1 Noorse Patrouilleschip d.s. Farm (1900)
Inleiding
Het visserij inspectieschip Farm, diende ten tijde van Operatie Weser (Weserübung), als patrouilleschip bij de Sjöforsvaret (Noorse Marine). Na de strijd om Noorwegen, kwam het schip bij de Kriegsmarine in dienst bij de Hafenschutzflottille Oslo als Armin (NO30).

Gegevens
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Stavanger Stöperi & Dok, Stavanger |
1900 |
? |
? |
15 oktober 1982 |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
||
1900 |
1939 |
Visserijinspectievaartuig
Farm |
||
1939 |
april 1940 |
patrouilleboot Farm
- Sjöforsvaret (Noorse Marine) |
||
april 1940 |
1945 |
Hafenschützboot
Armin (NO30) - Kriegsmarine |
||
1945 |
1946 |
Accommodatieschip
German Minesweeping Administration (GM-SA) |
||
1946 |
november 1946 |
patrouilleboot Farm
- Sjöforsvaret (Noorse Marine) |
||
1946 |
1949 |
sleepschip - Alf
Mortensen |
||
1949 |
1964 |
visserijschip Oborg
- Otto Kock |
||
1964 |
1972 |
visserijschip Ulöy -
Torleif Gamst |
||
1972 |
1974 |
visserijschip Ulöy -
Tövind Isaksen |
||
1974 |
1979 |
visserijschip
Tunstein - Somon Mögster |
||
1979 |
15 oktober 1982 |
Siw Aina - Arne
Boninsen |
Geschiedenis
De Farm was van oorsprong een inspectieschip voor de visserij uit 1900. Gebouwd bij de Stavanger Stöperi & Dok, met een lengte van 42,50 meter, een breedte van 6,1 meter en een diepgang van 3,3 meter. De Farm had een waterverplaatsing van 425 BRT kon een snelheid van 9 knopen bereiken en had een bemanning van 32 koppen. Het schip was bewapend met twee stuks 65 mm Hotchkis geschut.
In april 1940 opereerde het schip bij Oslo als patrouilleschip voor de Sjöforsvaret (Noorse Marine). Het schip was ingedeeld bij de Oslofjord Bevoktningsavdelning en voer onder bevel van Kapitan G.S. Amundsen.
Op 12 april 1940 werd het schip overgenomen door de Kriegsmarine en ingedeeld als Armin (NO30) bij de Hafenschutzflotille Oslo. In 1945 werd het schip overgeheveld als accommodatie schip naar de German Minesweeping Administration (GM-SA) en in 1946 teruggegeven aan Noorwegen.

De Noorse marine verkocht het schip in november 1946 aan Alf Mortensen in Oslo die het liet ombouwen tot sleepschip. In 1949 zonk het schip in Brevik. Nadat het werd geborgen, werd het verkocht aan Otto Kock in Vedevägen, die het liet verbouwen tot visserijschip. Het schip kwam in de vaart onder de naam Oborg. In 1964 werd de Oborg verkocht aan Torleif Gamst in Rotsund en kwam het in de vaart als Ulöy. Het schip werd in 1972 doorverkocht aan Tövind Isaksen in Rotsund en in 1974 aan Somon Mögster in Stavanger, waarna het schip als Tunstein in de vaart kwam. In 1979 werd het schip andermaal verkocht, dit keer aan Arne Boninsen in Kabelväg, waarna het in 1980 de naam Siw Aina kreeg. Op 15 oktober 1982 werd het schip uit de vaart genomen en afgezonken.
Technische gegevens
Naam: | d.s. Farm / Armin |
|
Callsign/Registratie: |
? / NO30 |
|
Bouwer: |
Stavanger Stöperi & Dok,
Stavanger |
|
Bouwnummer: |
? |
|
Type/Klasse: |
Patrouilleschip-Hafenschützboot
/ ? |
|
Waterverplaatsing: |
425 BRT |
|
Lengte: |
42,50 meter |
|
Breedte: |
6,10 meter |
|
Diepgang: |
3,30 meter |
|
Aandrijving |
? |
|
Snelheid: |
9 knopen (16,67 km/u) |
|
Bewapening: |
2 x 65 mm Hotchkis |
|
Bemanning |
32 |