Het lot van Maria/Miep Oranje

Vooronderzoek / Think Piece

De ‘Moeder van het Verzet’, de ‘Engel des Doods’ en ‘de ‘Grootmoordenaar’

Bij wie behoren deze drie epitheta of bijnamen?

De ‘Moeder van het Verzet’ was Helena Kuipers-Rietberg, verzetsnaam Tante Riek, oprichtster van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Zij zou verraden zijn door Maria (Miep) Oranje, verzetsnaam Edith, de ‘Engel des Doods’ die, na tijdens haar werk als koerierster gearresteerd te zijn, een informante (V-Frau) werd van de SD-er Herbert Oelschlägel, de ‘Grootmoordenaar, en verraad pleegde. De laatste twee bijnamen, van Bijbelse oorsprong, worden onder meer gebruikt voor Mengele (Engel des Doods) en Hitler (Grootmoordenaar) en in verband met Oelschlägel is slechts één plaats aan te wijzen waar deze zo genoemd werd.1 De Engel des Doods dook recentelijk op in een krantenartikeltje betreffende Miep Oranje.2 Van zowel Miep Oranje als Oelschlägel wordt gezegd honderden slachtoffers gemaakt te hebben, de een door verzetsstrijders te verraden, de ander door ze te laten arresteren. De wat gematigdere stemmen brengen de honderden terug tot tientallen.

Deze studie hoopt enig licht te werpen op het lot van Maria/Miep Oranje. Over de familieachtergrond van Miep Oranje is het een en ander te vinden op het internet. Een meisje uit een gereformeerd gezin. In 1943 weigerde zij de loyaliteitsverklaring te tekenen en beëindigde haar studie sociale geografie aan de Universiteit van Utrecht. Daarna zou zij in haar woonplaats Soest bij het verzet betrokken zijn geweest als koerierster. Tijdens dit koerierswerk werd zij gearresteerd en overgebracht naar het huis van bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. Oelschlägel werd daar haar ‘Sachbearbeiter’ en hij zou haar tot V-Frau hebben gemaakt. De arrestatie zou hebben plaats gevonden op 30 december 1943 en zij zou ontsnapt zijn uit de gevangenis.

Miep had een ouder zuster, Henderina Cornelia of Henny, die in Amsterdam woonde en gehuwd was. Op 23 november 1950 werd zij ondervraagd over haar zuster Miep door een medewerker van de Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen. Henny verklaarde3:
Mijn zuster Maria Oranje, geboren de 6e Mei 1923 te Bloemendaal, thans gemeente Haarlem, studeerde gedurende de oorlog aan de Universiteit te Utrecht. Zij studeerde etymologie [sic.]. Haar roepnaam was Miep. Zij weigerde destijds de loyaliteitsverklaring te tekenen en kwam zodoende in de illegaliteit terecht. De naam van de groep waarvoor zij werkte is mij onbekend. Naar ik meen is zij in 1943 gearresteerd en heeft zij gevangen gezeten in de gevangenis aan de Amstelveenseweg, te Amsterdam. Hoelang zij daar gevangen gezeten heeft is mij onbekend, doch wel weet ik, dat zij daarna opgenomen is geweest in het Wilhelminagasthuis te Amsterdam, waaruit zij ontvlucht is. Later na of in Augustus 1944, is zij wederom gearresteerd. Waar deze arrestatie heeft plaatsgevonden, door wie en waarheen mijn zuster, voornoemd, gevoerd werd, is mij onbekend.…

Het laatst heb ik mijn zuster gezien vóór haar eerste arrestatie. Mijn vader …, en mijn oom, Willem Nicolaas de Blaey … hebben meer in contact gestaan met mijn zuster en kunnen u terzake ook betere inlichtingen verstrekken. …

Haar vader zag haar voor het laatst op 8 augustus 1944. Een studievriendin ontmoette haar de volgende dag, op 9 Augustus, en was de laatste die haar in levende lijve zag. Na de oorlog werd door een Rechtbank in Utrecht een ‘Rechtsvermoeden van Overlijden’ uitgesproken en als dag van haar wettelijke overlijden werd 9 Augustus 1944 vastgesteld.4 Meerdere verhalen doen de ronde dat zij nog na de bevrijding gezien zou zijn, op diverse plaatsen in het land. Er bestaan meerdere verhalen dat zij door ‘het verzet’ geliquideerd zou zijn, op wel vier verschillende locaties. Er zijn meerdere theorieën dat zij na de oorlog naar een buitenland vertrok. Uit alle verhalen wordt niet meer duidelijk dan uit de verklaring van Mieps zuster Henny. De door haar genoemde tweede arrestatie ‘na of in augustus’ is echter uniek; zij is de enige die dat, waar of niet waar, naar voren brengt.

Picture: 10627
Source De Telegraaf 08-05-1923

Bronnen

Er bestaan drie min of meer officiële versies van de Miep Oranje story. De meest recente is een onderzoeksrapport uit 2000, samengesteld door een groepje amateur-onderzoekers.5 In dit rapport worden lijsten gegeven van de ‘Slachtoffers, gemaakt door het verraad van Miep Oranje’, onderverdeeld in twee groepen:
32 dodelijke slachtoffers - 14 personen teruggekeerd6

Voor geen van de 32 ‘dodelijke slachtoffers’ op de lijst bestaat hard bewijs, dat zij de dood vonden ten gevolge van verraad door Miep Oranje. Van meerdere personen is het hoogst twijfelachtig of ze door Miep verraden werden en bij enige staat het vast, dat zij om een andere reden werden opgepakt. Het rapport concludeert: dat Miep Oranje kort na de bevrijding werd vermoord in de buurt van Scherpenzeel. Dit op gezag van twee anonieme telefoontjes naar één van de onderzoekers. ‘Op zekere dag’, na februari 1945, toen zij voor het laatst in Amsterdam gesignaleerd zou zijn, zou zij zijn doodgeschoten.

De tweede bron is een televisiedocumentaire uitgezonden in 1996.7
De beschrijving zegt:
Het verraad van Miep Oranje
Reportage over Miep Oranje. Een jonge vrouw die tijdens WO II als koerierster werkte bij het verzet. Zij werd opgepakt en in de gevangenis werd zij verliefd op de Duitse SD-chef Herbert Oelschlägel. Zij werd door hem vrijgelaten en infiltreerde in de landelijke top van het verzet en verraadde vervolgens haar vroegere kameraden aan de Duitsers. Honderden verzetsmensen werden opgepakt en velen vonden in de concentratiekampen de dood. Na de oorlog trouwde zij met een officier van de Britse Inlichtingen Dienst en verdween spoorloos. Tot verdriet van haar slachtoffers en hun nabestaanden bleef zij onbestraft.
INTERVIEWS hierover met: - mr. P. Brilman, officier van justitie - Kees Brouwer, oud-verzetsman en slachtoffer van Miep Oranje; - Miep Wielinga-Quelle, verzetsvriendin van Miep Oranje; - Jan de Jong en mr. G. de Jongste, oud-verzetsmannen; - Tineke Wibaut, medegevangene van Miep Oranje.
SHOTS: - cu SD-officiersuniform en pet; - ouderlijk huis van Miep Oranje in Soest; - int. Huis van Bewaring Amsterdam; - graf van Herbert Oelschläger; - foto’s zw/w: Miep Oranje; leerlingen Baarns Lyceum; Herbert Oelschläger; div. slachtoffers die zijn omgekomen.

Voor wie de uitzending gemist heeft kan ik verraden dat de foto van Herbert Oelschläger die getoond wordt de foto is van Untersturmführer Wilhelm Oligschläger, geknipt uit een groepsfoto van 65 SD-ers werkzaam in Amsterdam, waar Herbert Oelschlägel helaas niet op staat. Er zijn geen foto’s van hem bekend. Het SD-uniform en de pet zijn wel suggestief, maar Oelschlägel ging in burger en droeg bij zijn liquidatie een regenjas en een hoed. Dat zij na de oorlog getrouwd zou zijn met ‘een officier van de Britse Inlichtingen Dienst’ is onjuist, althans zeker niet met de man die in de documentaire genoemd wordt en zij vertrok niet, zoals beweerd word, naar Tanzania.8 Maar afgezien van deze kleinigheden levert deze documentaire een groter probleem op. Eén der geïnterviewden, Tineke Wibaut, vertelt dat Miep haar celgenote was op de Amsteveenseweg.
Valentine Elisabeth Wibaut-Guilonard (1922-1996) werd op 17 september 1943 gearresteerd en op 2 januari 1944 overgebracht naar Kamp Vught. Als Miep Oranje op 30 december 1943 werd gearresteerd kan Tineke haar niet gedurende langere tijd als celgenote hebben gehad zoals zij tijdens het programma beweert.
Of het verhaal van Mieps arrestatie klopt niet, of Tineke Wibaut vergiste zich en zat met een andere vrouw in de cel. Volgens Tineke hadden zowel zij als haar celgenote Oelschlägel als 'Sachbearbeiter’.

