1 Duitse schwere SS-Panzer-Abteilung 103

Inleiding

De schwere SS-Panzer-Abteilung 103 werd op 1 november 1943 geformeerd door omvorming van de II. / SS-Panzer-Regiment 11 en ingedeeld bij het III. (germanisches) SS-Panzer-Korps. Na de nodige opleiding en omscholing voor gebruik van de Königstiger, werd de eenheid als schwere SS-Panzer-Abteilung 503 in januari 1945 ingezet. De eenheid was tot de laatste dagen van de strijd betrokken bij de verdediging van Berlijn.

Picture: 10234
De Tiger II, of Königstiger, de standaarduitrusting van schwere SS-Panzer-Abteilung 103/503 (hier exemplaren van Heeres 1. / schwere Panzer-Abteilung 503 als voorbeeld) Source Wilco Vermeer collection

Geschiedenis

Oprichting

Op 15 april 1943 werd begonnen met het opbouwen van de korpsstaf en eenheden voor het III. (germanisches) SS-Panzer-Korps. Als onderdeel hiervan werd opdracht gegeven te komen tot de formatie van de schwere SS-Panzer-Abteilung 103. Ten bate van hetzelfde korps werd in de Truppenübugsplatz Grafenwöhr op 1 juli 1943 een aanvang gemaakt met de formatie van SS-Panzer-Regiment 11 van de (11.) SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division Nordland. Hiertoe werden twee Abteilungen geformeerd, waarbij de II. Abteilung werd geleid door SS-Sturmbannführer Otto Paetsch. De beide afdelingen werden eind juli 1943 naar Kroatië verplaatst en als infanterie eenheid ingezet. In september 1943 lag de eenheid in Jastrebarsko waar een aanvang werd gemaakt met opleiding als pantsereenheid met behulp van Sturmgeschütze en 'buitgemaakte' Italiaanse tanks. Tot december 1943 werd de eenheid als infanterieeenheid tevens in de omgeving ingezet in de strijd tegen de partizanen. Op 1 november 1943 werd door de bevelhebber van het III. (germanisches) SS-Panzer-Korps bepaald dat II. / SS-Panzer-Regiment 11 diende te worden omgevormd tot schwere SS-Panzer-Abteilung 103.

schwere SS-Panzer-Abteilung 103

Hiertoe werd de Tiger-Ausbildungs-Kompanie uit Rann, onder bevel van SS-Hauptsturmführer Flügel toegevoegd als 1. Kompanie. In januari 1944 werd de gehele schwere SS-Panzer-Abteilung 103 overgeplaatst naar Kampen in Nederland voor opbouw en training. De eenheid werd uitgerust met de Tiger I E en de leden kregen in februari en maart te Paderborn hun Panzerlehrgang en verdere training in Sennelager. Vervolgens werd de schwere SS-Panzer-Abteilung 103, samen met schwere SS-Panzer-Abteilung 101 en schwere SS-Panzer-Abteilung 102 voor uitrusting en verdere uitbouw geplaatst in Oldebroek, Nederland. Op 7 maart 1944 geeft Otto Praetsch het bevel over aan SS-Sturmbannführer Kurt Hartrampf.
In de zomer van 1944 volgde een verplaatsing van de eenheid naar Wezep, eveneens in Nederland voor verdere opleiding, waarna de eenheid vooral diende als Ausbildungs- und Ersatztruppenteil (opleidings- en vervangingseenheid) voor de beide schwere SS-Panzer-Abteilung 101 en schwere SS-Panzer-Abteilung 102.

Op 30 juni 1944 bestond de schwere SS-Panzer-Abteilung 103 uit 12 Tiger I tanks, 3 stuks Pz. Kpfw. I ausf C, 33 officieren, 154 onderofficieren en 850 manschappen. Vanaf augustus 1944 werd de eenheid omgeschoold voor gebruik van de Tiger II, ook wel Königstiger. Tevens werd SS-Obersturmbannführer Karl Leiner de nieuwe kommandant. De eenheid werd vervolgens verplaatst naar Paderborn en van daar naar Sennelager-Nord, met de 1. Kompanie in Pivitsheide, de 2. Kompanie in Gasthaus Augustusdorf, de 3. Kompanie in Billinhausen, de Stabskompanie in Hörste, de Stab in Hildrupshausen en de Versorgungskompanie in Pivitsheide.

Op 19 oktober 1944 ontving de eenheid haar eerste vier Tiger II tanks, waarna op later moment nog zes stuks werden ontvangen van SS-Panzer-Abteilung 502. In november 1944 volgde de eerste melding van omvormging van de eenheid tot schwere SS-Panzer-Abteilung 503. In januari 1945 werden de benodigde Tiger II's voor alle onderdelen geleverd en ontving de eenheid een nieuwe kommandant, SS-Sturmbannführer Fritz Herzig.

