Watchman (G23) HMS Watchman (H38) HMS Watchman (G09) HMS Watchman (D26) HMS Watchman (I26) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Waterhen (D47)
HMS Waterhen (G28) HMS Waterhen (D22) HMAS Waterhen (D22) HMAS Waterhen (I22) |
Palmers Shipbuilding & Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Wessex (F32) HMS Wessex (D43) HMS Wessex (I43) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Westcott (F03) HMS Westcott (D47) HMS Westcott (I47) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
![]() |
HMS Westminster (F02) HMS Westminster (D45) HMS Westminster (L40) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
![]() |
HMS Whirlwind (H41) HMS Whirlwind (D25) HMS Whirlwind (G73) HMS Whirlwind (D27) HMS Whirlwind (D30) HMS Whirlwind (I30) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
HMS Whitby
HMS Whitley (F20) HMS Whitley (D61) HMS Whitley (D97) HMS Whitley (F97) HMS Whitley (L23) |
William Doxford & Sons Ltd,
Pallion |
|
HMS Winchelsea (F40) HMS Winchelsea (D46) HMS Winchelsea (I46) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Winchester (G43) HMS Winchester (D66) HMS Winchester (F99) HMS Winchester (H95) HMS Winchester (L55) |
J. Samuel White & Company,
Cowes |
|
HMS Windsor (F12) HMS Windsor (D42) HMS Windsor (L94) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Wolfhound (F18) HMS Wolfhound (D44) HMS Wolfhound (D56) HMS Wolfhound (I56) HMS Wolfhound (L56) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Wrestler (G31) 18-19 HMS Wrestler (D62) HMS Wrestler (F57) HMS Wrestler (D35) HMS Wrestler (I50) HMS Wrestler (L10) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Wryneck (G05) HMS Wryneck (D21) HMS Wryneck (I21) HMS Wryneck (L04) |
Palmers Shipbuilding & Iron
Company, Jarrow |
|
HMS Wayfarer |
afbesteld |
|
HMS Woodpecker |
afbesteld |
Net als bij de V-klasse, ontving Thornycroft de opdracht twee schepen te bouwen volgens het W-klasse concept maar met de vrijheid om fabriekseigen aanpassingen te verrichten. De twee W-klasse schepen werden op 9 december 1916 besteld. Ze kregen dezelfde aanpassingen als de twee Thornycroft V-klasse schepen ten opzichte van de Admiralty W-klasse schepen, een hoger vrijboord, kortere hoofdmast en afgeplatter voorste schoorsteen. Net als de Admiralty W-klasse ontvingen de Thornycroft W-klasse bij de bouw als de drievoudige torpedolanceerinstallaties. Beide schepen namen deel aan de Eerste e Tweede Wereldoorlog en werden in de Tweede Wereldoorlog ingezet als escortejager.[20][17]
Thornycroft W-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Wolsey (G40) HMS Wolsey (D64) HMS Wolsey (D35) HMS Wolsey (D98) HMS Wolsey (L02) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Woolston (F08) HMS Woolston (D63) HMS Woolston (D30) HMS Woolston (D95) HMS Woolston (L49) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
De ervaringen opgedaan tijdens de Eerste Wereldoorlog leidden rond 1917 tot het besluit bij torpedobootjagers een zwaarder hoofdgeschut toe te passen. In plaats van het gebruikelijke 102 mm geschut werd overgestapt op 120 mm geschut en twee stuks luchtafweergeschut in plaats van één. De Admiralty bestelde in januari 1918 veertien schepen en in april 1918 38 schepen in deze Admiralty gemoderniseerde W-klasse. Uiteindelijk werden en 37 schepen werden afbesteld of werd de bouw van stilgelegd en afbesteld. Een totaal van vijftien schepen kwam uiteindelijk in dienst. Ze waren te laat om nog ingezet te worden tijdens de Eerste Wereldoorlog maar werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet, voornamelijk als escortejagers.[21][22]
Admiralty gemoderniseerde
W-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Vansittart (D64) HMS Vansittart (I64) |
William Beardmore & Company,
Dalmuir |
|
HMS Vantage |
afbesteld |
|
HMS Vashon |
afbesteld |
|
HMS Vengeful |
afbesteld |
|
HMS Venomous (G98) HMS Venom (D75) HMS Venomous (I75) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Verity (F36) HMS Verity (D63) HMS Verity (I63) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Veteran (D72) HMS Veteran (I72) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Vigo |
afbesteld |
|
HMS Vigorous |
afbesteld |
|
HMS Virulent |
afbesteld |
|
HMS Volage |
afbesteld |
|
HMS Volcano |
afbesteld |
|
HMS Volunteer (F53) HMS Volunteer (D71) HMS Volunteer (I71) |
William Denny & Brothers
Limited, Dumbarton |
|
HMS Votary |
afbesteld |
|
HMS Wager |
afbesteld |
|
HMS Wake |
afbesteld |
|
HMS Waldegrave |
afbesteld |
|
HMS Walton |
afbesteld |
|
HMS Wanderer (D74) HMS Wanderer (I74) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Warren |
afbesteld |
|
HMS Watson |
afbesteld |
|
HMS Wave |
afbesteld |
|
HMS Weazel |
afbesteld |
|
HMS Welcome |
afbesteld |
|
HMS Welfare |
afbesteld |
|
HMS Wellesley |
afbesteld |
|
HMS Werewolf |
afbesteld |
|
HMS Westphal |
afbesteld |
|
HMS Westward Ho |
afbesteld |
|
HMS Wheeler |
afbesteld |
|
HMS Whelp |
afbesteld |
|
HMS Whip |
afbesteld |
|
HMS Whippet |
afbesteld |
|
HMS Whitaker |
afbesteld |
|
HMS White Bear |
afbesteld |
|
HMS Whitehall (GA7) HMS Whitehall (H41) HMS Whitehall (D94) HMS Whitehall (I94) |