De derde bron van verhalen is ‘Het Grote Gebod’, het gedenkboek van het verzet in de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) en LKP (Landelijke Knokploegen), verschenen in 1951.9 Zoals de titel aangeeft heeft het werk een christelijke signatuur. In dit gedenkboek wordt het verraad van Miep Oranje breed uitgemeten en wordt zij als tegenpool van Tante Riek afgeschilderd, personificaties van het slechte en het goede.
Het boek is gedateerd. Weliswaar is het gebaseerd op uitgebreid en diepgaand onderzoek, maar, als gedenkboek eert het in de eerste plaats het gereformeerde en hervormde verzet. Gezien in het licht van latere wetenschappelijke studies over de Tweede Wereldoorlog zou men het werk in retrospect revisionistisch kunnen noemen.

Als vierde bron dient Dr. Loe de Jongs ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ‘ genoemd te worden, al neemt hij in grote lijnen zijn beschrijving van Miep Oranje over uit Het Grote Gebod.10

Ook vermeld kan worden het boek ‘Soest onder vuur’, waarin veel verteld wordt over het verzet in Soest en waarin diverse personen getuigen wat een naar meisje die Miep wel was.11

De arrestatie van Miep Oranje, verzetsnaam Edith

Volgens de gangbare lezing werd Miep gearresteerd op 30 december 1943, toen ze per fiets op weg was naar de onderduikershut genaamd ‘Het Duikje’. Het Duikje werd gebouwd door jongens die, niet naar Duitsland wilden in het kader van de ‘Arbeitseinsatz’, op het beboste terrein van Onze lieve Vrouwe ter Eem (thans St. Elisabeth), in Lage Vuursche. Mgr. H.F.M. Münninghoff, één van de initiatiefnemers, verhaalt tijdens een interview uitvoerig hoe het leven daar toeging en hoe het afliep.12 Hoewel de vaste kern bestond uit werkweigeraars was er contact met het lokale verzet en werden er ook geallieerde piloten en personen uit het verzet ondergebracht. Er zat ook één Joodse onderduiker. Er kwam via via een waarschuwing binnen van een ‘goede’ SD-er in Utrecht dat er een overval op handen was, zodat de zeven bewoners in de avond van 29 december 1943 op tijd konden wegkomen. Enige nonnen werden gearresteerd en korte tijd gevangen gehouden in Amsterdam. Op de mislukte overval volgde de volgende dag een grootscheepse Duitse zoekactie. Koerierster Miep Oranje was kennelijk niet gewaarschuwd en werd opgepakt met belastend materiaal in haar fietstas, dat zij bij Het Duikje moest bezorgen: enige kopieën van illegaal drukwerk, met name ‘De Waarheid’ en één of meerdere Duitse uniformen.
[Hoeveel Duitse uniformen passen er in een fietstas?13]

Voor wie zij toen werkte is niet geheel duidelijk. Sommige bronnen zeggen voor de Raad van Verzet (RvV). Er bestond een in de zomer van 1943 opgerichte Knokploeg (KP)-Soest. Ook de Ondergrondse Dienst (OD) en de Raad van Verzet (RvV) waren in en rond Soest actief. Tijdens de eerder genoemd televisie documentaire (KRO, Brandpunt, 03-05-1996) vertelt Miep’s schoolvriendin Miep Quelle, beter bekend als de schrijfster Mink van Rijsdijk, dat zij Miep bij het verzet haalde. Miep Quelle’s oom, de bekende verzetsstrijder Arend Smit, KP-Apeldoorn, had haar zelf tot medewerkster van de groep Rolls Royce gemaakt, alhoewel zij met nier-tuberculose te bed lag. Toen hij verlegen zat om een koerierster had Miep Quelle haar vriendin Miep Oranje voorgedragen en werd Miep Oranje koerierster voor Rolls Royce (RR).14

Na haar arrestatie werd Miep Oranje via Utrecht overgebracht naar Amsterdam en ingesloten in het Huis van Bewaring II. Schriftelijk bewijs van haar arrestatie en detentie is niet bewaard gebleven en voor de rest van het verhaal zijn wij aangewezen op de naoorlogse verhalen van getuigen. Zij zou verliefd zijn geraakt op haar Sachbearbeiter Oelschlägel en diens V-Frau of informante zijn geworden en in die rol haar Soester verzetsvrienden hebben verraden. Na haar vrijlating of ontsnapping zou zij binnengedrongen zijn in het hoofdkwartier van de LO als secretaresse van één der topmannen en zo alle informatie hebben doorgespeeld aan de SD, met als gevolg een reeks van arrestaties in de LO gelederen. Rond Dolle Dinsdag (5 september 1944) zou Oelschlägel haar naar Duitsland hebben gestuurd als verpleegster bij het Duitse Rode Kruis, maar kort daarop zou zij zijn teruggekeerd naar Nederland.

De ‘Time Line’

In het onderzoeksrapport (G.E. de Jongste, A. Elderenbosch) wordt de tijdslijn der gebeurtenissen geschetst. Helaas zijn de meeste tijdsaanduidingen wat vaag, b.v. ‘Loop ‘44’, ‘Zomer ‘44’. Reeds op 5 januari zou zij in Soest zijn verschenen, in het gezelschap van SD-ers. Daarop volgen in januari en februari meerdere arrestaties in Soest en omstreken. Op 4 juli 1944 ontmoette Miep Oranje op de Weteringsschans in Amsterdam een jeugdvriend uit Soest, C. Brouwer. Zij vroeg hem om hulp en hij bezorgde haar een onderduikadres in Rotterdam, waar zij koerierster werd.

Zomer 1944:
M.O. tracht Hugo (lid van het driemanschap belast met de leiding van de L.O.) te laten arresteren bij restaurant Smaalders op de Overtoom in Amsterdam. Zij was met de SD overeengekomen Hugo aan te wijzen aan de SD’ers Rühl en Viebahn. Hugo ontkwam.

Begin augustus 1944 een golf van arrestaties, ten gevolge van het verraad van Miep Oranje. Onder meer een overval van de SD op het hoofdkwartier van de LO te Hilversum, waar Miep werkte met Teus van Vliet (Hugo), en op de Koerierscentrale te Utrecht.

Eén van de laatste data op de lijst is: 20-2-‘45
Rapport nr. 20774/8 uit de PRA-Kartoteek meldt: Miep Oranje gesignaleerd in Amsterdam. Zij bezorgde boodschappen op de adressen Prinsengracht 689 en Leidsegracht 49 (kelderverdieping), resp. bij Coebergh en Rawi. Daarna terug naar haar verblijfplaats; Keizersgracht 321.

Hoofdkwartier LO

In de documentaire komt bovengenoemde Cornelis (Cees) Brouwer, een verzetsvriend van de echtgenoot van Miep Quelle, aan het woord en neemt de schuld op zich voor het aanmonsteren van Miep. Hij zou haar het adres van het hoofdkwartier van de LO in Rotterdam, Beukelsdijk 78B hebben gegeven.

In juli 1944 werd het Centraal Bureau (CB) van de LO opgericht. Op dit CB werkten de leden van de Landelijke Top , waaronder Teus van Vliet. Deze top onderhield de contacten met de lokale leiders. Het CB was aanvankelijk in Hilversum gevestigd, later in Amsterdam. Al met al wordt niet duidelijk wanneer en waar Miep Oranje als secretaresse van Teus van Vliet werkte of wat zij deed en waar zij vertoefde na haar vrijlating of ontsnapping.

Het liefje van Oelschlägel

Voor haar verhouding met Oelschlägel bestaat geen enkel bewijs.

Dat zij ooit voor de SD gewerkt zou hebben wordt bevestigd door een uitspraak van Lages tijdens een verhoor na de oorlog, waarin deze beweert dat zij nuttig werk voor de SD verricht heeft.

Als bewijs van haar korte verblijf in Duitsland als ‘Krankenschwester’ werden twee documenten gevonden, waaruit bleek dat zij voor haar werkzaamheden werd betaald. Als haar adres wordt op deze documenten dat van het hoofdkwartier der SD in Amsterdam gegeven.15

Oelschlägel had in dezelfde tijd een verhouding met een andere V-Frau, Irma Seelig, die hij op Dolle Dinsdag naar zijn ouders in Leipzig stuurde en het heeft er de schijn van dat de verhouding met Irma Seelig model stond voor het verhaal over de liefdesrelatie met Miep.

