Britse Battlecruiser Squadron (1919)

Inleiding

Direct na afloop van de Eerste Wereldoorlog werden vanaf 1919 tot aan het verlies van HMS Hood in mei 1941 en HMS Repulse in december 1941, de slagkruisers van de Britse Royal Navy formeel ondergebracht binnen het Battlecruiser Squadron. Na het verlies van twee van de laatste drie slagkruisers tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de eenheid opgeheven.

Image 27375
Battlecruiser Squadron, Gibraltar, februari 1923 Source Public Domain (onbekend)

Organisatie

Commanding Officer:
Rear Admiral Roger John Brownlow Keyes (Schout-bij-Nacht)
Rear Admiral Walter Henry Cowan (Schout-bij-Nacht)
Vice Admiral Frederick Laurence Field (Vice-admiraal)
Vice Admiral Cyril Thomas Moulden Fuller (Vice-admiraal)
Vice Admiral Frederic Charles Dreyer (Vice-admiraal)
Vice Admiral Alfred Dudley Pickman Rogers Pound (Vice-admiraal)
Vice Admiral Wilfred Tomkinson (Vice-admiraal)
Vice Admiral William Milbourne James (Vice-admiraal)
Vice Admiral Sidney Robert Bailey (Vice-admiraal)
Vice Admiral Geoffrey Blake (Vice-admiraal)
Vice Admiral Andrew Browne Cunningham (Vice-admiraal)
Rear Admiral Geoffrey Layton (Schout-bij-Nacht)
Rear Admiral William Jock Whitworth (Schout-bij-Nacht)
Rear Admiral James Fownes Somerville (Schout-bij-Nacht)
Rear Admiral William Jock Whitworth (Schout-bij-Nacht)
Vice Admiral Lancelot Ernest Holland (Vice-admiraal)
8 april 1919
31 maart 1921
15 mei 1923 - 13 oktober 1923
30 april 1925
21 mei 1927
1 mei 1929
24 april 1931
15 augustus 1932
14 augustus 1934
12 augustus 1936
3 juli 1937
23 juli 1938
1 juni 1939 - 11 maart 1940
28 juni 1940
10 augustus 1940
7 mei 1941 - 24 mei 1941
Vlaggenschip:
HMS Lion (22)
HMS Hood (51)
HMS Renown (72)
HMS Hood (51)

Chief Staff Officer:
Captain Irvine Gordon Glennie
3 mei 1939
Flag Captain:

Captain Irvine Gordon Glennie
3 mei 1939
Flag Lieutenant-Commander:
Lieutenant-Commander John Michael Villiers
1 juni 1939
Secretary:

Paymaster Commander Frederick Robert Joseph Mack
1 juni 1939
Squadron Torpedo Officer:
Commander William Alexander Dallmeyer
1 oktober 1936 - juli 1937

Ontstaan

Op 1 januari 1913, werd ten gevolge van een herindeling, het 1st Battlecruiser Squadron geformeerd, bestaande uit slagkruisers van de Royal Navy. Tot die tijd waren de slagkruisers ingedeeld in het 1st Cruiser Squadron. Na instroming van nieuwe slagkruisers in 1913, werden de oudere slagkruisers samengevoegd in een 2nd Battlecruiser Squadron. In 1915 werd nog een 3rd Battlecruiser Squadron geformeerd. De Battlecruiser Squadrons werden verdeeld over de Grand Fleet en de Mediterranean Fleet. Na de Slag bij Jutland op 31 mei en 1 juni 1916, waren de verliezen onder de slagkruisers dusdanig dat het 3rd Battlecruiser Squadron alweer opgeheven moest worden. De overgebleven schepen werden toegevoegd aan het 2nd Battlecruiser Squadron om de verliezen aldaar op te vangen. Na de Eerste Wereldoorlog werden de oudere slagkruisers uit de vaart genomen. Op dat moment had de Royal Navy nog drie slagkruisers in dienst met een vierde in aanbouw.

Eind 1919 werd besloten de slagkruisers samen te voegen tot één eskader, het Battlecruiser Squadron als onderdeel binnen Home Fleet. Dit bestond op dat moment uit HMS Lion (22), HMS Tiger (42), HMS Princess Royal (29), HMS Renown (72) en HMS Repulse (34). Na indienststelling van de nieuwe HMS Hood (51) in mei 1920, werden HMS Lion, HMS Tiger en HMS Princess Royal in reserve geplaatst en later gesloopt. Op 18 mei 1920 werd HMS Hood het vlaggenschip van Battlecruiser Squadron. In 1923 werden HMS Hood en HMS Repulse tijdelijk ingedeeld bij het Special Service Squadron, samen met schepen uit het 1st Light Cruiser Squadron. Met deze eenheid werd een wereldreis gemaakt van 27 november 1923 tot 29 september 1924. Tussen mei 1929 en mei 1931 werd HMS Hood tijdelijk uit de vaart genomen voor een reconstructie. In die periode werd HMS Tiger weer tijdelijk in dienst gesteld tot het schip na het opnieuw in dienst nemen van HMS Hood definitief werd gesloopt.

Tweede Wereldoorlog

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bevonden alle drie de schepen van Battlecruiser Squadron zich binnen het verband van Home Fleet van de Royal Navy in Groot-Brittannië. De schepen werden veelal ingezet als individuele schepen en niet als eskader. HMS Hood was de eerste die op 24 mei 1941 in gevecht met het Duitse slagschip Birmarck verloren ging. HMS Repulse werd in de loop van 1941 naar het Verre Oosten gezonden en toegevoegd aan East Indies Command, waar het op 10 december 1941 verloren ging. HMS Renown overleefde de Tweede Wereldoorlog en werd in 1948 gesloopt. Na het verloren gaan van HMS Hood, werd besloten Battlecruiser Squadron op te heffen.

Ingedeelde schepen

<div class="row">
1919:
HMS Lion (22) - Vlaggenschip
HMS Princess Royal (29)
HMS Repulse (34)
HMS Renown (72)
HMS Tiger (42)


18 mei 1920:
HMS Hood (51) - Vlaggenschip
HMS Renown (72)
HMS Repulse (34)


mei 1929 - mei 1931
HMS Tiger (42)
HMS Renown (72) - Vlaggenschip
HMS Repulse (34)


mei 1931 - 24 mei 1941:
HMS Hood (51) - Vlaggenschip
HMS Renown (72)
HMS Repulse (34)