Swan Hunter and Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Whitehead |
afbesteld |
|
HMS Whitshed (FA) HMS Whitshed (D77) HMS Whitshed (I77) |
Swan Hunter and Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Wild Swan (D62) HMS Wild Swan (I62) |
Swan Hunter and Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Willoughby |
afbesteld |
|
HMS Winter |
afbesteld |
|
HMS Witherington (D76) HMS Witherington (I76) |
J. Samuel White & Company,
East Cowes |
|
HMS Wivern (D66) HMS Wivern (I66) |
J. Samuel White & Company,
East Cowes |
|
HMS Wolverine (D78) HMS Wolverine (I78) |
J. Samuel White & Company,
East Cowes |
|
HMS Worcester (GA8) HMS Worcester (D96) HMS Worcester (I96) |
J. Samuel White & Company,
East Cowes |
|
HMS Wrangler |
afbesteld |
|
HMS Wren (GA5) HMS Wren (D88) HMS Wren (I88) |
Yarrow & Company, Scotstoun |
|
HMS Wye |
afbesteld |
|
HMS Yeoman |
afbesteld |
|
HMS Zealos |
afbesteld |
|
HMS Zebra |
afbesteld |
|
HMS Zodiac |
afbesteld |
Ook Thornycroft ontving de opdracht om volgens eigen ontwerp, gebaseerd op de Admiralty V-klasse twee schepen volgens het moderniseringsconcept te bouwen als Thornycroft gemoderniseerde W-klasse. De schepen waren gelijkwaardig aan de Admiralty gemoderniseerde W-klasse, met de standaard aanpassingen dei door Thornycroft werden toegepast. Door een andere opstelling van de boilers werd gekozen voor het omdraaien van de twee schoorstenen ten opzichte van de Admiralty schepen. waardoor de smalle schoorsteen achter kwam te staan en de dikkere voor en hoger geplaatst. Zoals bij Thornycroft gewoon was werden de schoorstenen eveneens afgeplatter dan de Admiral schepen. Beide schepen, te laat voor inzet tijdens de Eerste Wereldoorlog, werden tijdens de Tweede Wereldoorlog voornamelijk als escortejager ingezet.[23][22]
Thornycroft gemoderniseerde
W-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Wishart (D67) HMS Wishart (I67) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Witch (GA6) HMS Witch (D89) HMS Witch (I89) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
S-klasse (I)
De S-klasse (I) Torpedobootjagers werden ruwweg in drie groepen gebouwd, een Admiralty S-klasse, een Thornycroft S-klasse een een Yarrow S-klasse. Hoewel alle drie gebaseerd op eenzelfde basisontwerp, kenden de drie klassen aanzienlijke verschillen vanwege aanpassingen door de fabrikant zelf toegepast. Er werden 69 schepen besteld, waarvan de meeste, 57 stuks, onder de Admiralty S-klasse te rangschikken waren. De schepen kwamen pas tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog in dienst en zagen weinig actie voordat de oorlog voorbij was. Allen werden ingezet bij de Grand Fleet in Britse thuiswateren, Na de Eerste Wereldoorlog werden de schepen over de gehele wereld ingezet en werden verscheidene schepen overgeheveld naar ander marines binnen het Commonwealth. Tussen 1926 e 1938 werden de meeste schepen afgeschreven en gesloopt. Vier schepen gingen tijdens het interbellum verloren. Elf schepen deden dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog, zes in Europa en vijf in het Verre Oosten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen vijf schepen verloren.[24][25]
De Admiralty S-klasse was feitelijk een modernisering van het ontwerp van de Admiralty voor de Admiralty Modified R-klasse Torpedobootjager HMS Trenchant (G96). Hierdoor werden deze schepen ook wel aangeduid als Modified Trenchant-klasse. De schepen hadden twee schoorstenen en waren aanvankelijk gebouwd voor dienst op de Noordzee. Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog waren nagenoeg alle nog in gebruik zijnde schepen ontwapend en in gebruik voor opleidingsdoeleinden. Ze werden bij aanvang van de oorlog herbewapend en voor bewakingsdoeleinden, mijneleggers en escortejagers ingezet.[25][26]
Admiralty S-klasse (1918) |
||
![]() |
||
HMS Sabre (G56) HMS Sabre (H18) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
HMS Saladin (F0A) HMS Saladin (H54) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
HMS Sardonyx (F34) HMS Sardonyx (H26) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
HMS Saturn |
afbesteld |
|
HMS Scimitar (G41) HMS Scimitar (H21) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Scotsman (G30) HMS Scotsman (H52) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Simoom (G44) HMS Simoom (H53) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Scout (G35) HMS Scout (H51) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Scythe (G32) HMS Scythe (H32) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Seabear (G29) HMS Seabear (H23) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Seafire (G68) HMS Seafire (H19) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Searcher (G72) HMS Searcher (H20) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Seawolf (G47) HMS Seawolf (H07) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Senator (G36) HMS Senator (D44) HMS Senator (F35) HMS Senator (D02) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Sepoy (G26) HMS Sepoy (F49) HMS Sepoy (D03) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Seraph (G60) HMS Seraph (D04) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Serapis (F21) HMS Serapis (D58) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Serene (F7A) HMS Serene (H25) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Sesame (F5A) HMS Sesame (H35) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Shamrock (F50) HMS Shamrock (H06) |