Het voornaamste Slachtoffer van Miep Oranje

Dat Helena Kuipers-Rietberg (Winterswijk, 26 mei 1893 - Ravensbrück, 27 december 1944) het voornaamste slachtoffer van het verraad van Miep Oranje was is voor velen een dogma, een geloofsartikel, waar niet aan te tornen valt. Het Grote Gebod zegt niet met zoveel woorden dat Miep Oranje (Edith) tante Riek verried, maar predikt:16
Gods wegen zijn wonderlijk. Wie kan ze verstaan? Tante Riek en Edith, ze behoorden tot één en dezelfde kerkelijke gemeenschap. Ze kozen aanvankelijk voor dezelfde weg van verzet. De één stierf in ellende en kommer, maar ondanks dat alles overwinnaar. En de ander verried de vrienden die aan haar zijde streden. Zij stelde haar leven veilig, zowel tegenover hen, die aanvankelijk haar vijanden waren als tegenover hen, die zij door haar verraad zich tot vijanden maakte. Wij weten niet welk lot thans haar deel is. Maar de Schrift zegt: "Zo wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen, maar die het zal willen verliezen om Mijnentwil, die zal het behouden".

Loe de Jong schrijft:17
Een van de velen die door Miep Oranje’s verraad in Duitse handen vielen, was mevr. Kuipers-Rietberg die bijna twee jaar tevoren in haar contact met ds. Slomp de stoot gegeven had tot de oprichting van de LO. Ze was diep ondergedoken in Bennekom maar het adres was Miep Oranje bekend. Mevrouw Kuipers werd er op 19 augustus, enkele dagen voor de bevrijding van Parijs, mèt haar man gearresteerd.

Maar, in een boek van de journalist Jan Hof staat te lezen dat dit verraad indirect was:18
Evert Boven [Nico] is een LO’er van het eerste uur en betrokken geweest bij tal van acties. Hij mag gerust een ervaren verzetsman worden genoemd. Toch blijkt ook nu weer dat een langdurige ervaring niet altijd een waarborg is voor verantwoord handelen.

Op 14 augustus wordt hij in Heelsum gearresteerd als gevolg van het verraderswerk van een studente uit Soest, Miep Oranje (Edith).

Kort voordat zij, toen haar rol bekend was, zou worden uitgeschakeld, heeft zij de SD zoveel informatie verschaft dat er vanaf augustus een regen van arrestaties viel. Daartoe behoorde ook die van de provinciaal leider van Gelderland, Nico. Hoewel vaak gewaarschuwd nooit belastende papieren bij zich te dragen, zondigde hij in ieder geval op die veertiende augustus toch tegen het gebod van voorzichtigheid. Het gevolg was dat er nieuw aangemaakte persoonsbewijzen met de foto’s van Tante Riek en Oom Piet (maar met andere namen) tevoorschijn kwamen.
De SD had toen het felbegeerde spoor naar Tante Riek uit Winterswijk te pakken. Als op 18 augustus het bericht doordringt dat Nico is gearresteerd, wordt in Bennekom beseft dat er gevaar op komst is. ‘We moeten hier zo gauw mogelijk weg’, is de reactie van Tante Riek op wie het bericht veel indruk maakt.

Jawel, door verraad van Miep Oranje, een onzorgvuldigheid van Evert Boven en een fout van Teus van Vliet, die Miep als zijn secretaresse had aangesteld en een waarschuwing tegen haar in de wind had geslagen.

Loe de Jong schrijft over het verraad van de L.O. topman:20

Uiteraard kon zij niet in de R V V penetreren waar men wist dat zij in Duitse handen gevallen was, maar het lukte haar, in de LO als illegaal werkster geaccepteerd te worden, zelfs in de hoogste regionen: zij werd secretaresse van Teus van Vliet, de LO-leider van Zuid-Holland, lid van de ‘Top’, en sinds eind juli '44 een van de drie leden van het Centraal Bureau der LO. De LO, de KP en de RVV voerden in die tijd vrij frequente besprekingen en bij een daarvan werd Miep Oranje, die van Vliet op het betrokken adres moest afhalen, door Gerben Wagenaar herkend. Deze zei onmiddellijk dat zij een onaanvaardbaar risico vormde - van Vliet, die zeer onder de charmes van Miep gekomen was, wilde het niet geloven. Miep van haar kant waarschuwde Oelschlagel, en de ‘SD’ (die van haar, afgezien van mondelinge mededelingen, doorslagen gekregen had van elk briefje dat zij voor van Vliet had moeten typen) kon vervolgens in het gehele land invallen doen op niet minder dan 27 adressen. Talrijke arrestaties vloeiden hieruit voort. Van Vliet bleef alleen maar op vrije voeten doordat hij op de dag waarop men hem wilde arresteren, bij toeval een latere trein nam dan hij met Miep Oranje had afgesproken.

Over Teus van Vliet [Teunis, geb. 15 mei 1913 te Harmelen, Utr., overl. 3 maart 1986 te 's-Gravenhage, onder de naam Casper de Groot,2] weet Wikipedia te melden:21

Ten gevolge van het verraad van Johan van Lom (schuilnaam Van Arkel) werd hij in januari 1945 gearresteerd in Amsterdam. Tijdens de verhoren door de Duitsers sloeg Hugo geheel door. Hij verschafte de Duitsers meer informatie dan de informatie waar zij feitelijk om vroegen. Zo tekende hij een schema van de top van totale verzet in Nederland.

Teus van Vliet is na de oorlog voor een Ereraad van het verzet verschenen.

Hij kreeg onder meer het verbod om vijf jaar te publiceren over de oorlog (hij was na de oorlog redacteur van een christelijk tijdschrift4). Van Vliet is echter na uitgebreid onderzoek volledig gerehabiliteerd.

Miep Oranje schuldig?

Hoewel direct bewijs van haar verraad ontbreekt gaan zelfs de mildste onderzoekers er van uit, dat Miep Oranje een verraadster was: Waar rook is, is vuur! De vraag of zij, indien zij was gearresteerd en voor het gerecht was gedaagd schuldig was bevonden en wat haar straf geweest zou zijn kan niet worden beantwoord. Op grond van de jurisprudentie zou gegist kunnen worden dat zij, met een bekentenis harerzijds, er waarschijnlijk met een jaartje of twaalf vanaf gekomen was en dat zij, met aftrek van voorarrest en met gratie na een jaar of acht op vrije voeten zou zijn gekomen. Nu werd zij, door de publieke opinie, op grond van voornamelijk roddelpraat en niet bewezen aantijgingen, veroordeeld tot hetzij levenslang of de doodstraf.

Onderzoek

De heer Leon de Rouw, een M.O. onderzoeker, raadpleegde het archief van het Rode Kruis, Afdeling Oorlogsnazorg: N.O.B. Dossier No. C/76021 en gaf mij inzage.
Dit dossier bevat een onderzoeksrapport van de Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen (M.T.O.). Het rapport, waarvan de tekst hieronder integraal gegeven wordt, toont wat er aangaande Maria Oranje bekend was eind november 1950.

TEKST:

Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen.

M.T.O Dossier No. 4990
N.O.B. Dossier No. C/760211
ten name van ORANJE, Maria, geboren 6-5-1923

Rapport.

Naar aanleiding van een mij, H.J. OWEL, door de Majoor Mr. H. WELLEMA, Hoofd van de Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen, verstrekte opdracht, stelde ik op 23 November 1950 bij de Officier van Justitie der Bijzondere Strafkamer te Amsterdam, een onderzoek in, naar de aldaar aanwezige gegevens inzake de vermiste Nederlandse MARIA ORANJE, geboren te Bloemendaal, thans gemeente Haarlem, de 6e Mei 1923, laatstelijk gewoond hebbende te Soest, Braamweg No. 110.

Uit de mij, rapporteur, ter inzage verstrekte stukken van dossier No. E III/ 13450, contra MARIA ORANJE, voornoemd, aanwezig bij bovengenoemde Officier van Justitie, bleek dat,gezochte als koerierster werkzaam geweest was voor de Raad van Verzet en dat zij op 29 December 1943, bij een overval van de Feldgendarmerie op een klooster bij de Laage Vuursche was gearresteerd en overgegeven aan de Sicherheitsdienst te Amsterdam, door wie zij gevangen werd gezet in de gevangenis aan de Amstelveenscheweg te Amsterdam.
Verder bleek uit een proces verbaal, opgemaakt door de Rechercheur Johan VULPEN, van de Politieke Recherche Afdeling te Utrecht, contra Maria Oranje, dat tijdens een verhoor van Emil RÜHL, S.D. Offizier, geboren 8-5-1904 in Gevelsberg, wonende te Duisburg, Buchholzerstrasze No. 93, deze verklaarde, dat Maria ORANJE als "V"-Frau der S.D., onder leiding van OELSCHLAEGEL gewerkt heeft en onder anderen getracht heeft een zekere "Hugo" L.O." in een restaurant aan de Overtoom te Amsterdam te doen arresteren.
Verder verklaarde Willi LAGES, geboren 5-10-1901 te Braunsweich, wonende te Braullage [Braunlage] im Harz, von Langenstrasze No. 6, dat genoemde Maria Oranje, na haar arrestatie op de Laage Vuursche eind December 1943, vrijwillig inlichtingen had verstrekt aan de S.D., waardoor de bestrijding der illegaliteit in belangrijke mate werd bevordert en dat zij op voordracht van de later door de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten geliquideerde Duitse S.D. Officier OEHLSCHLAEGEL in vrijheid was gesteld en onder zijn bevel als vertrouwensvrouw werkzaam was geweest.
Dat gezochte haar verklaringen vrijwillig en zonder dwang had afgelegd en dat hierdoor het Archief van de R.V.V. alsmede spring- stoffen en munitie in handen der S.D. waren gevallen.
Verder verklaarde Willi LAGES, blijkens dit Proces-Verbaal, dat omstreeks de invasie in Nederland M. ORANJE, op voordracht van OEHLSCHLAEGEL, in verband met haar persoonlijke veiligheid, als "Zuster" van het Duitse Roode Kruis naar Duitsland werd gestuurd. Waarheen zij gegaan was, was Lages onbekend.
Uit het Proces Verbaal van het verhoor van Friedrich Christiaan VIEBAHN, geboren 5-9-1910 in Hamborn, wonende te Düsseldorf-Gerrsheim, Unter den Eichen 86, bleken geen verdere gegevens, dan dewelke reeds in de verklaringen van LAGES en RÜHL vermeld waren en hij verklaarde eveneens, dat ORANJE,
ORANJE, voornoemd, geheel vrijwillig haar medewerking had verleend aan de Sicherheits Dienst.

