Het lot van Maria/Miep Oranje
Vooronderzoek / Think Piece
De ‘Moeder van het Verzet’, de ‘Engel des Doods’ en ‘de ‘Grootmoordenaar’
Bij wie behoren deze drie epitheta of bijnamen?
De ‘Moeder van het Verzet’ was Helena Kuipers-Rietberg, verzetsnaam Tante Riek, oprichtster van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Zij zou verraden zijn door Maria (Miep) Oranje, verzetsnaam Edith, de ‘Engel des Doods’ die, na tijdens haar werk als koerierster gearresteerd te zijn, een informante (V-Frau) werd van de SD-er Herbert Oelschlägel, de ‘Grootmoordenaar, en verraad pleegde. De laatste twee bijnamen, van Bijbelse oorsprong, worden onder meer gebruikt voor Mengele (Engel des Doods) en Hitler (Grootmoordenaar) en in verband met Oelschlägel is slechts één plaats aan te wijzen waar deze zo genoemd werd.1 De Engel des Doods dook recentelijk op in een krantenartikeltje betreffende Miep Oranje.2 Van zowel Miep Oranje als Oelschlägel wordt gezegd honderden slachtoffers gemaakt te hebben, de een door verzetsstrijders te verraden, de ander door ze te laten arresteren. De wat gematigdere stemmen brengen de honderden terug tot tientallen.
Deze studie hoopt enig licht te werpen op het lot van Maria/Miep Oranje. Over de familieachtergrond van Miep Oranje is het een en ander te vinden op het internet. Een meisje uit een gereformeerd gezin. In 1943 weigerde zij de loyaliteitsverklaring te tekenen en beëindigde haar studie sociale geografie aan de Universiteit van Utrecht. Daarna zou zij in haar woonplaats Soest bij het verzet betrokken zijn geweest als koerierster. Tijdens dit koerierswerk werd zij gearresteerd en overgebracht naar het huis van bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. Oelschlägel werd daar haar ‘Sachbearbeiter’ en hij zou haar tot V-Frau hebben gemaakt. De arrestatie zou hebben plaats gevonden op 30 december 1943 en zij zou ontsnapt zijn uit de gevangenis.
Miep had een ouder zuster, Henderina Cornelia of Henny, die in Amsterdam woonde en gehuwd was. Op 23 november 1950 werd zij ondervraagd over haar zuster Miep door een medewerker van de Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen.
Henny verklaarde3:
Mijn zuster Maria Oranje, geboren de 6e Mei 1923 te Bloemendaal, thans gemeente Haarlem, studeerde gedurende de oorlog aan de Universiteit te Utrecht. Zij studeerde etymologie [sic.]. Haar roepnaam was Miep. Zij weigerde destijds de loyaliteitsverklaring te tekenen en kwam zodoende in de illegaliteit terecht. De naam van de groep waarvoor zij werkte is mij onbekend. Naar ik meen is zij in 1943 gearresteerd en heeft zij gevangen gezeten in de gevangenis aan de Amstelveenseweg, te Amsterdam. Hoelang zij daar gevangen gezeten heeft is mij onbekend, doch wel weet ik, dat zij daarna opgenomen is geweest in het Wilhelminagasthuis te Amsterdam, waaruit zij ontvlucht is. Later na of in Augustus 1944, is zij wederom gearresteerd. Waar deze arrestatie heeft plaatsgevonden, door wie en waarheen mijn zuster, voornoemd, gevoerd werd, is mij onbekend.…
Het laatst heb ik mijn zuster gezien vóór haar eerste arrestatie. Mijn vader …, en mijn oom, Willem Nicolaas de Blaey … hebben meer in contact gestaan met mijn zuster en kunnen u terzake ook betere inlichtingen verstrekken. …
Haar vader zag haar voor het laatst op 8 augustus 1944. Een studievriendin ontmoette haar de volgende dag, op 9 Augustus, en was de laatste die haar in levende lijve zag. Na de oorlog werd door een Rechtbank in Utrecht een ‘Rechtsvermoeden van Overlijden’ uitgesproken en als dag van haar wettelijke overlijden werd 9 Augustus 1944 vastgesteld.4 Meerdere verhalen doen de ronde dat zij nog na de bevrijding gezien zou zijn, op diverse plaatsen in het land. Er bestaan meerdere verhalen dat zij door ‘het verzet’ geliquideerd zou zijn, op wel vier verschillende locaties. Er zijn meerdere theorieën dat zij na de oorlog naar een buitenland vertrok. Uit alle verhalen wordt niet meer duidelijk dan uit de verklaring van Mieps zuster Henny. De door haar genoemde tweede arrestatie ‘na of in augustus’ is echter uniek; zij is de enige die dat, waar of niet waar, naar voren brengt.