William Doxford & Sons,
Pallion |
|
HMS Shark (FA1) HMS Shark (D05) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Shikari (D85) HMS Shikari (I85) |
William Doxford & Sons,
Pallion |
|
HMS Sikh (H94) HMS Sikh (D68) HMS Sikh (D06) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Sirdar (G27) HMS Sirdar (D59) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Somme (G52) HMS Somme (D07) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Sparrowhawk (G53) HMS Sparrowhawk (D08) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Spear (G55) HMS Spear (D09) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Spindrift (G21) HMS Spindrift (H57) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Splendid (G57) HMS Splendid (D11) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Sportive (G48) HMS Sportive (D12) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Stalwart (F4A) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Steadfast (F99) HMS Steadfast (H37) |
Palmer Shipbuilding and Iron
Company, Yarrow |
|
HMS Sterling (FA3) HMS Sterling (H31) |
Palmer Shipbuilding and Iron Company, Yarrow | |
HMS Stonehenge (G99) |
Palmer Shipbuilding and Iron
Company, Yarrow |
|
HMS Stormcloud (D89) HMS Stormcloud (H05) |
Palmer Shipbuilding and Iron
Company, Yarrow |
|
HMS Strenuous (G64) HMS Strenuous (H03) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Stronghold (FA8) HMS Stronghold (H50) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Sturdy (F96) HMS Sturdy (H28) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Success (F1A) |
William Doxford & Sons,
Pallion |
|
HMS Swallow (F73) HMS Swallow (D14) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Swordsman (F3A) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Sycamore |
afbesteld |
|
HMS Tactician (G54) HMS Tactician (H99) |
William Beardmore & Company,
Glasgow |
|
HMS Tara (G62) HMS Tara (H92) HMS Tara (D77) HMS Tara (D93) |
William Beardmore & Company,
Glasgow |
|
HMS Tasmania (G97) |
William Beardmore & Company,
Glasgow |
|
HMS Tattoo (F2A) |
William Beardmore & Company,
Glasgow |
|
HMS Tenedos (FA4) HMS Tenedos (H04) |
Hawthorn Leslie & Company,
Tyneside |
|
HMS Thanet (G24) HMS Thanet (H29) |
Hawthorn Leslie & Company,
Tyneside |
|
HMS Thracian (GA4) HMS Thracian (D86) |
Hawthorn Leslie & Company,
Tyneside |
|
HMS Tilbury (G37) HMS Tilbury (H38) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Tintagel (G51) HMS Tintagel (H89) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Tribune (F9A) HMS Tribune (N76) HMS Tribune (F33) HMS Tribune (D16) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
HMS Trinidad (G38) HMS Trinidad (D17) HMS Trinidad (F54) HMS Trinidad (H4A) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
HMS Trojan (G66) HMS Trojan (D76) HMS Trojan (H44) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
HMS Truant (G23) HMS Truant (H98) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
HMS Trusty (FA2) HMS Trusty (H56) |
J. Samuel White, East Cowes |
|
HMS Turbulent (F55) HMS Turbulent (H34) |
Hawthorn Leslie & Company,
Tyneside |
De Thornycroft S-klasse bestond uit vijf schepen, allen gebouwd door John I. Thornycroft & Company Limited, uit Woolston, Southampton. Hoewel hetzelfde basisontwerp als de Admiralty schepen, weken deze schepen af omdat Thornycroft het ontwerp baseerde op de Thornycroft R-klasse torpedobootjager HMS Rosalind (G95). Deze schepen kregen een krachtiger installatie dan de Admiralty schepen en daardoor een iets afwijkend uiterlijk.[27]
Thornycroft S-klasse (1918) |
||
![]() |
||
HMS Speedy (G36) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Tobago (G61) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Torbay (F35) HMS Torbay (H24) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Toreador (F6A) HMS Toreador (H55) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
|
HMS Tourmaline (D83) HMS Tourmaline (D10) |
John I. Thornycroft &
Company Limited, Woolston |
Zeven schepen werden gebouwd door Yarrow & Company, Limited te Scotstoun en werden aangeduid als Yarrow S-klasse. Zij baseerde het ontwerp op dat van de Yarrow R-klasse torpedobootjager HMS Ulleswater (F83). Bij Yarrows werd in het ontwerp uitgegaan van gewichtsreductie door toepassing van een andere aandrijving. Haar schepen werden hierdoor sneller en konden vlugger worden geproduceerd.[28]
Yarrow S-klasse (1918) |
||
![]() |
||
HMS Torch (G33) HMS Torch (D15) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
|
HMS Tomahawk (G34) HMS Tomahawk (D79) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
|
HMS Tryphon (G42) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
|
HMS Tumult (G58) HMS Tumult (D18) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