Uit de in dossier No. E II/ 13450, aanwezige processtukken van de zitting van het Polizeistandesgericht te SOEST (Utr.) van 15 Februari 1944, bleek dat gezochte behoord had tot de Raad van Verzet, District Midden-Holland (Gooi, Eemland en Amersfoort.) en dat van deze groep de volgende personen op de daarbij vermelde data werden gearresteerd:

1. Cornelis BURGER, geboren 13-4-1920 te Zeist, gewoond hebbende te Zeist, Joost v.d. Vondellaan No. 52, gearresteerd op 18-1-1944

2. De Jood Carl CAHN, geboren 16-10-1901 te Cochem/Mosel, zonder vaste woon- of verblijfplaats, gearresteerd op 30-1-1944

3. Gerrit FREDERIKS , geboren 13-5-1918 te Kamperveen, gewoond hebbende te Soest, Hartmanlaan No. 22, gearresteerd op 12-2-1944

4. Jan KANIS, geboren 25-12-1900 te Oldenbroek, gewoond hebbende te Amersfoort, Anna Paulownalaan No. 36, gearresteerd op 12-2-1944

5. Rento CARSCHAGEN [Garschagen], geboren 21-3-1921 te Baarn [Medan], aldaar gewoond hebbende aan de B[e]aufortlaan No. 6, gearresteerd op 12-2-1944

6. Cornelis KARMAN, geboren 8-8-1921 te Laren (Gld.), gewoond hebbende te Baarn, Schoolstraat No. 42, gearresteerd op 17-1-1944

7. Dirk v.d. LIST, geboren 31-1-1883 te Gouda, gewoond hebbende te Baarn, Zandvoortlaan No. 13, gearresteerd op 6-1-1944

8. Hendrik MEYER, geboren 5-4-1920 te Soesterberg, gewoond hebbende te Soest, Verlengde Postweg No. 12, gearresteerd op 12-2-1944

9. Hans Ludo SENFF, geboren 28-9-1925 te Leiden, gewoond hebbende te Amersfoort, Stortzuid No. 9, gearresteerd op 12-2-1944

10. Rut VENENDAAL [Rut van Veenendaal], geboren 2-5-1921 te Soest, gewoond hebbende te Tiel, Fabrieksstraat No. 30, gearresteerd op 12-2-1944

11. De Jood Barend Waterman, geboren 21-3-1882 te Amsterdam, zonder vaste woon- of verblijfplaats, gearresteerd op 12-2-1944

Bovenvermelde personen maakten allen deel uit van de Raad van Verzet.

Bij de processtukken bevinden zich 3, door gezochte ondertekende zeer bezwarende verklaringen tegen Gerrit FREDERIKS en Rento GARSCHAGEN welke blijkens de Duitse processen-verbaal van hun verhoren, bleven ontkennen iets met de R.V.V. uitstaande te hebben.
Verder bevond zich bij genoemde processtukken een door gezochte on- dertekende bezwarende verklaring tegen Cornelis KARMAN, inzake een door hem uitgevoerde liquidatie van de C.C.D. ambtenaar en N.S.B.'er MULDER, te Baarn.
Blijkens het vonnis werden BURGER, KARMAN, en VEENEN- DAAL, voornoemd, ter dood veroordeeld en blijkens een daarbij gaand rapport, d.d. 16-2-1944, werd het vonnis op dien datum om 17.20 uur door de kogel voltrokken.

Uit het verder onderzoek ingesteld door de P.R.A. Johan VULPEN, voornoemd, bleek, dat R. WALTER, H. GARSCHAGEN en H. MEYER, waren gere- patrieerd en dat D. van LIST op 11 Maart 1945 om 18.30 uur aan pleuritis in het K.L. Oranienburg-Sachsenhausen en G. Frederiks op 17 April 1944 te Dachau was overleden. Ook KANIS, en CAHN, bleken gerepatrieerd te zijn. Slechts in een van de getuigenverklaringen, bleek het verraad van vermiste, doch verder bleken uit dit onvolledige onderzoek, geen aanwijzingen omtrent het verdere lot van de vermiste ORANJE.

Uit de verder in het dossier No. E II/13450 aanwezige Duitse documenten als Zahlbogen für AU, No. D.R.K. 978, en Karteikarte der SS Fürsorgeoffizier bleek, dat ORANJE, Maria, geboren te Bloemendaal, 6 Mei 1923 op de 7e September 1944 in dienst was getreden bij het Deutsche Rote Kreutz.
Op genoemde Karteikarte der SS Fürsorgeoffizier stond als adres vermeld, Amsterdam, Euterpestraat No. 99. (Ik, rapporteur, moge hierbij opmerken, dat dit het adres van de S.D. Dienststelle was.)
Uit de Zahlbogen bleek, dat vermist[e] op 30-12-1944 tot 31-3-1945 een bedrag van FL. 306.- en op 22-3-1945 tot 31-6-1945 een bedrag van Fl. 135.- heeft uitbetaald gekregen.

Blijken[s] een P.V. d.d. 20-2-1948 van de Hoofdcommissaris van Politie te Haarlem, staat Maria Oranje, geboren 6-5-1923, bij het Bevolkingsregister te Bloemendaal niet geregistreerd als aldaar te zijn geboren.
Uit het verder onderzoek bleek, dat vermiste het laatst woonachtig was geweest te Soest, Braamweg No. 110, en dat momenteel haar vader Cornelis Leendert ORANJE, geboren te Goes, 11 Februari 1889, aldaar nog woonachtig was, terwijl haar moeder, Maria van der Vries [Vies], was overleden.

In het dossier No. E II/ 13450, bevindt zich een reproductie van een foto van de vermiste Maria ORANJE. Verdere gegevens inzake het lot van vermiste waren niet aanwezig,

Hiervan dit rapport naar waarheid opgemaakt getekend en gesloten te Amsterdam, de 23ste November 1950.

De Rapporteur,

Hank J. Owel.

Commentaar

De rapporteur is zich er van bewust, dat de vermiste persoon waarnaar hij een onderzoek instelt verdacht wordt van oorlogsmisdaden, met name haar samenwerking met de S.D. Hij vindt drie door Maria ondertekende bezwarende verklaringen gebruikt tijdens een rechtszitting van een strandgezicht tegen drie aangeklaagden waarvan één, Karma, werd veroordeeld tot de doodstraf.
Dit bewijst dat Miep Oranje samenwerkte met de S.D., maar niet dat iemand door haar verraad werd gearresteerd of alleen op grond van haar verklaringen werd geëxecuteerd.

Betreffende de slachtoffers van haar verraad schrijft hij: "Slechts in een van de getuigenverklaringen, bleek het verraad van vermiste, ...".
Hoe deze éne tussen 1950 en 1996 veranderde in 'honderden' is niet duidelijk.

De rapporteur schrijft, dat het onderzoek van van Vulpen onvolledig was. Van Vulpen geeft inderdaad een lijstje van personen die nog niet gehoord zijn.

De verklaringen van de notoire oorlogsmisdadigers Lages, Rühl en Viebahn zijn dubieus. De heren verklaarden tijdens vele ondervragingen van alles en nog wat. Zo beweert Lages tijdens de verhoren betreffende Maria Oranje, dat zij geheel uit eigen vrije wil meewerkte en dat beweringen van het tegendeel gelogen zijn. Alsof de man zou gaan vertellen dat Miep slechts na eindeloze verhoren met martelingen of zware pressie tot verraad overging.
Of uit het bestaan van een 'Karteikarte' en twee 'Zahlbogen' van de Fürsorgeoffizier der Waffen SS afgeleid mag worden dat Maria Oranje kort na Dolle Dinsdag inderdaad naar Duitsland vertrok om voor het Duitse Rode Kruis te werken is niet zeker. Tot dusverre is daar bij naspeuring in Duitsland (via D.R.K en I.T.S.) niets van gebleken.