Bronnen
Er bestaan drie min of meer officiële versies van de Miep Oranje story. De meest recente is een onderzoeksrapport uit 2000, samengesteld door een groepje amateur-onderzoekers.5
In dit rapport worden lijsten gegeven van de ‘Slachtoffers, gemaakt door het verraad van Miep Oranje’, onderverdeeld in twee groepen:
32 dodelijke slachtoffers - 14 personen teruggekeerd6
Voor geen van de 32 ‘dodelijke slachtoffers’ op de lijst bestaat hard bewijs, dat zij de dood vonden ten gevolge van verraad door Miep Oranje. Van meerdere personen is het hoogst twijfelachtig of ze door Miep verraden werden en bij enige staat het vast, dat zij om een andere reden werden opgepakt. Het rapport concludeert: dat Miep Oranje kort na de bevrijding werd vermoord in de buurt van Scherpenzeel. Dit op gezag van twee anonieme telefoontjes naar één van de onderzoekers. ‘Op zekere dag’, na februari 1945, toen zij voor het laatst in Amsterdam gesignaleerd zou zijn, zou zij zijn doodgeschoten.
De tweede bron is een televisiedocumentaire uitgezonden in 1996.7
De beschrijving zegt:
Het verraad van Miep Oranje
Reportage over Miep Oranje. Een jonge vrouw die tijdens WO II als koerierster werkte bij het verzet. Zij werd opgepakt en in de gevangenis werd zij verliefd op de Duitse SD-chef Herbert Oelschlägel. Zij werd door hem vrijgelaten en infiltreerde in de landelijke top van het verzet en verraadde vervolgens haar vroegere kameraden aan de Duitsers. Honderden verzetsmensen werden opgepakt en velen vonden in de concentratiekampen de dood. Na de oorlog trouwde zij met een officier van de Britse Inlichtingen Dienst en verdween spoorloos. Tot verdriet van haar slachtoffers en hun nabestaanden bleef zij onbestraft.
INTERVIEWS hierover met: - mr. P. Brilman, officier van justitie - Kees Brouwer, oud-verzetsman en slachtoffer van Miep Oranje; - Miep Wielinga-Quelle, verzetsvriendin van Miep Oranje; - Jan de Jong en mr. G. de Jongste, oud-verzetsmannen; - Tineke Wibaut, medegevangene van Miep Oranje.
SHOTS: - cu SD-officiersuniform en pet; - ouderlijk huis van Miep Oranje in Soest; - int. Huis van Bewaring Amsterdam; - graf van Herbert Oelschläger; - foto’s zw/w: Miep Oranje; leerlingen Baarns Lyceum; Herbert Oelschläger; div. slachtoffers die zijn omgekomen.
Voor wie de uitzending gemist heeft kan ik verraden dat de foto van Herbert Oelschläger die getoond wordt de foto is van Untersturmführer Wilhelm Oligschläger, geknipt uit een groepsfoto van 65 SD-ers werkzaam in Amsterdam, waar Herbert Oelschlägel helaas niet op staat. Er zijn geen foto’s van hem bekend. Het SD-uniform en de pet zijn wel suggestief, maar Oelschlägel ging in burger en droeg bij zijn liquidatie een regenjas en een hoed. Dat zij na de oorlog getrouwd zou zijn met ‘een officier van de Britse Inlichtingen Dienst’ is onjuist, althans zeker niet met de man die in de documentaire genoemd wordt en zij vertrok niet, zoals beweerd word, naar Tanzania.8
Maar afgezien van deze kleinigheden levert deze documentaire een groter probleem op. Eén der geïnterviewden, Tineke Wibaut, vertelt dat Miep haar celgenote was op de Amsteveenseweg.
Valentine Elisabeth Wibaut-Guilonard (1922-1996) werd op 17 september 1943 gearresteerd en op 2 januari 1944 overgebracht naar Kamp Vught. Als Miep Oranje op 30 december 1943 werd gearresteerd kan Tineke haar niet gedurende langere tijd als celgenote hebben gehad zoals zij tijdens het programma beweert.
Of het verhaal van Mieps arrestatie klopt niet, of Tineke Wibaut vergiste zich en zat met een andere vrouw in de cel. Volgens Tineke hadden zowel zij als haar celgenote Oelschlägel als 'Sachbearbeiter’.
De derde bron van verhalen is ‘Het Grote Gebod’, het gedenkboek van het verzet in de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) en LKP (Landelijke Knokploegen), verschenen in 1951.9 Zoals de titel aangeeft heeft het werk een christelijke signatuur. In dit gedenkboek wordt het verraad van Miep Oranje breed uitgemeten en wordt zij als tegenpool van Tante Riek afgeschilderd, personificaties van het slechte en het goede.
Het boek is gedateerd. Weliswaar is het gebaseerd op uitgebreid en diepgaand onderzoek, maar, als gedenkboek eert het in de eerste plaats het gereformeerde en hervormde verzet. Gezien in het licht van latere wetenschappelijke studies over de Tweede Wereldoorlog zou men het werk in retrospect revisionistisch kunnen noemen.