|
HMS Turquoise (G22) HMS Turquoise (H02) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
|
HMS Tuscan (FA5) HMS Tuscan (D80) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
|
HMS Tyrian (D84) HMS Tyrian (N01) |
Yarrow & Company, Limited,
Scotstoun |
Scott-klasse
De Britse Admiralty ontwikkelde tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog, tegelijkertijd met de firma Thornycroft een groep torpedobootjagers die dienden als flottieljeleider. Hoewel deze schepen gelijkwaardig waren aan de Shakespeare-klasse van Thornycroft, werden ze aangeduid als Admiralty Type Leaders of veelvuldiger als Scott-klasse. Van de zeven gebouwde schepen waren er zes nog steeds in dienst ten tijde van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.[29]
Scott-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Scott (F98) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Bruce (F48) HMS Bruce (D81) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Douglas (D09) HMS Douglas (G00) HMS Douglas (F50) HMS Douglas (D90) HMS Douglas (I09) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Campbell (G76) HMS Campbell (D60) HMS Campbell (I60) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Mackay (FA6) HMS Mackay (DA6) HMS Mackay (D70) HMS Mackay (I70) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Malcolm (D19) HMS Malcolm (I19) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Montrose (F45) HMS Montrose (D01) HMS Montrose (I01) |
Hawthorn Leslie, Hebburn |
|
HMS Stuart (G46) HMS Stuart (F20) HMS Stuart (D00) HMAS Stuart (D00) HMAS Stuart (I00) |
Hawthorn Leslie, Hebburn |
|
HMS Barrington (1918) |
afbesteld |
|
HMS Hughes (1918) |
afbesteld |
Shakespeare-klasse
De firma Thornycroft uit Southampton, bouwde op basis van een ontwerp van de Admiralty vijf schepen die waren ontworpen om te fungeren als flottieljeleiders. De schepen waren groter en zwaarder bewapend dan de gelijkwaardige torpedobootjagers waar zij als flottieljeleider over moesten waken. De vijf schepen die ook wel eens werden aangeduid als Thornycroft type Destroyer Leaders stonden veelal bekend als Shakespeare-klasse.[29]
Shakespeare-klasse (1917) |
||
![]() |
||
HMS Shakespeare (F89) HMS Shakespeare (D50) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Spenser (F90) HMS Spenser (D40) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Wallace (D3A) HMS Wallace (D20) HMS Wallace (L64) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Keppel (F14) HMS Keppel (D84) HMS Keppel (I84) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Broke (D83) HMS Broke (I83) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Saunders (1918) |
afbesteld |
|
HMS Spragge (1918) |
afbesteld |
Ambuscade-klasse
Tegen het midden van de jaren 1920 realiseerde het Britse Admiralty dat haar torpedobootjagers qua ontwerp achter begonnen te raken op de ontwerpen van andere landen. Besloten werd aan zowel Thornycroft als Yarrow een ontwerp te vragen op basis van de Admiralty gemoderniseerde W-klasse (1918) schepen. Hierbij diende men de moderne ontwikkelingen op het gebied van aandrijving in het ontwerp in te bouwen. Thornycroft kwam met de HMS Amazon (D39) en Yarrow de HMS Ambuscade (D38). Beide schepen werden de basis voor een hele reeks nieuwe torpedobootjagers van het zogenaamde Amazon-type in de A-klasse tot en met de I-klasse waarbij HMS Amazon de basis vormde met een aantal onderdelen van HMS Ambuscade daarin verwerkt. HMS Ambuscade werd in januari 1926 te water gelaten en zou in gebruik blijven tot het in 1947 werd gesloopt.[30]
HMS Ambuscade (D38) |
||
![]() |
||
HMS Ambuscade (D38) HMS Ambuscade (I38) |
Yarrow, Clydebank |
Amazon-type (A-klasse (II) tot en met I-klasse (II))
De Amazon-type, ook wel Amazon-klasse torpedobootjagers waren de standaard torpedobootjager voor de Royal Navy vanaf 1926 tot aan de bouw van de Tribal-klasse in 1936-1937. Het prototype voor deze serie torpedobootjagers, HMS Amazon (D39), werd de in 1927 in dienst genomen. Begin jaren 1920 werd Thornycroft uit Woolston, en Yarrow uit Glasgow verzocht een nieuw type torpedobootjager te ontwikkelen. Het ontwerp van Yarrow, HMS Ambuscade (D38) werd niet gekozen tot de nieuwe standaard, maar werd door de fabriek wel gebruikt voor de productie van enkele torpedobootjager van buitenlandse marines. Uit twee ontwerpen van Thornycroft, een A ontwerp en een B ontwerp, werd het B ontwerp gekozen. Dit ontwerp zou de standaard worden voor de A-klasse (II) die volgde op HMS Amazon tot en met de I-klasse waarmee in 1936 - 1937 werd afgesloten.[31][32][33]
HMS Amazon (D39) |
||
![]() |
||
HMS Amazon (D39) HMS Amazon (I39) |
John I Thornycroft &
Company, Woolston |
De A-klasse (II) torpedobootjagers waren de eerste klasse volgens het nieuwe Amazon-type ontwerp. In deze klasse werden acht schepen gebouwd en een flottieljeleider HMS Codrington (D65). Deze flottieljeleider was een stuk groter dan de overige schepen in de klasse. Ten opzichte van HMS Amazon werd de brug verder naar achter geplaatst. Twee viervoudige torpedolanceerinstallaties werden standaard. Van de negen schepen gingen vijf schepen, inclusief de flottieljeleider, verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van dit type werden twee schepen gebouwd voor de Royal Canadian Navy die aldaar werden gerangschikt onder de River-klasse (Torpedobootjager).[34]
