Op 10 augustus 1940 werd de Sturmartillerie-Abteilung 184 ingesteld. Na dienst in Frankrijk en overplaatsing naar Joegoslavië, werd de eenheid op 7 februari 1941 omgevormd tot Sturmgeschütz-Abteilung 184. Hierna nam de eenheid voornamelijk deel aan de strijd aan het Oostfront. Op 14 februari 1944 werd de Sturmgeschütz-Abteilung 184 in Letland omgevormd tot Sturmgeschütz-Brigade 184 om op 10 juni 1944 te worden omgevormd tot Heeres-Sturmartillerie-Brigade 184. Op 18 april 1945 vernietigde de eenheid bij Güstrow haar laatste Sturmgeschütze en gebruikte men de overige voertuigen voor transport van vluchtelingen. De restanten van Heeres-Sturmartillerie-Brigade raakten uiteindelijk bij Wesselburen in krijgsgevangenschap.

Sturmartillerie-Abteilung 184
De Sturmartillerie-Abteilung 184 werd op 10 augustus 1940 bij de Sturmartillerie-Lehr-Abteilung te Zinna ingesteld binnen Wehrkreis III. Vanaf haar ontstaan bestond de eenheid uit een staf en drie batterijen. Voor opleiding en vervanging werd gebruik gemaakt van de Sturmartillerie-Lehr-Abteilung. Vanaf september 1940 werd de Sturmartillerie-Abteilung als Heeres eenheid ingezet bij de bezettingsmacht in Frankrijk. In januari 1941 volgde een overplaatsing naar Kolmar om hierna te worden gestationeerd aan de grens met Joegoslavië. Op 7 februari 1941, werd de Sturmartillerie-Abteilung 184 omgevormd tot Sturmgeschütz-Abteilung 184. Vanaf 1941 werd de opleiding en vervanging verzorgd door Sturmgeschütz-Ersatz und Ausbildungs-Abteilung 200.

Sturmgeschütz-Abteilung 184
Als onderdeel van Heersgruppe Weichs, nam de Sturmgeschütz-Abteilung deel aan de veldtocht op de Balkan. Na afloop van de operaties werd de eenheid overgeplaatst naar Judenburg in Stiermarken om op 5 mei 1941 te worden gestationeerd in Lötzen. Op het Noordelijk gedeelte van de opmars naar het Oosten, nam de eenheid vanaf 22 juni 1941 deel als onderdeel van VIII. Armeekorps, waarna men op 28 juni 1941 te Prawa ter beschikking van de 28. Infanterie-Division werd gesteld. Op 12 juli 1941 werd, dit keer als onderdeel van de 18. Infanterie-Division Gorodok bereikt en trok men verder naar het Oosten. Op 10 oktober 1941 verplaatste men de Sturmgeschütz-Abteilung 184 voor hergroepering naar Treuenbrietzen, nabij Jüterbog om een week later weer deel te nemen aan de strijd bij Cholm. Na de strijd om Cholm werd de eenheid ingezet bij de gevechten rond Demjansk, waarna men in Cholm kon bijkomen van de strijd. In januari 1942 werd de 1. Batterie overgedragen aan de Sturmgeschütz-Abteilung 189 en werd Sturmgeschütz-Batterie 666 omgevormd tot nieuwe 1. Batterie.

De Sturmgeschütz-Abteilung 184 werd op 30 maart 1943 naar Werro in Estland verplaatst, waarna men van juni tot oktober deelnam aan de strijd bij Staraja Russa. Op 7 oktober lag de eenheid bij Newel, waarna men strijdend terugtrok richting Lyly, dat op 11 januari 1944 werd bereikt. Op 14 februari 1944 werd de eenheid omgevormd tot Sturmgeschütz-Brigade 184.

Sturmgeschütz-Brigade 184
Vanaf april 1944 werd de Sturmgeschütz-Brigade 184 ingezet bij de strijd rond Pleskau en de terugtocht in Zuid-Letland. Hier werd de eenheid op 10 juni 1944 omgevormd tot Heeres-Sturmartillerie-Brigade 184.

Heeres-Sturmartillerie-Brigade 184
Op 12 juli 1944 bereikte de Heeres-Sturmartillerie-Brigade 184 de plaats Dünaburg om aan het eind van die maand te worden gehergroepeerd in Friedrichstadt. Op 6 augustus 1944 werd men alweer ingezet bij de strijd in de omgeving van Stockmannsdorf en Odzienas. De gevechten in het Zuiden van Letland hielden aan tot 10 september 1944, waarna de brigade via het spoor naar het Noorden werd getransporteerd tot Walk. Hier werd het ingezet tegen het Sovjet zomeroffensief. Op 6 oktober 1944 trok de eenheid door Riga en op 10 oktober 1944 door Libau. De opmars van de Sovjets dwong de eenheid Memel te verlaten en richting Cranz te trekken. Op 19 november 1944 werd de omgeving van Braunsberg bereikt.

Na verplaatsingen via Möckern en Libau, werd de Brigade op 17 december 1944 rond Prekuln ingedeeld bij de 18. Armee om op 29 januari 1945 ingedeeld te worden bij de 16. Armee rond Frauenburg. Halverwege april 1945 werd Ebeswalde bereikt en op 18 april 1945 werden de laatste aanwezige Sturmgeschütze onklaar gemaakt. Met de overgebleven voertuigen werd gepoogd zo veel mogelijk vluchtelingen weg te voeren. De restanten van de Heeres-Sturmartillerie-Brigade 184, geraakten bij afloop van de Tweede Wereldoorlog nabij Wesselburen in krijgsgevangenschap.