Als vierde bron dient Dr. Loe de Jongs ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ‘ genoemd te worden, al neemt hij in grote lijnen zijn beschrijving van Miep Oranje over uit Het Grote Gebod.10
Ook vermeld kan worden het boek ‘Soest onder vuur’, waarin veel verteld wordt over het verzet in Soest en waarin diverse personen getuigen wat een naar meisje die Miep wel was.11De arrestatie van Miep Oranje, verzetsnaam Edith
Volgens de gangbare lezing werd Miep gearresteerd op 30 december 1943, toen ze per fiets op weg was naar de onderduikershut genaamd ‘Het Duikje’.
Het Duikje werd gebouwd door jongens die, niet naar Duitsland wilden in het kader van de ‘Arbeitseinsatz’, op het beboste terrein van Onze lieve Vrouwe ter Eem (thans St. Elisabeth), in Lage Vuursche.
Mgr. H.F.M. Münninghoff, één van de initiatiefnemers, verhaalt tijdens een interview uitvoerig hoe het leven daar toeging en hoe het afliep.12
Hoewel de vaste kern bestond uit werkweigeraars was er contact met het lokale verzet en werden er ook geallieerde piloten en personen uit het verzet ondergebracht. Er zat ook één Joodse onderduiker.
Er kwam via via een waarschuwing binnen van een ‘goede’ SD-er in Utrecht dat er een overval op handen was, zodat de zeven bewoners in de avond van 29 december 1943 op tijd konden wegkomen. Enige nonnen werden gearresteerd en korte tijd gevangen gehouden in Amsterdam.
Op de mislukte overval volgde de volgende dag een grootscheepse Duitse zoekactie.
Koerierster Miep Oranje was kennelijk niet gewaarschuwd en werd opgepakt met belastend materiaal in haar fietstas, dat zij bij Het Duikje moest bezorgen: enige kopieën van illegaal drukwerk, met name ‘De Waarheid’ en één of meerdere Duitse uniformen.
[Hoeveel Duitse uniformen passen er in een fietstas?13]
Voor wie zij toen werkte is niet geheel duidelijk. Sommige bronnen zeggen voor de Raad van Verzet (RvV). Er bestond een in de zomer van 1943 opgerichte Knokploeg (KP)-Soest. Ook de Ondergrondse Dienst (OD) en de Raad van Verzet (RvV) waren in en rond Soest actief. Tijdens de eerder genoemd televisie documentaire (KRO, Brandpunt, 03-05-1996) vertelt Miep’s schoolvriendin Miep Quelle, beter bekend als de schrijfster Mink van Rijsdijk, dat zij Miep bij het verzet haalde. Miep Quelle’s oom, de bekende verzetsstrijder Arend Smit, KP-Apeldoorn, had haar zelf tot medewerkster van de groep Rolls Royce gemaakt, alhoewel zij met nier-tuberculose te bed lag. Toen hij verlegen zat om een koerierster had Miep Quelle haar vriendin Miep Oranje voorgedragen en werd Miep Oranje koerierster voor Rolls Royce (RR).14
Na haar arrestatie werd Miep Oranje via Utrecht overgebracht naar Amsterdam en ingesloten in het Huis van Bewaring II. Schriftelijk bewijs van haar arrestatie en detentie is niet bewaard gebleven en voor de rest van het verhaal zijn wij aangewezen op de naoorlogse verhalen van getuigen. Zij zou verliefd zijn geraakt op haar Sachbearbeiter Oelschlägel en diens V-Frau of informante zijn geworden en in die rol haar Soester verzetsvrienden hebben verraden. Na haar vrijlating of ontsnapping zou zij binnengedrongen zijn in het hoofdkwartier van de LO als secretaresse van één der topmannen en zo alle informatie hebben doorgespeeld aan de SD, met als gevolg een reeks van arrestaties in de LO gelederen. Rond Dolle Dinsdag (5 september 1944) zou Oelschlägel haar naar Duitsland hebben gestuurd als verpleegster bij het Duitse Rode Kruis, maar kort daarop zou zij zijn teruggekeerd naar Nederland.
De ‘Time Line’
In het onderzoeksrapport (G.E. de Jongste, A. Elderenbosch) wordt de tijdslijn der gebeurtenissen geschetst. Helaas zijn de meeste tijdsaanduidingen wat vaag, b.v. ‘Loop ‘44’, ‘Zomer ‘44’. Reeds op 5 januari zou zij in Soest zijn verschenen, in het gezelschap van SD-ers. Daarop volgen in januari en februari meerdere arrestaties in Soest en omstreken. Op 4 juli 1944 ontmoette Miep Oranje op de Weteringsschans in Amsterdam een jeugdvriend uit Soest, C. Brouwer. Zij vroeg hem om hulp en hij bezorgde haar een onderduikadres in Rotterdam, waar zij koerierster werd.
Zomer 1944:
M.O. tracht Hugo (lid van het driemanschap belast met de leiding van de L.O.) te laten arresteren bij restaurant Smaalders op de Overtoom in Amsterdam. Zij was met de SD overeengekomen Hugo aan te wijzen aan de SD’ers Rühl en Viebahn. Hugo ontkwam.