A-klasse (II) (1929) |
||
![]() |
||
HMS Codrington (D65) HMS Codrington (D82) HMS Codrington (I82) |
Swan Hunter, Tyne and Wear |
|
HMS Acasta (H09) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Achates (H12) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Active (H14) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Antelope (H36) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Anthony (H40) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Ardent (H41) |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Arrow (H42) |
Vickers-Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
|
HMS Acheron (H45) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Hampshire |
|
HMCS Saguenay (D79) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Hampshire |
|
HMCS Skeena (D59) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Hampshire |
Als vervolgbestelling op de A-klasse (II) werd een gelijke serie van acht torpedobootjagers en een grotere flottieljeleider (HMS Keith (D06)) besteld als B-klasse (II). HMS Keith verschilde van HMS Codrington door een verlengde brug en de toevoeging van ASDIC. Ook de B-klasse schepen kregen bij de bouw al ASDIC geïnstalleerd. Naast HMS Keith, gingen vier B-klasse schepen verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Eén schip, HMS Boreas (H77), werd in 1944 overgedragen aan de Griekse marine die het schip als Salamis (1944) in dienst nam.[34]
B-klasse (II) (1930) |
||
![]() |
||
HMS Keith (H06) HMS Keith (D06) HMS Keith (I06) |
Vickers-Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
|
HMS Basilisk (H11) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Beagle (H30) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Blanche (H47) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Boadicea (H65) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Boreas (H77) |
Palmer's, Jarrow |
|
HMS Brazen (H80) |
Palmer's, Hebburn |
|
HMS Brilliant (H84) |
Swan Hunter, Tyne and Wear |
|
HMS Bulldog (H91) |
Swan, Hunter & Wigham
Richardson Ltd, Wallsend |
In 1930 werd een kleine groep van vier torpedobootjagers en een flottieljeleider besteld als C-klasse (II). Deze schepen waren langer dan hun voorgangers en hadden een gescheiden brug en kaartenkamer. Tevens werd de flottieljeleider, HMS Kempenfelt (I18) voor het eerst gelijk qua formaat als de klasse schepen zelf. Vanwege de grotere lengte konden de schepen worden uitgerust met een extra stuk luchtafweergeschut. C-klasse (II) schepen werden voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog overgedragen aan de Royal Canadian Navy die ze rangschikte onder de River-klasse (Torpedobootjager).[35]
C-klasse (II) (1931) |
||
![]() |
||
HMS Kempenfelt (D18) HMCS Assiniboine (D18) HMCS Assiniboine (I18) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Comet (H00) HMCS Restigouche (H00) |
Portsmouth Dockyard, Portsmouth |
|
HMS Crusader (H60) HMCS Ottawa (H60) |
Portsmouth Dockyard, Portsmouth |
|
HMS Cygnet (H83) HMCS St. Laurent (H83) |
Vickers-Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
|
HMS Crescent (H48) HMCS Fraser (H48) |
Vickers-Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
De D-klasse (II) werd gebouwd als vervolgserie op de C-klasse (II) en bevatte dan ook alle verbeteringen van die klasse. In tegenstelling tot de C-klasse (II) kreeg deze klasse gelijk ASDIC bij de bouw ingebouwd. Van de negen schepen in deze klasse gingen zes schepen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren, twee werden gedurende de oorlog overgeheveld naar de Royal Canadian Navy en één werd vanwege schade in 1945 gesloopt.[36]
D-klasse (II) (1932) |
||
![]() |
||
HMS Duncan (D99) HMS Duncan (I99) |
Portsmouth Dockyard, Portsmouth |
|
HMS Dainty (H53) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Daring (H16) |
John I. Thornycroft &
Company, Southampton |
|
HMS Decoy (H75) HMCS Kootenay (H75) |
John I. Thornycroft &
Company, Southampton |
|
HMS Defender (H07) |
Vickers-Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
|
HMS Delight (H38) |
Fairfield Shipbuilding and
Engineering Company, Govan |
|
HMS Diamond (H22) |
Vickers-Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
|
HMS Diana (H49) HMCS Margaree (H49) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Hebburn-on-Tyne |
|
HMS Duchess (H64) |
Palmers Shipbuilding and Iron
Company, Jarrow |
De E-klasse (II) torpedobootjagers maakten deel uit van een groep van 18 torpedobootjagers bestaande uit de E-klasse en de F-klasse die van een gelijk ontwerp waren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de E-klasse voornamelijk ingezet bij escortediensten bij Western Approaches Command, terwijl de F-klasse vooral werd ingezet voor escortediensten bij Home Fleet.Van de negen schepen in de E-klasse, gingen er zes tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren, drie schepen overleefden de strijd.