Nationaal Archief en NIOD
Op 24 juni bezocht ik het Nationaal Archief (N.A.) te Den Haag en raadpleegde aldaar het dossier van Maria Oranje in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspraak (CABR) 107953 (P.F. Amsterdam 13450), het door Hank J. Owel eind 1950 geraadpleegde dossier.
Op 25 juni bezocht ik het NIOD te Amsterdam en raadpleegde aldaar het dossier van Maria (Miep, Edith) Oranje (ook wel Netty de Graaf), archief 248, Doc I-1274B

Enige opmerkingen:

Het door Owel geraadpleegde dossier bevatte eind 1950 (Duitse) processtukken van de zitting van het Polizeistandesgericht te SOEST (Utr.) van 15 Februari 1944.
Hoewel in het op het N.A. thans aanwezige dossier gerefereerd wordt aan deze Duitse stukken zijn zij thans niet in het dossier aanwezig.
De drie, door Maria Oranje ondertekende ‘zeer bezwarende verklaringen’ tegen Gerrit Frederiks, Rento Garschagen en Cornelis Karman ontbreken, evenals de Duitse processen-verbaal van hun verhoren.

Owel raadpleegde het dossier dat zich bevond in Amsterdam, voordat het CABR tot stand kwam.
Op het NIOD bevindt zich een kopie van hetzelfde dossier. Ook hierin ontbreken de Duitse stukken.
In het onderzoeksrapport 'Een speurtocht naar Miep Oranje (Op. cit) wordt vermeld dat een onderzoeker op 9-1-1998 een telefoongesprek voerde met de Advocaat Generaal te Amsterdam, de heer P.M. Brilman, toentertijd belast met de opsporing van oorlogsmisdadigers. Deze deelde mee de Duitse stukken niet onder zijn beheer te hebben.

Picture: 10628
Source Gooi en Eemlander 21-2-1944

Deutsche Rote Kreutz

Aangaande de tewerkstelling van Miep Oranje bij het Duitse Rode Kruis beschrijft Owel twee Zahlbogen en één Karteikarte. Er bevinden zich inderdaad drie kaarten in het dossier, maar hun betekenis is moeilijk te duiden. Maria Oranje is een: 'Einberufener' en is 'In Wehrüberwachung beim D.R.K.': Iemand die niet in actieve dienst is, maar die op oproep moet verschijnen. 'Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden', een Duitse 'Dienststelle', regelde betalingen aan achterblijvenden bij uitzending van vrijwilligers en een maandelijkse uitkering van Fl. 45,- was standaard. Doorgaans betrof het echter Waffen-SS vrijwilligers (Landwacht/Landstorm).

1. een voorgedrukte systeemkaart, A5 formaat

Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden
Zahlbogen                    DRK 978                           Blatt No. 1 B
Empfangsberechtigter: Sammelkonto
Wohnort: -

-----------
Einberufener:
Name Oranje Vorname: Maria
Geb. Dat.: 6-5-1925 Geburtsort: Bloemendaal
Einstellungstag: 7-9-1944Familienstand: Ledig
-----------

1. Au27 ist zu zahlen:

ab: 1-4-’45 monatl. Fl 45
Hengelo (O) 6 Nov. 1944
Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden
J. Kustler [?]

[Blad 2: alleen aanwezig op het NIOD, niet in dossier N.A.]

Berechnungsjahr 1945

[In stempel]

1. Der Angabe … [onleesbaar] in der bisherigen Höhe Von - ….. - ….
2. Für die Zeit vom 7-9-44 bis 30-3-45 izt eine.
Nachzahlung von 306,- sofort zu ….
3. Ab 1-4-45 sind bis auf Weiteres 45,- zu zahlen.
30-12-44 Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden J. Kustler [?].

von 30/12.44 bis 31/3.45 306,- 306,- H.u.A Buch Seite 2 Nr 311 SK
22/IIIvon 1.IV.45 bis 31.VI.45 135,-

2. een systeemkaart, A6 formaat


DRK Akte Nr. 978
Tag der Zahlung 4 Jan. 1945 Bemerkungen 7.9.44 / 31-3-45 Fl. 306

3. Een dun papieren kaartje, A6 formaat


SS-SuchkarteOranje Maria
A’dam Euterpestraat 99
6-5-1923 Bloemendaal
In Wehrüberwachung beim
7-9-44 D.R.K.

Lages zegt tijdens zijn verhoor op 26 augustus 1945 over zijn rol bij het verdwijnen van Maria Oranje naar Duitsland: …

Kort na de invasie (in Holland) kwam Ölschlägel voornoemd, naar mij toe en vroeg om toestemming, waardoor M. Oranje voornoemd, naar Het Rijk (Dld) gebracht kon worden, om daar als ziekenverpleegster te werken. Ölschlägel zag de positie van deze vrouw voor [door] de oorlogsontwikkeling in Holland voor gevaarvol aan. Ik had geen bezwaren en stemde toe. Het ligt daardoor in het raam van de mogelijkheden dat ik voor Oelschlägel ook een bewijs ondertekend heb, waarna Oranje, voornoemd, de grens passeeren en in het Rijk (Dld) reizen kon. Waarheen ze gegaan is weet ik niet. Ölschlägel zal het me wel verteld hebben waarheen het was. Ik kan me echter niet meer herinneren. ….

In zijn tweede verklaring, in het P.V opgemaakt op 30 december 1948, zegt Lages betreffende het naar Duitsland sturen van Maria Oranje:

Nach der Invasion oder um diese Zeit habe ich dann auf Vorschlag des Deutschen Oeflschlaegel gestattet, dass sie als Krankenschwester nach Deutschland ging, um sie persoenlich in Sicherhiet zu bringen. Ihre Stellung war hier durch die innenpolitische Entwicklung gefaerdet. Ich habe von ihr nichts wieder gehoert.

Signalering in Amsterdam januari 1945

In het In het onderzoeksrapport ' Een speurtocht naar Miep Oranje (Op. cit.) wordt een document uit het dossier geciteerd, waaruit zou blijken dat Maria Oranje op twintig januari 1945 in Amsterdam gesignaleerd zou zijn.

20-2-‘45
Rapport nr. 20774/8 uit de PRA-Kartoteek meldt: Miep Oranje gesignaleerd in Amsterdam. Zij bezorgde boodschappen op de adressen Prinsengracht 689 en Leidsegracht 49 (kelderverdieping), resp. bij Coebergh en Rawi. Daarna terug naar haar verblijfplaats; Keizersgracht 321.

Bij raadpleging van het dossier bleek, dat dit rapport bestaat uit een half vel A4, waarop de navolgende tekst is getypt:

Amsterdam 20-2-1945
Rapport tussen kwart over een en 3 uur
Miep Oranje
Gekleed in blauwe regenjas, kaplaarzen, br. tasch over schouder, cyclame kleurig doekje om het hoofd.
Boodschappen afgegeven op:
Prinsengracht 689 bij Coebergh in de kelder
Leidschegracht 49 bij Rawi in de kelder.
weer terug gereden naar Keizersgracht 321

In rood potlood: KP
Mogelijk is dit 'rapport' afkomstig van de KP-recherche. Het vermeldt niet dat Miep Oranje woonde op het adres Keizersgracht 321. Het is zelfs niet duidelijk of zij dan wel de rapporteur terug reed naar de Keizersgracht.
Het 'rapport' is volgens een aangeniet strookje, inderdaad afkomstig uit PRA Utrecht Afd. Kartoteek, DS. 20774.
De woningkaarten van de genoemde adressen leveren geen aanknopingspunten op.
Een betrouwbaar bewijs dat Maria Oranje op de genoemde datum in Amsterdam was lijkt het niet.

CABR dossier (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging)

CABR 107955. P.F. Amsterdam 13450/1G
Dit dossier bevat onder meer het document:
Politieke Opsporingsdienst Pro Justitia
P.V. van aangifte contra Miep Oranje, waarin opgenomen de processen-verbaal opgemaakt van de verhoren van:
Emil Rühl
Willi Lages
Wouter Cornelis Mollis
door John van Vulpen op 26 augustus 1945

In zijn verklaring legt Rühl allereerst omstandig uit, dat er door de Feldgendarmerie te Utrecht een onderzoek werd ingesteld naar het barakkenkamp van de R.V.V in de nabijheid van een klooster, waarbij men zocht naar gedeserteerde Duitse soldaten. Het betreft de inval in de onderduikershut 'Het Duikje' op 29 december 1943 en het verdere onderzoek de dag daarop:

... Bij dit onderzoek kwam de studente Miep Oranje uit Soest aan, die een handtas met vlugschriften en andere gewichtige papieren bij zich had, die in veiligheid gebracht konden worden. Deze heele gelegenheid werd door de Sipo te Amsterdam van de Feldgendarmerie overgenomen omdat de Feldgendarmerie er geen interesse voor had. Daarna werd een zekere "Wim" uit Soest als leider van dit barakkenkamp en leidend persoon van het R.V.V. gezocht.28
Miep Oranje had al langere tijd in de gevangenis in Amsterdam gezeten tot deze als V-vrouw der Sipo werd ingezet. Sindsdien was ze als V-vrouw met toestemming van Lages voor Oelschlägel werkzaam. Onder andere werd ze tegen de bekende "Wim" ingezet in verschillende steden in Noordholland. Toen was het Oelschlägel in hoofdzaak te doen om den in den top zittende "Hugo" (Hugo van der Vliet) te arresteren. Miep, die Hugo kende, werd door Oelschlägel met de arrestatie belast. ...