Begin augustus 1944 een golf van arrestaties, ten gevolge van het verraad van Miep Oranje. Onder meer een overval van de SD op het hoofdkwartier van de LO te Hilversum, waar Miep werkte met Teus van Vliet (Hugo), en op de Koerierscentrale te Utrecht.
Eén van de laatste data op de lijst is: 20-2-‘45
Rapport nr. 20774/8 uit de PRA-Kartoteek meldt: Miep Oranje gesignaleerd in Amsterdam. Zij bezorgde boodschappen op de adressen Prinsengracht 689 en Leidsegracht 49 (kelderverdieping), resp. bij Coebergh en Rawi. Daarna terug naar haar verblijfplaats; Keizersgracht 321.
Hoofdkwartier LO
In de documentaire komt bovengenoemde Cornelis (Cees) Brouwer, een verzetsvriend van de echtgenoot van Miep Quelle, aan het woord en neemt de schuld op zich voor het aanmonsteren van Miep. Hij zou haar het adres van het hoofdkwartier van de LO in Rotterdam, Beukelsdijk 78B hebben gegeven.
In juli 1944 werd het Centraal Bureau (CB) van de LO opgericht. Op dit CB werkten de leden van de Landelijke Top , waaronder Teus van Vliet. Deze top onderhield de contacten met de lokale leiders. Het CB was aanvankelijk in Hilversum gevestigd, later in Amsterdam. Al met al wordt niet duidelijk wanneer en waar Miep Oranje als secretaresse van Teus van Vliet werkte of wat zij deed en waar zij vertoefde na haar vrijlating of ontsnapping.
Het liefje van Oelschlägel
Voor haar verhouding met Oelschlägel bestaat geen enkel bewijs.
Dat zij ooit voor de SD gewerkt zou hebben wordt bevestigd door een uitspraak van Lages tijdens een verhoor na de oorlog, waarin deze beweert dat zij nuttig werk voor de SD verricht heeft.
Als bewijs van haar korte verblijf in Duitsland als ‘Krankenschwester’ werden twee documenten gevonden, waaruit bleek dat zij voor haar werkzaamheden werd betaald. Als haar adres wordt op deze documenten dat van het hoofdkwartier der SD in Amsterdam gegeven.15
Oelschlägel had in dezelfde tijd een verhouding met een andere V-Frau, Irma Seelig, die hij op Dolle Dinsdag naar zijn ouders in Leipzig stuurde en het heeft er de schijn van dat de verhouding met Irma Seelig model stond voor het verhaal over de liefdesrelatie met Miep.
Het voornaamste Slachtoffer van Miep Oranje
Dat Helena Kuipers-Rietberg (Winterswijk, 26 mei 1893 - Ravensbrück, 27 december 1944) het voornaamste slachtoffer van het verraad van Miep Oranje was is voor velen een dogma, een geloofsartikel, waar niet aan te tornen valt. Het Grote Gebod zegt niet met zoveel woorden dat Miep Oranje (Edith) tante Riek verried, maar predikt:16
Gods wegen zijn wonderlijk. Wie kan ze verstaan? Tante Riek en Edith, ze
behoorden tot één en dezelfde kerkelijke gemeenschap. Ze kozen aanvankelijk
voor dezelfde weg van verzet. De één stierf in ellende en kommer, maar ondanks
dat alles overwinnaar. En de ander verried de vrienden die aan haar zijde
streden. Zij stelde haar leven veilig, zowel tegenover hen, die aanvankelijk haar
vijanden waren als tegenover hen, die zij door haar verraad zich tot vijanden
maakte. Wij weten niet welk lot thans haar deel is. Maar de Schrift zegt: "Zo wie
zijn leven wil behouden, die zal het verliezen, maar die het zal willen verliezen
om Mijnentwil, die zal het behouden".
Loe de Jong schrijft:17
Een van de velen die door Miep Oranje’s verraad in Duitse handen vielen, was mevr. Kuipers-Rietberg die bijna twee jaar tevoren in haar contact met ds. Slomp de stoot gegeven had tot de oprichting van de LO. Ze was diep ondergedoken in Bennekom maar het adres was Miep Oranje bekend. Mevrouw Kuipers werd er op 19 augustus, enkele dagen voor de bevrijding van Parijs, mèt haar man gearresteerd.
Maar, in een boek van de journalist Jan Hof staat te lezen dat dit verraad indirect was:18
Evert Boven [Nico]
…
Op 14 augustus wordt hij in Heelsum gearresteerd als gevolg van het verraderswerk van een studente uit Soest, Miep Oranje (Edith).
…
Kort voordat zij, toen haar rol bekend was, zou worden uitgeschakeld, heeft zij de SD zoveel informatie verschaft dat er vanaf augustus een regen van arrestaties viel. Daartoe behoorde ook die van de provinciaal leider van Gelderland, Nico. Hoewel vaak gewaarschuwd nooit belastende papieren bij zich te dragen, zondigde hij in ieder geval op die veertiende augustus toch tegen het gebod van voorzichtigheid. Het gevolg was dat er nieuw aangemaakte persoonsbewijzen met de foto’s van Tante Riek en Oom Piet (maar met andere namen) tevoorschijn kwamen.