De E-klasse werd besteld als onderdeel van het 1931 Naval Construction Programme voor de Royal Navy De klasse was gebaseerd op de voorafgaande D-klasse met enige wijzigingen aan de romp en de bewapening. De klasse was uitgerust met ASDIC voor het opsporen van onderzeeboten en konden eenvoudig worden verbouwd om gebruik te maken van Two-Speed Destroyer Sweep (TSDS) mijnenveeg apparatuur. Met een lengte van 100 meter en een waterverplaatsing van 1.428 ton standaard en 1,970 ton beladen, hadden de schepen een bemanning van rond de 145. De twee Parsons stoomturbines konden de twee schroeven voorstuwen tot een snelheid van 35,5 knopen (65,7 km/u). Vier enkelloops QF 120 mm Mark IX kanonnen vormden de hoofdbewapening die werd aangevuld door twee vierloops 12,7 mm QF Vickers Mark III machinegeweer opstellingen en twee vierloops 533 mm torpedolanceerinrichtingen. Dieptebommenwerpers en een dieptebommenrek maakten de bewapening compleet. HMS Exmouth (H02) was als flottieljeleider iets langer en uitgerust met een extra 120 mm geschut tussen de schoorstenen. Indien ingericht voor mijnenleg operaties dienden twee stuks geschut, de twee torpedolanceerinstallaties en enkele reddingsboten te worden verwijderd.[37][38][39]
E-klasse (II) (1934) |
||
![]() |
||
HMS Echo (H23) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Eclipse (H08) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Electra (H27) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Encounter (H10) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Escapade (H17) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Escort (H66) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Esk (H15) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Express (H61) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Exmouth (H02) Flottieljeleider |
HM Dockyard, Portsmouth |
De F-klasse (II) werd besteld direct na de E-klasse (II) en was hier volledig gelijk aan. Van de acht schepen in deze klasse werd HMS Faulknor (H62) afgebouwd als flottieljeleider. Vier schepen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren, één werd na de oorlog verkocht aan de Dominicaanse Republiek terwijl twee schepen tijden de Tweede Wereldoorlog werden overgeheveld naar de Royal Canadian Navy.[40]
F-klasse (II) (1934) |
||
![]() |
||
HMS Faulknor (H62) |
Yarrows, Scotstoun |
|
HMS Fame (H78) Generalisimo (1949) |
Parsons Marine Steam Turbine
Company, Wallsend |
|
HMS Fearless (H67) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Firedrake (H79) |
Parsons Marine Steam Turbine
Company, Wallsend |
|
HMS Foresight (H68) |
Cammell Laird, Birkenhead |
|
HMS Forester (H74) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Fortune (H70) HMCS Saskatchewan (H70) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Foxhound (H69) HMCS Qu'Appelle (H69) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Fury (H76) |
J. Samuel White, Cowes |
De G-klasse (II) torpedobootjagers maakten deel uit van een groep van 18 torpedobootjagers bestaande uit de G-klasse en de H-klasse die van een gelijk ontwerp waren. De negen schepen van de G-klasse deden dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog bij Home Fleet en de Mediterranean Fleet. Zeven schepen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren en twee schepen overleefden de oorlog.
De G-klasse werd besteld volgens het 1933 Naval Construction Programme van de Royal Navy en was gebaseerd op de voorafgaande F-klasse. Door het gebruik van een andere stoomturbine en compactere machinerie konden waterverplaatsing en afmetingen worden gereduceerd. De schepen waren uitgerust met ASDIC voor de opsporing van onderzeeboten en konden eenvoudig worden omgebouwd voor het gebruik van de Two-Speed Destroyer Sweep (TSDS) mijnenveeginstallatie. Met een lengte van 98 meter en een standaard waterverplaatsing van 1.360 ton konden de twee Parsons stoomturbines een snelheid van 35,5 knopen (65,7 km/u) genereren. DE bewapening was standaard met vier stuks QF 120 mm Mark IX geschut, twee vierloops QF 12,7 mm Vickers Mark III machinegeweer installaties en twee vierloops 533 mm torpedolanceerinstallaties. Om een beter schootsveld te bereiken was het dek rond de geschutsopstellingen verlaagd waardoor de achterzijde van het kanon lager kon komen dan het dek, waarmee een hogere elevatie werd bereikt. HMS Grenville (H03) was als flottieljeleider iets groter uitgevoerd en had een extra stuk 120 mm geschut tussen de schoorstenen aangebracht. HMS Glowworm (H92) had bij wijze van proef twee vijfloops torpedolanceerinstallaties ontvangen. De bewapening werd gecomplementeerd door twee dieptebommenwerpers en een dieptebommenrek.[41][42][43][44]
G-klasse (II) (1935) |
||
![]() |
||
![]() |
HMS Gallant (H59) |
Alexander Stephen and Sons,
Linthouse |
HMS Garland (H37) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Gipsy (H63) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
![]() |
HMS Glowworm (H92) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
HMS Grafton (H89) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Grenade (H86) |
Alexander Stephen and Sons,
Linthouse |
|
![]() |
HMS Grenville (H03) Flottieljeleider |
Yarrow & Company, Scotstoun |
HMS Greyhound (H05) |
Vickers Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
|
HMS Griffin (H31) |
Vickers Armstrongs,
Barrow-in-Furness |
De H-klasse (II) torpedobootjagers maakten deel uit van een groep van 18 torpedobootjagers bestaande uit de G-klasse en de H-klasse die van een gelijk ontwerp waren. De negen schepen van de H-klasse deden dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog bij Home Fleet en de Mediterranean Fleet. Zeven schepen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren en twee schepen overleefden de oorlog.
