1 Duitse Panzer-Abteilung z.b.V. 40
De Duitse Panzer-Abteilung z.b.V. 40
Inleiding
De Panzer-Abteilung z.b.V. 40 werd begin 1940 opgericht als Heerestruppe ter ondersteuning van Operatie Weser (Weserübung). De eenheid werd hierbij ingezet voor de bezetting van Denemarken en de strijd in Noorwegen. Bij aanvang van Operatie Barbarossa, werd de eenheid naar Finland gezonden om daar de strijd tegen de Sovjet-Unie te ondersteunen. De het personeel van de eenheid zou uiteindelijk opgaan in de 25. Panzer-Division, terwijl met het materieel een Panzer-Kompanie 40 werd geformeerd.
Bevelhebbers: |
Oberstleutnant Ernst Volckheim (1940 - 1941) Oberstleutnant Klaus von Heimendahl (1941 - januari 1942) Major von Burstin (m.d.F.b. januari 1942 - maart 1941) Oberstleutnant Klaus von Heimendahl (maart 1941 - december 1942) |
Bevelstructuur
onderdelen: |
|
1. Kompanie |
Hauptmann von Burstin |
2. Kompanie |
Hauptmann Tölke Oberleutnant Hartmann (juli 1941) |
3. Kompanie |
Hauptmann Niedrieck Oberleutnant Walter |
Geschiedenis
De Panzer-Abteilung z.b.V. 40, oftewel Panzer-Abteilung zur besonderen Verwendung 40, werd op 8 maart 1940 geformeerd te Dabendorf, binnen Wehrkreis III. De eenheid was bedoeld als een Heerestruppe. De eenheid werd geformeerd ter ondersteuning van Operatie Weser (Weserübung), de invasie in Noorwegen en Denemarken.
De afdeling werd geformeerd met drie compagnies met elk drie Panzerzuge. De eenheden voor elke compagnie waren afgestaan door bestaande pantserdivisies en wel door afstand van de 6. Kompanie / Panzer-Regiment 6, 1 Kompanie / Panzer-Regiment 35 en 5. Kompanie / Panzer-Regiment 15. De meeste voertuigen van de eenheid waren Panzerkampfwagen I (PzKpfw I), maar ook enkele Panzerkampfwagen II waren aan de eenheid toegevoegd. Voor vervanging en opleiding werd de Panzer-Ersatz-Abteilung 5 gebruikt.
Samenstelling Weserübung
Panzer-Abteilung
z.b.V. 40 |
|
Stab |
|
Nachrichten-Zug |
|
1. leicht-Panzer-Kompanie |
|
Kompanie Stab |
|
1. Panzer-Zug |
|
2. Panzer-Zug |
|
3. Panzer-Zug |
|
4. Panzer-Zug |
|
2. leicht-Panzer-Kompanie |
|
Kompanie Stab |
|
1. Panzer-Zug | |
2. Panzer-Zug | |
3. Panzer-Zug | |
4. Panzer-Zug | |
3.leicht-Panzer-Kompanie |
|
Kompanie Stab |
|
1. Panzer-Zug | |
2. Panzer-Zug | |
3. Panzer-Zug | |
4. Panzer-Zug |
Weserübung
De Panzer-Abteilung z.b.V. 40 werd formeel toegevoegd aan de 11. Schützen-Brigade, maar onderdelen functioneerde elders ter ondersteuning. De 3. Kompanie werd op 9 april 1940 naar Noorwegen gestuurd, terwijl de 11. Schützen-Brigade voornamelijk in Denemarken werd ingezet. Een deel van de 3. Kompanie bevond zich aan boord van de Urundi, die aan de grond liep voordat het Noorwegen had bereikt. Vijf tanks van de 3. Kompanie bevonden zich aan boord van de Antaris H., welke tot zinken werd gebracht voordat het Noorwegen had bereikt. Pas met een latere transportgolf bereikten de eerste pantsers Noorwegen vanuit Denemarken op 17 april 1940. De 1. Kompanie en 2. Kompanie, werden na de operatie Weserübung-Süd, op 20 april 1940 naar Oslo gezonden om aan de strijd bij Weserübung-Nord deel te nemen. Op 19 april 1940, werd Panzerzug Horstmann, onder bevel van Oberleutnant Horstmann, aan de eenheid toegevoegd. Deze zug was uitgerust met de Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug. Dit onderdeel zou vanaf 20 april 1940 de opmars van de 196. Infanterie-Division ondersteunen.
Aan het einde van de strijd in Noorwegen, bestond de eenheid nog uit het volgende materieel en samenstelling:
Panzer-Abteilung
z.b.V. 40 |
|
Stab |
|
Nachrichten-Zug |
|
1. leicht-Panzer-Kompanie |
8 x Panzerkampfwagen I (PzKpfw I) 7 x Panzerkampfwagen II ((PzKpfw II) 3 x kleine Panzerbefehlswagen (sdKfz 265) |
2. leicht-Panzer-Kompanie |
8 x Panzerkampfwagen I 4 x Panzerkampfwagen II |
3.leicht-Panzer-Kompanie |
5 x Panzerkampfwagen I 5 x Panzerkampfwagen II 1 x kleine Panzerbefehlswagen |
Zug Walter |
4 x Panzerkampfwagen I 1 x Panzerkampfwagen II |
Zug Meier |
4 x Panzerkampfwagen I 1 x Panzerkampfwagen II |
Zug Putlos |
3x Panzerkampfwagen Neubaufahrzeug |
Na de strijd in Noorwegen werd een 4. Kompanie aan de eenheid toegevoegd, welke op 7 november 1940 werd samengevoegd met de 3. Kompanie. De 1. Kompanie werd vervolgens toegevoegd aan het Gebirgs-Armeekorps Norwegen, terwijl de andere twee in Oslo achterbleven.
Op 22 juni 1941 werd de Panzer-Abteilung z.b.V. nog genoemd als onderdeel van het XXXVI. Gebirgs-Armeekorps en werd de eenheid, uitgezonderd de 1. Kompanie, verscheept naar Finland en gezonden naar het front bij Salla. De 1. Kompanie zou over land volgen, samen met het Gebirgs-Armeekorps Norwegen.
Op 18 november 1942 werd de Panzer-Abteilung z.b.V. 40 van het Finse front teruggetrokken naar Noorwegen. Op 16 december 1942 werd het omgevormd tot II. Abteilung, Panzer-Regiment 9 en ingevoegd in de nieuw opgebouwde 25. Panzer-Division. De eenheid had haat tanks achtergelaten in Finland, waar deze werden gebruikt voor de opbouw van de Panzer-Sicherungskompanie, welke al snel werd omgevormd tot Panzer-Kompanie 40.
Feldpostnummers: |
|
Stab |
37593 |
1. Kompanie |
14016 |
2. Kompanie |
30078 |
3. Kompanie |
19603 (tot eind 1941) 20426 (vanaf samenvoeging met 4. Kompanie) |
4. Kompanie |
20426 (tot samenvoeging met 3.
Kompanie) |
Werkstatt-Zug |
25780 (vanaf juli 1942) |




References
Sources
- Panzer-Abteilung z.b.V. 40 / Feldgrau
- Panzer-Abteilung z.b.V. 40 / AxisHistory
- Panzer-Abteilung z.b.V. 40 / Lexikon der Wehrmach
- Panzer-Abteilung (z.b.V.) 40