De SD had toen het felbegeerde spoor naar Tante Riek uit Winterswijk te pakken.
Als op 18 augustus het bericht doordringt dat Nico is gearresteerd, wordt in Bennekom beseft dat er gevaar op komst is. ‘We moeten hier zo gauw mogelijk weg’, is de reactie van Tante Riek op wie het bericht veel indruk maakt.
Jawel, door verraad van Miep Oranje, een onzorgvuldigheid van Evert Boven en een fout van Teus van Vliet, die Miep als zijn secretaresse had aangesteld en een waarschuwing tegen haar in de wind had geslagen.
Loe de Jong schrijft over het verraad van de L.O. topman:20
Uiteraard kon zij niet in de R V V penetreren waar men wist dat zij in Duitse handen gevallen was, maar het lukte haar, in de LO als illegaal werkster geaccepteerd te worden, zelfs in de hoogste regionen: zij werd secretaresse van Teus van Vliet, de LO-leider van Zuid-Holland, lid van de ‘Top’, en sinds eind juli '44 een van de drie leden van het Centraal Bureau der LO. De LO, de KP en de RVV voerden in die tijd vrij frequente besprekingen en bij een daarvan werd Miep Oranje, die van Vliet op het betrokken adres moest afhalen, door Gerben Wagenaar herkend. Deze zei onmiddellijk dat zij een onaanvaardbaar risico vormde - van Vliet, die zeer onder de charmes van Miep gekomen was, wilde het niet geloven. Miep van haar kant waarschuwde Oelschlagel, en de ‘SD’ (die van haar, afgezien van mondelinge mededelingen, doorslagen gekregen had van elk briefje dat zij voor van Vliet had moeten typen) kon vervolgens in het gehele land invallen doen op niet minder dan 27 adressen. Talrijke arrestaties vloeiden hieruit voort. Van Vliet bleef alleen maar op vrije voeten doordat hij op de dag waarop men hem wilde arresteren, bij toeval een latere trein nam dan hij met Miep Oranje had afgesproken.
Over Teus van Vliet [Teunis, geb. 15 mei 1913 te Harmelen, Utr., overl. 3 maart 1986 te 's-Gravenhage, onder de naam Casper de Groot,2] weet Wikipedia te melden:21
Ten gevolge van het verraad van Johan van Lom (schuilnaam Van Arkel) werd hij in januari 1945 gearresteerd in Amsterdam. Tijdens de verhoren door de Duitsers sloeg Hugo geheel door. Hij verschafte de Duitsers meer informatie dan de informatie waar zij feitelijk om vroegen. Zo tekende hij een schema van de top van totale verzet in Nederland.
…
Teus van Vliet is na de oorlog voor een Ereraad van het verzet verschenen.
…
Hij kreeg onder meer het verbod om vijf jaar te publiceren over de oorlog (hij was na de oorlog redacteur van een christelijk tijdschrift4). Van Vliet is echter na uitgebreid onderzoek volledig gerehabiliteerd.
Miep Oranje schuldig?
Hoewel direct bewijs van haar verraad ontbreekt gaan zelfs de mildste onderzoekers er van uit, dat Miep Oranje een verraadster was: Waar rook is, is vuur! De vraag of zij, indien zij was gearresteerd en voor het gerecht was gedaagd schuldig was bevonden en wat haar straf geweest zou zijn kan niet worden beantwoord. Op grond van de jurisprudentie zou gegist kunnen worden dat zij, met een bekentenis harerzijds, er waarschijnlijk met een jaartje of twaalf vanaf gekomen was en dat zij, met aftrek van voorarrest en met gratie na een jaar of acht op vrije voeten zou zijn gekomen. Nu werd zij, door de publieke opinie, op grond van voornamelijk roddelpraat en niet bewezen aantijgingen, veroordeeld tot hetzij levenslang of de doodstraf.
Onderzoek
De heer Leon de Rouw, een M.O. onderzoeker, raadpleegde het archief van het Rode Kruis, Afdeling Oorlogsnazorg: N.O.B. Dossier No. C/76021 en gaf mij inzage.
Dit dossier bevat een onderzoeksrapport van de Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen (M.T.O.).
Het rapport, waarvan de tekst hieronder integraal gegeven wordt, toont wat er aangaande Maria Oranje bekend was eind november 1950.
TEKST:
Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen.
M.T.O Dossier No. 4990
N.O.B. Dossier No. C/760211
ten name van ORANJE, Maria, geboren 6-5-1923
Rapport.
Naar aanleiding van een mij, H.J. OWEL, door de Majoor Mr. H. WELLEMA, Hoofd van de Nederlandse Missie Tot Opsporing van Vermiste Personen, verstrekte opdracht, stelde ik op 23 November 1950 bij de Officier van Justitie der Bijzondere Strafkamer te Amsterdam, een onderzoek in, naar de aldaar aanwezige gegevens inzake de vermiste Nederlandse MARIA ORANJE, geboren te Bloemendaal, thans gemeente Haarlem, de 6e Mei 1923, laatstelijk gewoond hebbende te Soest, Braamweg No. 110.