Dan volgt een beschrijving van de poging tot arrestatie bij de Vondelkerk en de mededeling dat twee weken later nogmaals een poging werd ondernomen bij restaurant Smaalders op de Overtoom.
Lages gaat in zijn verklaring uitvoerig in op de actie van de Feldgendarmerie bij Lage Vuursche en vertelt dat hij nadien door Oelschlägel aan Miep werd voorgesteld.
Mollis weet alleen te vertellen dat Miep in 1943 voor de SD gewerkt heeft .
Een tweede ondervraging vond plaats op 30 december 1948, weer door van Vulpen.
Ditmaal getuigden Rühl, Lages en Viebahn en tevens 24 getuigen die zelf bij het verzet gezeten hadden of die familieleden waren van al dan niet vermeende slachtoffers van Maria Oranje

Lages verklaart:
In der Sache gegen Cornelius Burger und andere erklaere ich, dass die damals von den festgenommenen Illegalen Niederlaender abgegeben Erklaerungen freiwillig und ohne Anwendung von Zwang erfolgten ... Im übrigen wurden eine ganze Anzahl belastende Punkten gegen die Festgenommenen der Gruppe Burger durch Miep Orange bestaetigt und ergaenzt, so dass die Richtigkeit der strafbaren Taten der festgenommenen Illegalen klar zu Tage traten.

Hier word verwezen naar de 'Akte des Polizeistandgerichts, aufgemacht durch Wehner und Oehlschlägel', waarin zich schriftelijke verklaringen d.d. 14-2-'44 betreffende Gerrit Frederiks en anderen bevonden.

Lages vervolgt:
Die weitere Erklaeringen der Orange vom 14-2-'44 (bl. 23) betr. Rento Garschagen und andere; vom Henk Meijer, genannt Epp. Es entspricht dem Tatsachen wie in dem Schlussbericht der deutschen Akte (bl. 61) aufgefuehrt worden ist, dass Miep Orange durch ihre Vernehmungen [ondervragingen] in erheblichem Umfang zur Klaerung dieser Straftaten illegaler Niederlander beigetragen hat und an der Aufklaerung der Zusammenhaenge des Raad van Verzet mitgearbeitet hat.

Zegt Lages hier, dat Miep tijdens het proces de aangeklaagden ondervroeg? Het lijkt waarschijnlijker dat hij bedoelt dat zij tijdens haar ondervragingen doorsloeg.
Mogelijk werd zij, na ondertekening van de verklaringen, op 14 februari op vrij voeten gesteld.

Viebahn, de officiële verdediger bij het proces, verklaart:
Mir wurde das Aktenmaterial übergeben, woher ich feststellte, dass die meisten der Angeklagten durch die Miep Oranje belastet worden waren.

Overigens werden acht van de elf aangeklaagden vrijgesproken, althans niet veroordeeld tot de doodstraf. De drie ter dood veroordeelden hadden bekend.
De overige verklaringen bevatten weinig overtuigend bewijs van de schuld van Maria Oranje. De meeste getuigen hebben haar nooit ontmoet en weten slechts van horen zeggen dat hun familieleden door haar verraad gearresteerd werden. Een uitzondering vormt de verklaring van de heer O. Garschagen, de vader van Rento Garschagen die zich op dat moment als militair in Nederlands-Indië, bevond - al is ook zijn informatie uit de tweede hand.
Hij verklaart:
Omstreeks 1942 of daaromtrent is mijn zoon Rento in de illegaliteit gegaan. Hij werkte onder de schuilnaam Felix en hij bekleedde in Baarn een leidende functie in de Raad van Verzet, zijnde een illegale organisatie.
De verklaring afgelegd door Miep Oranje ... is volledig naar waarheid (verklaring M.O., opgenomen door Wehner; zoon gearresteerd op 14 februari 1944).
Ten gevolge van het verraad van Miep Oranje is mijn zoon Rento overgebracht naar het voormalige concentratiekamp te Vught en later naar het kamp Oranieënburg bij Berlijn, waar hij door de oprukkende Gealliëerden in April 1945 werd bevrijd.

Cornelis (Cees) Brouwer, oud-verzetsman, verklaart dat Miep sinds 6 mei 1943 werkzaam was in het verzet, voor de groep van Bert Kleisen (schuilnaam Rudi), die met 'Het Duikje' van doen had in het kader van pilotenhulp.
Hij ontmoette haar op 4 juli 1944 op de Weteringschans in Amsterdam en het was op zijn voorspraak dat Miep werd aangesteld als koerierster van Teus van Vliet (Hugo).

Hoewel uit het dossier duidelijk wordt, dat Maria Oranje samenwerkte met de S.D., zowel enige maanden na haar arrestatie als in de zomer van 1944, kan geen oordeel geveld worden over haar motivatie tot verraad. Het valt zeker niet uit te sluiten dat zij door de S.D. onder druk gezet werd.
Het proces van het standgerecht werd achter gesloten deuren gehouden en de details over de belastende verklaringen van Miep zullen pas na de oorlog bekend zijn geworden - hetgeen kan verklaren dat het verzet genoegen nam met Mieps verhaal, dat zij uit de gevangenis ontsnapt was.
Van een amoureuze verhouding met Oelschlägel wordt nergens gewag gemaakt.

Hugo.

NIOD dossier

Het NIOD dossier bevat behalve de voornoemde proces-verbalen een document van geheel andere aard: een interview met Teus van Vliet, afgenomen op 6 december 1946 door 'Ad', met de titel 'Historie Edith'. Voorts een bewerking van het interview, materiaal tot een verhaal over Teus van Vliet, kennelijk bestemd voor publicatie in een boek - mogelijk voor het Grote Gebod. Hieronder een deel van het interview, met weglating van de beschrijvingen van de pogingen om Teus te arresteren en van de diverse invallen na het verraad van Miep.
Van Vliet zegt in het interview dat Miep hooguit 6 weken voor hem werkte. De maximale periode is van 4 juli 1944 tot 8 augustus 1944 en waarschijnlijk korter, omdat zij na 4 juli enige tijd werkzaam was in Rotterdam. In dit stuk duikt de eerste vermelding van Miep als liefje van Oelschlägel op.

11.
Teus van Vliet 6-12-'46
Historie Edith
Ad: Hoe ben je eigenlijk aan Edith gekomen?
T.: Dat is moeilijker gezegd, dan hoe ik van haar af ben gekomen. Ik heb Edith eigenlijk te danken aan George in Rotterdam. Josee. Ik had op dat moment als koeriersters Willie en Joke en dan Henk Schuurhuis, Jan Robert en Dolf Edelman, vijf stuks. Ik was toen net verhuisd van Richard Bien [Bing] naar de Perelkamplaan 5, omdat Richard m.i. te gevaarlijk werd. Dat Jo Hessels gearresteerd was vond ik niet zo erg, maar ik vond het gevaarlijk - vooral omdat er veel Joden in het huis zaten en een ondergedoken Rus en een Oostenrijker. Iedereen liep maar mijn kamer in en uit. Ook mijn koeriers en koeriersters wisten mijn adres. Voortaan moest het zo, dat de koeriers en koeriersters dat niet wisten, maar dat ik ze op een bepaald punt trof. Dat was dan in een of andere zandkuil op de hei of in Laren of Hilversum of in de Poffertjeskraam. Die waren ingewijd; we gingen een portie poffertjes eten, hadden een aparte kamer en daar behandelden wij de post.

Ik zocht toen een goede koerierster, die kon stenograferen en goed kon typen. De bedoeling was dat die ene koerierster de post kwam uitwerken en het stenografisch verslag en dat zij de post naar de koeriersters bracht. Ik weet, dat de anderen boos waren, dat zij niet in vertrouwen genomen werden
. Neen, die Edith leek mij flink. Ze was ontsnapt uit de gevangenis (dat geloofden we toen nog). Heeft bij de R.v.V. gewerkt. Is aanbevolen door de L.O. Soest, waar ze ook meegewerkt heeft o.a. bij Douwe, de man van de p.b. sectie. Is mij bovendien aanbevolen door de afdeling Rotterdam, waar ze enige tijd gewerkt had, dus beter kon ik nooit krijgen.