De H-klasse werd besteld volgens het 1934 Naval Construction Programme van de Royal Navy en werden in 1936 (HMS Havock in 1937) afgeleverd. De schepen waren behoudens enkele kleine aanpassingen volledig gelijk aan de G-klasse. Het belangrijkste verschil tussen ge G-klasse en de H-klasse was dat bij de H-klasse de plaatsing van het geschut zodanig was aangepast dat een hoger elevatie eenvoudig bereikt kon worden. Hier werd derhalve het dek niet verlaagd rondom het geschut. HMS Hereward ontving op haar B positie een dubbelloops geschut en deed hiermee dienst als proefopstelling voor de toekomstige torpedobootjagers vanaf de Tribal-klasse. Zowel HMS Hero als HMS Hereward ontvingen een nieuw type brug, welke vanaf de I-klasse tot en met de Battle-klasse de nieuwe standaard zou worden.[41][42][43][44]
H-klasse (II) (1936) |
||
![]() |
||
HMS Hardy (H87) Flottieljeleider |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Hasty (H24) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Havock (H43) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Hereward (H93) |
Vickers Armstrongs, Walker |
|
HMS Hero (H99) |
Vickers Armstrongs, Walker |
|
HMS Hostile (H55) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Hotspur (H01) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Hunter (H35) |
Swan Hunter, Wallsend |
|
HMS Hyperion (H97) |
Swan Hunter, Wallsend |
Eind 1937 werd door de Braziliaanse marine een serie van zes torpedobootjagers besteld die waren gebaseerd op de H-klasse (II) torpedobootjagers. Omdat de Royal Navy snel torpedobootjagers nodig had werd besloten deze schepen als Havant-klasse aan te kopen ten behoeve van de Royal Navy. De schepen werden afgebouwd zoals de H-klasse schepen maar kregen slechts drie stuks hoofdgeschut. De Y-koepel werd weggelaten ten behoeve van aanvullende dieptebommen. Als compensatie mochten de Brazilianen zelf zes schepen bouwen op basis van licentie. Dit werd de Acre-klasse. De klasse wordt vaak gerangschikt onder de H-klasse. Van de zes schepen gingen drie tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren en werden de overige drie in 1946 en 1947 gesloopt.[45][46][47][48]
Havant-klasse (1939) |
||
![]() |
||
HMS Harvester (H19) |
Vickers Armstrongs, Barrow |
|
HMS Havant (H32) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Havelock (H88) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Hesperus (H57) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Highlander (H44) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Hurricane (H06) |
Vickers Armstrongs, Barrow |
De I-klasse (II) torpedobootjagers waren nagenoeg gelijkwaardig aan hun voorgangers, de H-klasse. Toch waren er enkele duidelijke verschillen. De torpedolanceerbuisinstallaties bestonden uit vijf torpedo's per installatie in plaats van de gangbare vier. De brugconstructie zoals deze was getest op HMS Hero (H99) en HMS Hereward (H93) werd standaard ingevoerd in deze klasse. Standaard behoorde bij de uitrusting in deze klasse een dieptebommeninstallatie en een mijnenveeginstallatie. Bij eerdere klassen was dit een keuze. Al dit extra gewicht zorgde voor een zekere instabiliteit die diende te worden gecompenseerd door ballast. Later werd de gewichtstoename weer gecompenseerd door het wegnemen van de middelste torpedolanceerbuis in de installaties. Vier schepen in deze klasse werden uitgerust als mijnenlegger en zes schepen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren.[49]
I-klasse (II) (1936) |
||
![]() |
||
HMS Icarus (D03) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Ilex (D61) |
John Brown & Company,
Clydebank |
|
HMS Imogen (D44) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Imperial (D09) |
Hawthorn Leslie & Company,
Hebburn |
|
HMS Impulsive (D11) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Inglefield (D02) Flottieljeleider |
Cammell Laird & Company,
Birkenhead |
|
HMS Intrepid (D10) |
J. Samuel White, Cowes |
|
HMS Isis (D87) |
Yarrow & Company, Scotstoun |
|
HMS Ivanhoe (D16) |
Yarrow & Company, Scotstoun |
In 1938 bestelde de Turkse marine vier schepen in de Demirhisar-klasse, welke was afgeleid van de Britse I-klasse. Twee van de vier schepen werden aangekocht door de Royal Navy. De Turkse schepen waren gelijk aan de I-klasse met uitzondering van de torpedolanceerinstallaties dei uit twee installaties van vier torpedolanceerbuizen bestonden. Al tijdens de bouw werd besloten de achterste torpedolanceerinstallatie te vervangen door een 76 mm luchtafweergeschut en de vierloops Vickers machinegeweerinstallatie te vervangen door twee stuks 20 mm Oerlikon luchtafweer. Eén schip ging tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren en de tweede ging na de oorlog alsnog naar Turkije.[47]
ex Demirhisar-klasse (1940) |
||
![]() |
||
HMS Inconstant (H49) |
Vickers, Barrow |
|
HMS Ithuriel (H05) |
Vickers, Barrow |
Tribal-klasse (II)
Tribal-klasse (II) (1937) |
||
![]() |
||
HMS Afridi (L07) / (F07) |
Vickers Armstrongs, Walker |
|
HMS Ashanti (L51) / (F51) / (G51) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Bedouin (L67) / (F67) |
William Denny & Brothers,
Dumbarton |
|
HMS Cossack (L03) / (F03) / (G03) |
Vickers Armstrongs, Walker |
|
HMS Eskimo (L75) / (F75) / (G75) |
Vickers Armstrongs, Walker |
|
HMS Gurkha (L20) / (F20) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Maori (L24) /(F24) / (G24) |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Company, Govan |
|
HMS Mashona (L59) / (F59) |
Vickers Armstrongs, Walker |
|
HMS Matabele (L26) / (F26) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Mohawk (L31) / (F31) / (G31) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Nubian (L36) / (F36) |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston |
|
HMS Punjabi (L21) / (F21) |
Scotts Shipbuilding &
Engineering Company, Greenock |
|
HMS Sikh (L82) / (F82) / (G82) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
|
HMS Somali (L33) / (F33) / (G33) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Tartar (F43) / (G43) |
Swan Hunter & Wigham
Richardson, Wallsend |
|
HMS Zulu (L18) / (F18) |
Alexander Stephen & Sons,
Linthouse |
J-klasse (II)
<div class="row">tabelK-klasse (II)
<div class="row">tabelL-klasse (II)
<div class="row">tabelM-klasse (II)
<div class="row">tbelBourrasque-klasse (1940)
De Royal Navy nam in juni 1940 een aantal Franse schepen in beslag om te voorkomen dat deze schepen in handen van de Franse Vichy-regering zouden vallen. Eén van deze schepen was de Bourrasque-klasse (1924) torpedobootjager Mistral (1925). De meeste in beslag genomen schepen kwamen al spoedig in dienst van de marine van de Vrije Fransen. De Mistral werd echter de gehele Tweede Wereldoorlog als HMS Mistral (H03) door gebruikt door de Royal Navy en pas na de Tweede Wereldoorlog weer teruggegeven aan de Fransen.