Uit de mij, rapporteur, ter inzage verstrekte stukken van dossier No. E III/
13450, contra MARIA ORANJE, voornoemd, aanwezig bij bovengenoemde
Officier van Justitie, bleek dat,gezochte als koerierster werkzaam geweest was voor de Raad van Verzet
en dat zij op 29 December 1943, bij een overval van de Feldgendarmerie
op een klooster bij de Laage Vuursche was gearresteerd en overgegeven
aan de Sicherheitsdienst te Amsterdam, door wie zij gevangen werd gezet
in de gevangenis aan de Amstelveenscheweg te Amsterdam.
Verder bleek uit een proces verbaal, opgemaakt door de Rechercheur Johan VULPEN,
van de Politieke Recherche Afdeling te Utrecht, contra Maria Oranje,
dat tijdens een verhoor van Emil RÜHL, S.D. Offizier, geboren 8-5-1904
in Gevelsberg, wonende te Duisburg, Buchholzerstrasze No. 93, deze
verklaarde, dat Maria ORANJE als "V"-Frau der S.D., onder leiding
van OELSCHLAEGEL gewerkt heeft en onder anderen getracht heeft
een zekere "Hugo" L.O." in een restaurant aan de Overtoom te Amsterdam te
doen arresteren.
Verder verklaarde Willi LAGES, geboren 5-10-1901 te Braunsweich,
wonende te Braullage [Braunlage] im Harz, von Langenstrasze No. 6, dat genoemde
Maria Oranje, na haar arrestatie op de Laage Vuursche eind December
1943, vrijwillig inlichtingen had verstrekt aan de S.D., waardoor
de bestrijding der illegaliteit in belangrijke mate werd bevordert en
dat zij op voordracht van de later door de Nederlandse Binnenlandse
Strijdkrachten geliquideerde Duitse S.D. Officier OEHLSCHLAEGEL in vrijheid
was gesteld en onder zijn bevel als vertrouwensvrouw werkzaam
was geweest.
Dat gezochte haar verklaringen vrijwillig en zonder dwang
had afgelegd en dat hierdoor het Archief van de R.V.V. alsmede spring-
stoffen en munitie in handen der S.D. waren gevallen.
Verder verklaarde Willi LAGES, blijkens dit Proces-Verbaal, dat omstreeks
de invasie in Nederland M. ORANJE, op voordracht van OEHLSCHLAEGEL, in
verband met haar persoonlijke veiligheid, als "Zuster" van het Duitse
Roode Kruis naar Duitsland werd gestuurd. Waarheen zij gegaan was,
was Lages onbekend.
Uit het Proces Verbaal van het verhoor van Friedrich Christiaan VIEBAHN,
geboren 5-9-1910 in Hamborn, wonende te Düsseldorf-Gerrsheim, Unter den
Eichen 86, bleken geen verdere gegevens, dan dewelke reeds in de verklaringen
van LAGES en RÜHL vermeld waren en hij verklaarde eveneens, dat ORANJE,
ORANJE, voornoemd, geheel vrijwillig haar medewerking had
verleend aan de Sicherheits Dienst.
Uit de in dossier No. E II/ 13450, aanwezige processtukken van de zitting van het Polizeistandesgericht te SOEST (Utr.) van 15 Februari 1944, bleek dat gezochte behoord had tot de Raad van Verzet, District Midden-Holland (Gooi, Eemland en Amersfoort.) en dat van deze groep de volgende personen op de daarbij vermelde data werden gearresteerd:
1. Cornelis BURGER, geboren 13-4-1920 te Zeist, gewoond hebbende te Zeist, Joost v.d. Vondellaan No. 52, gearresteerd op 18-1-1944
2. De Jood Carl CAHN, geboren 16-10-1901 te Cochem/Mosel, zonder vaste woon- of verblijfplaats, gearresteerd op 30-1-1944
3. Gerrit FREDERIKS , geboren 13-5-1918 te Kamperveen, gewoond hebbende te Soest, Hartmanlaan No. 22, gearresteerd op 12-2-1944
4. Jan KANIS, geboren 25-12-1900 te Oldenbroek, gewoond hebbende te Amersfoort, Anna Paulownalaan No. 36, gearresteerd op 12-2-1944
5. Rento CARSCHAGEN [Garschagen], geboren 21-3-1921 te Baarn [Medan], aldaar gewoond hebbende aan de B[e]aufortlaan No. 6, gearresteerd op 12-2-1944
6. Cornelis KARMAN, geboren 8-8-1921 te Laren (Gld.), gewoond hebbende te Baarn, Schoolstraat No. 42, gearresteerd op 17-1-1944
7. Dirk v.d. LIST, geboren 31-1-1883 te Gouda, gewoond hebbende te Baarn, Zandvoortlaan No. 13, gearresteerd op 6-1-1944
8. Hendrik MEYER, geboren 5-4-1920 te Soesterberg, gewoond hebbende te Soest, Verlengde Postweg No. 12, gearresteerd op 12-2-1944
9. Hans Ludo SENFF, geboren 28-9-1925 te Leiden, gewoond hebbende te Amersfoort, Stortzuid No. 9, gearresteerd op 12-2-1944
10. Rut VENENDAAL [Rut van Veenendaal], geboren 2-5-1921 te Soest, gewoond hebbende te Tiel, Fabrieksstraat No. 30, gearresteerd op 12-2-1944
11. De Jood Barend Waterman, geboren 21-3-1882 te Amsterdam, zonder vaste woon- of verblijfplaats, gearresteerd op 12-2-1944
Bovenvermelde personen maakten allen deel uit van de Raad van Verzet.
