1 Britse War Cabinet, de Britse regering in oorlogstijd
Het Britse Oorlogskabinet, het War Cabinet
Inleiding
Het Britse War Cabinet werd geformeerd ten tijde van oorlog en kreeg verregaande beslissingsbevoegdheid, waardoor zonder tussenkomst van het parlement belangrijke beslissingen genomen konden worden. Over het algemeen trachtte men ten tijde van oorlog een dergelijk kabinet samen te stellen met ministers van zowel de vooroorlogse regeringspartij als vanuit de oppositie.
Ontstaan
Gedurende de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog bleek dat belangrijke beslissingen door langdurige discussies vaak te lang op zich lieten wachten. Dit ging ten koste van de oorlogsinspanningen. De Britse Premier Herbert Henry Asquith, stelde daarom in december 1916 voor om belangrijke beslissingen te laten nemen door een kleine, driekoppige commissie onder leiding van Staatssecretaris David Lloyd George. Door de politieke crisis waarin Groot-Brittannië hierna terecht kwam, werd dit voorstel nooit geëffectueerd.
Toen Asquith werd gedwongen om af te treden, volgde David Lloyd George hem op en vormde een War Cabinet. De leden van dit kabinet hadden over het algemeen geen leiding over een bepaald departement, maar zorgden vooral voor de besluiten die de departementen vervolgens dienden uit te voeren. Om meer invloed op de besluitvorming te geven, werd begin 1917 een Imperial War Cabinet geformeerd, waarin ministers vanuit de Britse Dominions zitting hadden.
Met het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog, werd ook het War Cabinet weer opgeheven.
Tweede Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, verklaarden Frankrijk en Groot-Brittannië op 3 september 1939 de oorlog aan Duitsland. Diezelfde dag formeerde de Premier Neville Chamberlain zijn War Cabinet. Dit War Cabinet werd gedomineerd door ministers uit zijn eigen vooroorlogse kabinet. In tegenstelling tot de situatie tijdens de Eerste Wereldoorlog, hadden de ministers in Chamberlain's War Cabinet wel departementale functies.
In januari 1940 ontstond een conflict tussen Staatssecretaris Leslie Hore-Belisha en de Chiefs of Staff. Dit resulteerde in het opstappen van Hore-Belisha, die werd vervangen door Oliver Stanley. Tot dat moment was het binnen het War Cabinet de gewoonte dat de Chiefs of Staff aanwezig waren tijdens de politieke discussies die gingen over militaire zaken. Gevoed door het conflict, gaf Winston Churchill aan dat hij niet vrij kon discussiëren onder aanwezigheid van de Chiefs of Staff. Dit was hem vooral ingegeven aangezien de Chiefs of Staff zich niet weerhielden van het geven van commentaren op niet militaire zaken. Om conflicten in de toekomst te voorkomen, werd een Military Coordination Committee in het leven geroepen waar de specifieke militaire zaken werden besproken met de Chiefs of Staff, waarna de aanwezige ministers deze in het War Cabinet aan de orde zouden stellen. Deze kommissie bleek niet te functioneren, aangezien veel ministers in het War Cabinet hun gelijk probeerden te halen, wanneer hen dat in de kommissie niet was gelukt. Toen Churchill als First Lord of the Admiralty, het voorzitterschap van de kommissie op zich nam, werden de tegenstellingen alleen nog maar versterkt.
Op politiek vlak was ondertussen Neville Chamberlain in de problemen gekomen en moest zijn functie neerleggen. Winston Churchill werd in mei 1940 aangesteld als premier. Churchill formeerde een nieuw War Cabinet, waarbij hij van de deelnemers eiste dat zij eigen verantwoordelijkheid durfden te nemen. Overleg en discussie zou niet vaker moeten plaatsvinden dan voor het hoog noodzakelijke. Gedurende het verloop van de Tweede Wereldoorlog zouden diverse wisselingen binnen het War Cabinet plaatsvinden.
Na de Tweede Wereldoorlog
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd slechts op twee momenten een War Cabinet geformeerd. Deze weken af van de War Cabinet's tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog doordat ze bestonden naast de bestaande kabinetten. Het waren rompkabinetten van specifiek voor de oorlogsvoering noodzakelijke ministers. Deze War Cabinet's werden geformeerd ten tijde van de Falkland Oorlog in 1982 en de Oorlog in de Perzische Golf (Golfoorlog).