De indruk die ze maakte was niet direct gunstig. Een type dat in onze kringen niet zo erg vaak voorkwam. Heel erg opgemaakt, maar, wat ze me toevertrouwde, deed omdat ze zich camoufleren wilde. Ze was vreselijk geverfd, rode nagels, vuurrode lippen, ik geneerde me altijd en vond het niet leuk om met haar te reizen. Ik heb haar ontmoet op een vergadering in Rotterdam, in een R.K. tehuis; daar liepen allerlei nonnen te stappen. Daar hadden we een bespreking met Vleet [?] Victor, Josee [José], Bert, Karel Seijpesteyn [Sijpesteijn], Mees en daar zat ook een meisje in de hoek, die mij voorgesteld werd als mijn nieuwe koerierster Edith. Ze ging direct mee; ze zou mijn papieren dragen en in de trein liet ik haar vertellen wat ze allemaal meegemaakt had. Vreselijke verhalen van haar verhoren en de gevangenis en van een leider van de R.v.R., waar ze zo'n beetje verloofd mee was geweest en die gefusilleerd was en dat ze nu als wraak voor de dood van dien jongen alles en alles in het werk wilde stellen om de Duitsers toch zoveel mogelijk slagen toe te brengen. Toen is ze meegegaan naar Hilversum. Ik heb een kosthuis voor haar gezocht. Ik heb haar nog nieuwe schoenen gegeven. Toen heb ik ze ingewijd in de geheimen van de L.O. Ik heb haar meegenomen naar mijn kamer. Heb haar het geheime paneel laten zien - jij mag alles weten en weten hoe het werkt. Ik heb er alles uitgehaald. Heb haar verschillende contactadressen laten weten, verschillende uit haar hoofd geleerd. Zo langzamerhand heeft zij zich ingewerkt.

12.
Om een uur of 8 kwam ze bij me en ging zitten tikken. We hadden twee kamers naast elkaar. In één kamer kon ze slapen. We waren goede vrienden, niet overmatig. Als mens vond ik haar niet zo aardig. Ze interesseerde me verder niets. Ik praatte niet veel met haar. Alleen over de organisatie spraken wij. Achteraf herinner ik me wel, dat ze wel erg belang stelde wie de belangrijke figuren waren in de L.O., maar ze heeft het wel zo slinks gedaan, dat ik kon zeggen ze wilde het graag weten. Ze deed net of ze zich voor de contactadressen niet zo erg interesseerde.

Ad: Hoe lang heeft ze voor je gewerkt?
T.: Ik schat een week of zes - langer denk ik niet hoor.

[Volgt een verslag van de mislukte poging om Hugo in Amsterdam te arresteren en van de inval in Hilversum en van de overval op de koerierscentrale in 'Huize Liana' aan de Oudegracht te Utrecht de volgende dag (Woensdag29). Chris Boven wordt genoemd.]

14.
Ad: Hebben jullie daarna nog iets van haar gemerkt?
T.: Neen, ze had veel meer adressen kunnen verraden. Ze wist in Rotterdam veel adressen, dat heeft ze niet gedaan. Heel eigenaardig. Bij mijn verhoor vroeg de S.D.: Ken je Miep Oranje? Ja, tot mijn grote spijt. Toen zegt Viebahn: Weet je waar ze gebleven is, wij zoeken haar. Dan is het beste dat wij samen gaan zoeken. Toen fluisterden ze met elkaar en toen zegt Viebahn tegen een hoge donder, dat het haar schuld was, dat ze Freek niet diezelfde dag nog gearresteerd hadden. Ik heb tegen Viebahn gezegd, als jullie het slimmer gedaan hadden, hadden jullie de hele boel kunnen arresteren.

Mijn vermoeden is, dat zij erg zwaar betrokken was in de ruzies tussen de verschillende S.D.-agenten. Zij was het liefje van Öhlschlägel is mij later gebleken. Ze vroegen dadelijk na mijn arrestatie: Wie in opdracht van mij Öhlschlägel vermoord had, want dat was een wraakneming geweest voor de overval bij mij in Hilversum van Öhlschlägel. Ik zat te kijken of het onweerde en toen bleek mij, dat Edith het liefje van Öhlschlägel was geweest. Hij was persoonlijk aanwezig bij de overval in Hilversum omdat hij daar de leiding had. Verder is ze spoorloos. Ze heeft zelfs een inval laten doen in haar kosthuis.

15.
Ad: Zijn de adressen waar de invallen zijn geweest volledig bekend?
T.: Ze zijn geweest in Delft, Gouda, enz.
Ad: Zijn er belangrijke figuren slachtoffer geworden?
T.: Het waren allemaal contactadressen. In Haarlem, Zaandam, Amsterdam - de sigarenzaak in de Leidsestraat, in Arnhem, Amersfoort, Utrecht.
Ad: Wageningen
T.: Dat weet ik niet eens. Je kon op zo'n contactadres nooit bekende personen treffen. Ze zijn ook op de Keizersgracht geweest, waar Joke woonde en Greetje. Zij was toen redactrice bij een damesweekblad. De S.D. kwam daar binnen en vroeg naar den heer de Groot. Joke zat te rillen. Er is een oude heer uit zijn kamer gevist, die was het niet. Dat hebben ze verder niet nagekeken. Ze zijn in Utrecht geweest, waar Henk Schuurhuis woonde. Die was gelukkig niet thuis. Ze zijn bij Jan Robert in de Vechtstraat geweest. Toen ze daar kwamen vonden ze precies 4.000 of 5.000 bonkaarten; dat was niet zo mooi. Ze hebben de mensen meegenomen, die een paar maanden hebben vastgezeten. Veel slachtoffers heeft het niet gekost. Alleen in Franeker twee [een vader en een zoon] en het heeft Richard zijn leven gekost.

Conclusie:

Na 9 augustus 1944 is Maria Oranje spoorloos. Er zijn slechts onbetrouwbare geruchten dat ze nadien nog gezien zou zijn. Op 8 augustus, de dag van de inval in Hilversum, had zij een gesprek over haar financiële situatie met haar vader. Zij sloeg zijn voorstel om haar het bedrag dat op haar spaarbankboekje stond te geven af, twee en een half duizend gulden30. Ze vroeg slechts om haar moeders sierraden, als aandenken. De volgende dag haalde ze deze op bij een studievriendin in Utrecht. Dit wekt de suggestie, dat ze haar vlucht reeds had voorbereid en geen financiële zorgen had.
Waar kon ze heen? Onderduiken in Nederland lijkt een slechte optie. Over alternatieven kunnen wij alleen fantaseren. Misschien dat zij via de vluchtlijn van King Kong naar Spanje reisde en vandaar naar elders. Mogelijk was zij een dubbelspionne en was het verraad van Hugo gepland door de Geheime Dienst in Londen en bood men haar een escape route na gedane zaken.

Een dergelijk scenario maakt haar uitzending naar Duitsland als 'Krankenschwester, na Dolle Dinsdag, overbodig. Het is bekend dat Ölschlägel zijn geliefde Irma Seelig op Dolle Dinsdag naar zijn ouders in Leipzig stuurde. Om de grens te passeren en door Duitsland te reizen had Irma Seelig reisdocumenten nodig. Zij was een Jodin. Het valt niet uit te sluiten, dat Ölschlägel deze regelde op naam van de reeds verdwenen Maria Oranje en dat zo het verhaal in de wereld kwam dat Maria Oranje, het liefje van Ölschlägel, naar Duitsland vertrok.

De lezer vraagt zich wellicht af, wat er nadien van Maria geworden is. Er zijn tal van mogelijkheden te verzinnen. Alhoewel niet de meest aannemelijke: Zij trouwde, kreeg kinderen en leefde en nog lang en gelukkig.

Einde sprookje.
De jacht op Maria, Miep, Edith Oranje is bij deze gesloten verklaard.

Lucas Bruijn.
Groningen 1 Juli 2014.

Toelichtingen voetnoten

1
Judith Herzberg in haar toespraak bij het monument aan de Apollolaan in 1993. Toespraak Judith Herzberg

2
Richard Hoving : Koerierster des doods' al zeventig jaar spoorloos.
AD/Amersfoortse Courant 5-5-14
Koerierster-des-doods-al-zeventig-jaar-spoorloos

3
Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen (NOB), Dossier No. 4990. 23 nov. 1950.
Rapporteur H.J. Owel. Archief Rode Kruis, dossier no. 76021

4
Rechtsvermoeden van overlijden vastgesteld op 3 oktober 1962 door de Arondisements-rechtbank te Utrecht, enkelvoudige kamer, no 709/1961.
Een kopie bevindt zich in NBI 4825 (dossier PD765), N.A.

5
G.E. de Jongste, A. Elderenbosch. Een speurtocht naar Miep Oranje. Hoogeveen/Soest 1 Aug. 2000 (niet gepubliceerd).
Het onderzoek ging, als vervolg onderzoek op een eerdere studie, van start in 1998, en het focust op de periode na 31 december 1943.