Bij de processtukken bevinden zich 3, door gezochte ondertekende
zeer bezwarende verklaringen tegen Gerrit FREDERIKS en Rento GARSCHAGEN
welke blijkens de Duitse processen-verbaal van hun verhoren, bleven
ontkennen iets met de R.V.V. uitstaande te hebben.
Verder bevond zich bij genoemde processtukken een door gezochte on-
dertekende bezwarende verklaring tegen Cornelis KARMAN, inzake
een door hem uitgevoerde liquidatie van de C.C.D. ambtenaar en
N.S.B.'er MULDER, te Baarn.
Blijkens het vonnis werden BURGER, KARMAN, en VEENEN-
DAAL, voornoemd, ter dood veroordeeld en blijkens een daarbij
gaand rapport, d.d. 16-2-1944, werd het vonnis op dien datum om
17.20 uur door de kogel voltrokken.
Uit het verder onderzoek ingesteld door de P.R.A. Johan VULPEN, voornoemd, bleek, dat R. WALTER, H. GARSCHAGEN en H. MEYER, waren gere- patrieerd en dat D. van LIST op 11 Maart 1945 om 18.30 uur aan pleuritis in het K.L. Oranienburg-Sachsenhausen en G. Frederiks op 17 April 1944 te Dachau was overleden. Ook KANIS, en CAHN, bleken gerepatrieerd te zijn. Slechts in een van de getuigenverklaringen, bleek het verraad van vermiste, doch verder bleken uit dit onvolledige onderzoek, geen aanwijzingen omtrent het verdere lot van de vermiste ORANJE.
Uit de verder in het dossier No. E II/13450 aanwezige Duitse documenten als
Zahlbogen für AU, No. D.R.K. 978, en Karteikarte der SS Fürsorgeoffizier
bleek, dat ORANJE, Maria, geboren te Bloemendaal, 6 Mei 1923 op
de 7e September 1944 in dienst was getreden bij het Deutsche Rote Kreutz.
Op genoemde Karteikarte der SS Fürsorgeoffizier stond als adres vermeld,
Amsterdam, Euterpestraat No. 99. (Ik, rapporteur, moge hierbij opmerken,
dat dit het adres van de S.D. Dienststelle was.)
Uit de Zahlbogen bleek, dat vermist[e] op 30-12-1944 tot 31-3-1945 een bedrag
van FL. 306.- en op 22-3-1945 tot 31-6-1945 een bedrag van Fl. 135.- heeft
uitbetaald gekregen.
Blijken[s] een P.V. d.d. 20-2-1948 van de Hoofdcommissaris van Politie te
Haarlem, staat Maria Oranje, geboren 6-5-1923, bij het Bevolkingsregister
te Bloemendaal niet geregistreerd als aldaar te zijn geboren.
Uit het verder onderzoek bleek, dat vermiste het laatst woonachtig was geweest te Soest, Braamweg No. 110, en dat momenteel haar vader Cornelis Leendert ORANJE, geboren te Goes, 11 Februari 1889, aldaar nog
woonachtig was, terwijl haar moeder, Maria van der Vries [Vies], was overleden.
In het dossier No. E II/ 13450, bevindt zich een reproductie van een foto van de vermiste Maria ORANJE. Verdere gegevens inzake het lot van vermiste waren niet aanwezig,
Hiervan dit rapport naar waarheid opgemaakt getekend en gesloten te Amsterdam, de 23ste November 1950.
De Rapporteur,
Hank J. Owel.
Commentaar
De rapporteur is zich er van bewust, dat de vermiste persoon waarnaar hij een onderzoek instelt verdacht wordt van oorlogsmisdaden, met name haar samenwerking met de S.D. Hij vindt drie door Maria ondertekende bezwarende verklaringen gebruikt tijdens een rechtszitting van een strandgezicht tegen drie aangeklaagden waarvan één, Karma, werd veroordeeld tot de doodstraf.
Dit bewijst dat Miep Oranje samenwerkte met de S.D., maar niet dat iemand door haar verraad werd gearresteerd of alleen op grond van haar verklaringen werd geëxecuteerd.
Betreffende de slachtoffers van haar verraad schrijft hij: "Slechts in een van de getuigenverklaringen, bleek het verraad van vermiste, ...".
Hoe deze éne tussen 1950 en 1996 veranderde in 'honderden' is niet duidelijk.