War Cabinet 1916 - 1919
David Lloyd George |
december 1916 - oktober 1919 |
Lord Curzon of Kedleston |
Lord President of the Council december 1916 - oktober 1919 |
Andrew Bonar Law |
Chancellor of the Exchequer december 1916 - oktober 1919 |
Arthur Henderson |
december 1916 - augustus 1917 |
Lord Milner Austen Chamberlain |
december 1916 - april 1918 april 1918 - oktober 1919 |
Jan Smuts |
juni 1917 - januari 1919 |
George Barnes |
mei 1917 - januari 1919 |
Sir Eric Geddes |
januari 1919 - oktober 1919 |
Imperial War Cabinet: |
|
David Lloyd George |
|
Sir Robert Borden, Premier Canada |
|
Louis Botha, Premier Zuid-Afrika |
|
Billy Hughes, Premier Australië |
|
William Massey, Premier
Nieuw-Zeeland |
|
Jan Smuts, Staatssecretaris voor
India |
|

War Cabinet 1939 - 1945
3 september 1939 |
|
Premier Neville Chamberlain
(Conservative) |
|
Sir Samuel Hoare (Conservative) (Lord Privy Seal) |
|
Sir John Simon (National Liberal) (Chancellor of the Exchequer) |
|
Viscount Halifax (Conservative) |
|
Leslie Hore-Belisha (National
Liberal Liberal) Oliver Stanley (Secretary of State for War, vanaf januari 1940) |
|
Sir Kingsley Wood (Conservative) (Secretary of State for Air) |
|
Winston Churchill (Conservative) (First Lord of the Admiralty) |
|
Lord Chatfield (National Liberal) (Minister for the Coordination of Defence) |
|
Lord Hankey (National Liberal) |
|
10 mei 1940: |
|
Winston Churchill (Conservative) (Prime Minister & Minister of Defence, vanaf 10 mei 1940) |
|
Neville Chamberlain
(Conservative) (Lord President of the Council, 11 mei 1940 - 3 oktober 1940) Sir John Anderson (National Liberal) (Lord President of the Council, 3 oktober 1940 - 24 september 1943) |
|
Clement Attlee (Labour) (Lord Privy Seal, vanaf 11 mei 1940) |
|
Viscount Halifax (Conservative) (Foreign Secretary, 11 mei 1940 - 22 december 1940) Anthony Eden (Conservative) (Foreign Secretary vanaf 22 december 1940) |
|
Arthur Greenwood (Labour) (11 mei 1940 - 22 februari 1942) |
|
The Lord Beaverbrook (Conservative) (Minister of State, 1 mei 1941 - 29 juni 1941) (Minister of War Production, 4 februari 1942 - 19 februari 1942) Oliver Lyttelton (Conservative) (Minister of State, 29 juni 1941 - 12 maart 1942) (Minister of Production, vanaf 12 maart 1942) |
|
19 februari 1942: |
|
Winston Churchill (Conservative) (Prime Minister & Minister of Defence) |
|
Clement Attlee (Labour) (Deputy Prime Minister and Secretary of State for Dominions Affairs) |
|
Sir Stafford Cripps (Labour) (Lord Privy Seal, tot 22 november 1942) Lord Beaverbrook (Conservative) (Lord Privy Seal, vanaf 24 september 1943) |
|
John Anderson (Conservative) (Lord President of the Council tot 24 september 1943) Clement Attlee (Labour) (Lord President of the Council vanaf 24 september 1943) |
|
Anthony Eden (Conservative) (Foreign Secretary) |
|
Oliver Lyttelton (Conservative) |
|
Ernest Bevin (Labour) (Minister of Labour) |
|
Sir Kingsley Wood (Conservative) (Chancellor of the Exchequer, 12 mei 1940 - 24 september 1943) Sir John Anderson (National Liberal) (Chancellor of the Exchequer, vanaf 24 september 1943) |
|
Herbert Morrison (Labour) (Home Secretary vanaf oktober 1942) |
|
The Lord Woolton (Conservative) (Minister of Reconstruction vanaf 11 november 1943) |