Bourrasque-klasse
(1924) |
||
![]() |
||
HMS Mistral (H03) |
Forges et chantiers de la
Méditerranée, Graville (Le Havre) |
N-klasse (II)
<div class="row">tabelHunt-klasse
<div class="row">tabelTown-klasse (I)
<div class="row">tabelO-klasse (2)
<div class="row">tabelP-klasse (II)
<div class="row">tabelQ-klasse (II)
<div class="row">tabelR-klasse (II)
<div class="row">tabelS-klasse (II)
<div class="row">tabelT-klasse (II)
<div class="row">tabelU-klasse (II)
<div class="row">tabelV-klasse (II)
<div class="row">tabelW-klasse (II)
<div class="row">tabelZ-klasse (II)
<div class="row">tabelC-klasse (III)
<div class="row">tabelBattle-klasse
<div class="row">tabelWeapon-klasse
<div class="row">tabelG-klasse (III)
<div class="row">tabel)Daring-klasse (II)
<div class="row">tabeelCounty-klasse
<div class="row">tabelBristol-klasse
<div class="row">tabelSheffield-klasse
<div class="row">tabelDaring-klasse (III)
<div class="row">tabelReferences
Notes
- 1Toby, 1985, pag. 108-113
- 2Jentsura, 1976, pag. 126
- 3Hildebrand, 1981, pag. 17-18
- 4Manning, 1979
- 5Lyon, 1997, pag. 40-41
- 6Lyon, 1997, pag. 53-58
- 7Lyon, 1997, pag. 98
- 8Lyon, 1997, pag. 20
- 9Lyon, 1997, pag. 43, 98
- 10Lyon, 1997, pag. 56, 98
- 11Chesneau, 1980, pag. 87
- 12Manning, 1997, pag. 39
- 13Konstam, 2017, pag. 16
- 14March, 1966
- 15Henshaw, 2020, pag. 9
- 16Crossley, 2012, pag. 27-32
- 17Konstam, 2017, pag. 20
- 18Gogin, 2021, pag. 99-102
- 19Gogin, 2021, pag. 99-101
- 20Gogin, 2021, pag. 100-101
- 21Gogin, 2021, pag. 101-102
- 22Konstam, 2017, pag. 21
- 23Gogin, 2021, pag. 102
- 24Brown, 2010, pag. 73, 194
- 25March, 1966, pag. 219
- 26Konstam, 2017, pag. 16-17
- 27March, 1966, pag. 217-220
- 28March, 1966, pag. 216-217
- 29Konstam, 2017, pag. 18
- 30Konstam, 2017, pag. 27
- 31Friedman, 2009
- 32Brown, 2009
- 33Konstam, 2017, pag. 27-28
- 34Konstam, 2017, pag. 29-30
- 35Konstam, 2017, pag. 31-32
- 36Konstam, 2017, pag.32
- 37English, 1993, pag. 62-63, 75
- 38Whitley, 1988, pag. 103-105
- 39Lenton, 1998, pag. 156-158
- 40Konstam, 2017, pag. 34-35
- 41English, 1993, , pag. 75, 88-93, 102
- 42Lenton, 1998, pag. 159-161
- 43Whitley, 1988, pag. 109-110
- 44Chesneau, 1980, pag. 48
- 45Chesneau,1980, pag. 40
- 46English, 1993, pag. 127-134
- 47Lenton, 1998, pag. 163
- 48Friedman, 2009, pag. 227
- 49Lenton, 1998, pag. 161
Book references
- Brown, D.K. - The Grand Fleet
- Brown, L. - British Destroyers A-I and Tribal Classes
- Chesneau, R. - Conway's All The World's Fighting Ships, 1922-1946
- Crossley, J. - British Destroyers 1892–1918
- English, J. - Amazon to Ivanhoe
- Friedman, N. - British Destroyers
- Gogin, I. - Fighting Ships of World War Two volume 1
- Henshaw, J. - V & W Destroyers
- Hildebrand, H.H. - Die deutschen Kriegsschiffe, Band 4
- Jentsura, H. - Warships of the Imperial Japanese Navy, 1869–1945
- Konstam, A. - British Destroyers 1939–45
- Lenton, H.T. - British & Empire Warships of the Second World War
- Lyon, D. - The First Destroyers
- Manning, T.D. - The British Destroyer
- March, E. - British Destroyers 1892-1953
- Whitley, M.J. - Destroyers of World War 2
- Wright, M.G. - British and Commonwealth Warship Camouflage of WWII
- Toby, A. Steven (1985). "The "Can-Do" Tin Can". Proceedings. United States Naval Institute. 111 (10)