De rapporteur schrijft, dat het onderzoek van van Vulpen onvolledig was. Van Vulpen geeft inderdaad een lijstje van personen die nog niet gehoord zijn.
De verklaringen van de notoire oorlogsmisdadigers Lages, Rühl en Viebahn zijn dubieus. De heren verklaarden tijdens vele ondervragingen van alles en nog wat. Zo beweert Lages tijdens de verhoren betreffende Maria Oranje, dat zij geheel uit eigen vrije wil meewerkte en dat beweringen van het tegendeel gelogen zijn. Alsof de man zou gaan vertellen dat Miep slechts na eindeloze verhoren met martelingen of zware pressie tot verraad overging.
Of uit het bestaan van een 'Karteikarte' en twee 'Zahlbogen' van de Fürsorgeoffizier der Waffen SS afgeleid mag worden dat Maria Oranje kort na Dolle Dinsdag inderdaad naar Duitsland vertrok om voor het Duitse Rode Kruis te werken is niet zeker. Tot dusverre is daar bij naspeuring in Duitsland (via D.R.K en I.T.S.) niets van gebleken.
Nationaal Archief en NIOD
Op 24 juni bezocht ik het Nationaal Archief (N.A.) te Den Haag en raadpleegde aldaar het dossier van Maria Oranje in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspraak (CABR) 107953 (P.F. Amsterdam 13450), het door Hank J. Owel eind 1950 geraadpleegde dossier.
Op 25 juni bezocht ik het NIOD te Amsterdam en raadpleegde aldaar het dossier van Maria (Miep, Edith) Oranje (ook wel Netty de Graaf), archief 248, Doc I-1274B
Enige opmerkingen:
Het door Owel geraadpleegde dossier bevatte eind 1950 (Duitse) processtukken van de
zitting van het Polizeistandesgericht te SOEST (Utr.) van
15 Februari 1944.
Hoewel in het op het N.A. thans aanwezige dossier gerefereerd wordt aan deze Duitse stukken zijn zij thans niet in het dossier aanwezig.
De drie, door Maria Oranje ondertekende ‘zeer bezwarende verklaringen’ tegen Gerrit Frederiks, Rento Garschagen en Cornelis Karman ontbreken, evenals de Duitse processen-verbaal van hun verhoren.
Owel raadpleegde het dossier dat zich bevond in Amsterdam, voordat het CABR tot stand kwam.
Op het NIOD bevindt zich een kopie van hetzelfde dossier. Ook hierin ontbreken de Duitse stukken.
In het onderzoeksrapport 'Een speurtocht naar Miep Oranje (Op. cit) wordt vermeld dat een onderzoeker op 9-1-1998 een telefoongesprek voerde met de Advocaat Generaal te Amsterdam, de heer P.M. Brilman, toentertijd belast met de opsporing van oorlogsmisdadigers. Deze deelde mee de Duitse stukken niet onder zijn beheer te hebben.

Deutsche Rote Kreutz
Aangaande de tewerkstelling van Miep Oranje bij het Duitse Rode Kruis beschrijft Owel twee Zahlbogen en één Karteikarte. Er bevinden zich inderdaad drie kaarten in het dossier, maar hun betekenis is moeilijk te duiden. Maria Oranje is een: 'Einberufener' en is 'In Wehrüberwachung beim D.R.K.': Iemand die niet in actieve dienst is, maar die op oproep moet verschijnen. 'Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden', een Duitse 'Dienststelle', regelde betalingen aan achterblijvenden bij uitzending van vrijwilligers en een maandelijkse uitkering van Fl. 45,- was standaard. Doorgaans betrof het echter Waffen-SS vrijwilligers (Landwacht/Landstorm).
1. een voorgedrukte systeemkaart, A5 formaat
Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden |
Zahlbogen DRK 978 Blatt No. 1 B |
Empfangsberechtigter: Sammelkonto |
Wohnort: - |
Einberufener: | |
Name Oranje | Vorname: Maria |
Geb. Dat.: 6-5-1925 | Geburtsort: Bloemendaal |
Einstellungstag: 7-9-1944 | Familienstand: Ledig |
1. Au27 ist zu zahlen:
ab: 1-4-’45 monatl. Fl 45 | |
Hengelo (O) 6 Nov. 1944 | |
Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden | |
J. Kustler [?] |
[Blad 2: alleen aanwezig op het NIOD, niet in dossier N.A.]
Berechnungsjahr 1945
[In stempel]
1. Der Angabe … [onleesbaar] in der bisherigen Höhe Von - ….. - ….2. Für die Zeit vom 7-9-44 bis 30-3-45 izt eine.
Nachzahlung von 306,- sofort zu ….
3. Ab 1-4-45 sind bis auf Weiteres 45,- zu zahlen.
30-12-44 Der Fürsorgeoffizier der Waffen-SS in den Niederlanden J. Kustler [?].
von 30/12.44 bis 31/3.45 306,- 306,- H.u.A Buch Seite 2 Nr 311 SK | ||
22/III | von 1.IV.45 bis 31.VI.45 135,- |