6
Volgens een 'Enquête formulier voor verraders en/of provocateurs' van het Centraal Bureau LO-LKP Stichting, dat zich bevindt in het dossier van Maria Oranje op het NIOD, maakte zij 10 directe slachtoffers, waarvan 10 LO en 4 LO-KP en vijf indirecte, waaronder Tante Riek.

7
Het verraad van Miep Oranje.
KRO, Brandpunt, 03-05-1996.
het-verraad-van-miep-oranje

8
Captain P.J.S. Windham-Wright, die in dit verband genoemd wordt, huwde op 30 augustus 1945 met mevr. L.T. Urban. Hun eerste kind werd geboren in 1948 en de familie vertrok op 10 febr. 1953 naar Kenia. Hij diende o.a. als Lieutenant met het 116/118 Field Battery 31 Field Regiment Royal Artillery in Egypte en Libië, waar hij een arm verloor en werd onderscheiden met het Militairy Cross in 1942. Hij overleed op 26 juni 1974 in Nairobi. (The Kenya Gazette, 3 Oct. 1975, p. 1174). De Federale Republiek Tanzania ontstond pas in 1964.

9
Het Grote Gebod. Gedenkboek van het verzet in LO en LPK. J.H. Kok, Kampen. 3e druk, 1979.
Deel I, Het verraad van Edith’, p. 94-98; p. 508; Deel II p.149

10
Loe de Jong. Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945. Deel 7, tweede helft, pp. 1010-1012
Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945.

11
Geke van de Merwe-Wouters. Soest onder vuur, 1939 tot en met 1945. Lorelax Productions. Muiderberg, 2001
Ook als luisterboek: luisterboek-soest-onder-vuur

12
Wim Velthuizen. Baarnse Oorlogsherinneringen.
Deel 5: Het Duikje. Eemland-RTV, mei, 2012
Het Duikje. Eemland-RTV, mei, 2012

13
Uit het CABR dossier van Maria Oranje blijkt, dat Maria gearresteerd werd met een 'handtas met vlugschriften en andere gewichtige papieren' (verklaring Rühl) - geen uniform of uniformen. Ook wordt 'De Waarheid' niet genoemd.

14
Het NIOD bewaart de dossiers van en betreffende de groep Rolls Royce en tekent bij het archief aan:
Deze groep, opgericht eind 1943 in Amsterdam, ontwikkelde zich tot algemene koeriersdienst van de illegaliteit. Een aantal leden was eerder aangesloten bij CS-6 (archief 186 a).

Bij een ander Rolls Royce dossier (249-0684) staat als toelichting:
Een na Dolle Dinsdag ontstane inlichtingendienst van de illegaliteit

15
zie addendum: Rapport Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen

16
Op. cit.. Deel I, p. 101

17
Op. cit. Deel 7,II. P. 1011

18
Jan Hof. Vrouwen in het verzet 1940-1945. Tot iedere tegenwerking bereid.
La Rivière & Voorhoeve. Zwolle. 1995. p. 36-37
idem: 20 september 2012 Vrouwen in het Verzet
asserjournaal

19
Evert Boven zie:
freedomtrailarnhem

20
Op. Cit. p. 1011. zie ook p. 1015-1016

21
Archiefkaart van Persoonskaart, Stadsarchief Amsterdam A05907_1112

22
Geraadpleegd Juni 2014.
In 2010 stond er de volgende alinea bij:
Zijn grootste straf was wellicht het feit dat al zijn oud-verzetsvrienden zich van hem afkeerden. Teus van Vliet is na de oorlog niet voor het gerecht gedaagd. Van diverse kanten (waaronder de nabestaanden van Wally van Hall) zijn wel pogingen in die richting ondernomen.
Teus van Vliet werd gearresteerd op 26 januari 1945.

23
Hoofd-/Eindredacteur De Spiegel, Christelijk Nationaal Weekblad; Op den uitkijk. Christelijk cultureel maandblad; De Postiljon e.a.

24
Nationaal Opsporingsbureau = Rode Kruis sectie Oorlogsnazorg

25
Rento Wolter Hendrik Garschagen, geb. 21 maart 1920 te Medan, overl. 3 december 1985 te Kaapstad.
Hij was gehuwd met de zuster van Hans Ludo Senff.
Hans Ludo Senf stierf op 31-7-1944 in de omgev. v. München (O.G.S.).

26
Fürsorgeoffizier der Waffen SS.
Doel was het geven van financiële steun en de bezoldiging van de Vrijwilligers en van hun nabestaanden.
Eerst was deze gevestigd aan de Nieuwe Parklaan 74 te Den Haag, op 1 juni 1943 verhuisd naar de Korte Vijverberg 3 te Den Haag en vervolgens naar de Sonniusstraat 3 te Den Bosch.
vrijwilligerslegioen

27
Au - Arbeitsunterstützung

28
Dick van der Meer [Wim], één der oprichters van de RvV.
Volgens een verklaring van Gerrit Kleisen, de vader van Bert Kleisen, was Miep diens koerierster.
Cornelis Brouwer verklaarde dat Miep sinds 6 mei 1943 werkte in het verzet, groep Kleisen.

29
Zie voor de dag ook: Het Utrechts Archief 29-a Brief van Henk Das ("Ruurd") aan Teus van Vliet ("Hugo") over verscheidene zaken die, naar de opvatting van Ruurd, niet goed zijn georganiseerd, [1944].
In deze brief schrijft Henk Das dat Teus een ernstige fout maakte door dit adres aan te houden voor de uitwisseling van post.
C.J. v.d. Berg-v.d. Vlis
(Annie Westland) werd hier op 9 augustus gearresteerd.
Zie addendum.

30
Maria Oranje NBI 4825 (dossier PD765). N.A.

Addendum:

29-a
Brief van Henk Das ("Ruurd") aan Teus van Vliet ("Hugo") over verscheidene zaken die, naar de opvatting van Ruurd, niet goed zijn georganiseerd. [1944]

Huug,
Donderdagmiddag hebben we (d.w.z. Bob, Dirk en ik) wederom tevergeefs op je gewacht. Nu weet ik niet of het 'niet-komen' in verband staat met de affaire van deze week, het was echter wel prettig geweest, indien je mij even een berichtje had doen toekomen, dat je verhinderd was, dan had dit enkele uren van niets doen bespaard. Ik heb nu zelfs tot op dit moment nog geen enkel bericht van je vernomen en weet dus niet of er iets met jou loos is, wat de reden was, dat je Donderdag niet kwam en welke gevolgen het verraad van één van je koeriersters te gevolge heeft gehad. Donderdag had ik juist een heele waschlijst voor je en ben dus nu wel genoodzaakt dit schriftelijk af te doen. Ik heb hiermede met opzet tot vandaag gewacht, in de hoop, dat ik inmiddels eenig bericht van je ontvangen zou, doch tevergeefs.

Allereerst dan de questie Liana: Het is een onvergeeflijke fout, dat je dit adres, ondanks de waarschuwing, welke ik je de vorige week naar aanleiding van de huiszoeking aldaar doorgaf, toch aangehouden hebt voor zoo'n delicate questie als het uitwisselen van de post. Je wist, dat Utrecht momenteel in het brandpunt van de Heeren S.D. Je had dus bijtijds maatregelen moeten nemen en in geen geval dat adres aan mogen houden. Ik weet wel, dat de familie van Henk geprobeerd heeft de zaak te bagatelliseeren, Ze schreven mij reeds enkele dagen daarna, dat de zaak weer veilig was en ik gerust kon komen, waarop ik geantwoord heb, dat ik het beter vond hun adres voorlopig te mijden.
Toen ik Woensdagmorgen [9 aug. 1944] vernam, wat er dien nacht had plaatsgevonden, heb ik direct maatregelen genomen, met het blijde gevolg, dat Willy en Jan gered konden worden. Ik heb hiervoor niet alleen de koeriersters, maar ook mijn zusters (in Utrecht) gemobiliseerd. Daar zij de koeriersters uit de andere provincies niet kenden, nam Willy op zich, deze tijdig te waarschuwen. Wanneer ik de lezing van een en ander naga, is Willy niet geheel vrij te pleiten. De verdere beoordeling daarvan laat ik gaarne aan jou over. Voor de familie Liana staat de zaak er, door het gevangennemen van de koeriersters, minder goed voor.
We moeten op het oogenblik alle noodige voorzorgsmaatregelen nemen en het komt mij voor dat deze zaak wel wat te licht opgevat werd.

Misschien weet je ook, dat de dame van ons vorige correspondentie-adres een dag vastgezeten heeft. Haar werd medegedeeld, dat bekend was, dat haar adres als correspondentieadres gebruikt werd.
Verder vind ik het onverklaarbaar, dat Willy tot op Woensdag niet bekend was met de wijziging van ons correspondentie-adres. Ik heb dit zeker tweemaal doorgegeven. Hier klopt dus iets niet.

.....

Picture: 10629
Source Utrechts Nieuwsblad 12-01-1943

References

Sources