Operationeel

Op 26 januari 1945 werd de eenheid richting het Oostfront gestuurd en onder bevel geplaatst van de Heeresgruppe Weichsel. In twee transporten kwam het eerste transport met 12 stuks Tiger II B en de Abteilungsstab aan in Arnswalde, Pommeren en he tweede transport in Küstrin, Landsberg. De III. Zug / 2. Kompanie onder bevel van SS-Untersturmführer Haake, kwam hierbij op 27 januari 1945 gelijk in actie bij Schneidemühl. Ook de andere onderdelen kwamen de dagen erop volgend, gelijk in actie.

Op 28 januari 1945 werd de SS-Panzer-Abteilung 503 onder bevel gebracht van het II. Armeekorps en ingezet bij de Kampfgruppe Munzel in de omgeving van Regenthin. Na de gevechten aldaar werd de eenheid op 30 januari 1945 teruggetrokken, waarbij het werd ingedeeld bij het XI. SS-Panzerkorps voor hernieuwde aanvallen.
De eerste dagen van februari 1945 ondernam de eenheid een tegenaanval op Sovjet troepen ten Oosten van Arnswalde als onderdeel van Kampfgruppe Voigt. De aanval mislukte, waarna de schwere SS-Panzer-Abteilung 503 tot 17 februari betrokken was bij de verdediging van het gebied rond Arnswalde.

Danzig

Op 17 februari 1945 kreeg de Abteilung opdracht zich naar Danzig te begeven, waar men onder bevel van de 2. Armee werd geplaatst. Hier volgde op 2 maart 1945 gelijk operationele inzet tegenover Sovjet troepen die aan de Oder doorbraken richting Stettin. Hierbij werden operaties van de 5. Jäger-Division ondersteund.
Op 26 februari 1945 volgde voor een deel van de eenheid een verplaatsing naar Dirschau bij de 4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division. Beide groepen namen deel aan gevechten tot aan de terugtrekking richting Danzig en leden zware verliezen. De restanten van de schwere SS-Panzer-Abteilung 503 werden in maart 1945 uit het gebied teruggetrokken.

Berlijn

Tussen 1 april 1945 en 15 april 1945 stond de schwere SS-Panzer-Abteilung 503 met 10 tanks gereed voor inzet te Frauenhagen, Brandenburg. Na terugkeer van de staf uit Danzig, kon men 19 Königstiger in gereedheid brengen. Deze restanten werden ingedeeld bij de 11. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division.
Vanaf 18 april 1945 namen de tanks deel aan gevechten richting Strausberg. De druk van Sovjet troepen zorgde er echter voor dat de eenheid steeds verder richting Berlijn werd teruggedrongen. Op 22 april 1945 ontving men van het LVI. Panzerkorps, waartoe de eenheid op dat moment behoorde, de opdracht aan de verdediging van Berlijn te gaan deelnemen, waar men op 24 april de eerste vijandelijke tanks buiten gevecht stelde.
De laatste gevechten van de schwere SS-Panzer-Abteilung 503 vonden plaats bij de Tiergarten en de Potzdammer Platz.
Op 3 mei 1945 hebben de laatste twee overgebleven Tiger II's van de schwere SS-Panzer-Abteilung 503 nog een poging gedaan uit te breken uit Berlijn naar het Westen. Dit waren de tanks van SS-Obersturmführer Lippert (1. / 503) en SS-Untersturmführer Schäfer (3. / 503). Ze probeerden te ontsnappen via de Charlottenburger Brücke in Berlijn-Spandau. Schäfer's tank werd hierbij door Sovjet militairen met een buitgemaakte 8,8 mm Flak uitgeschakeld. Twee bemanningsleden kwamen hierbij om het leven en Schäfer met twee anderen raakten zwaar gewond. Lippert moest zijn tank die nacht, achterlaten wegens brandstofgebrek. Hij vernietigde hierbij zelf zijn tank, waarmee de gehele schwere SS-Panzer-Abteilung 503 tijdens de Slag om Berlijn was uitgeschakeld.

Picture: 10233
Tiger I, schwere SS-Panzer-Abteilung 103, Nederland, juni 1944 Source Wargames Romania, German Camouflage: Tiger, Part III
Picture: 10235
Uitgeschakelde Königstiger schwere SS-Panzer-Abteilung 503 in Berlijn Source Wilco Vermeer collection

Bevelstructuur

Kommandeur:
SS-Obersturmbannführer Otto Paetsch
(1 juli 1943 - 7 maart 1944)
SS-Sturmbannführer Kurt Hartrampf
(7 maart 1944 - augustus 1944)
SS-Obersturmbannführer Karl Leiner
(augustus 1944 - 19 januari 1945)
SS-Sturmbannführer Fritz Herzig
(19 januari 1945 - 3 mei 1945)
Adjutant:
SS-Obersturmführer  Bruno Lemke
(april 1943 - maart 1945)
SS-Untersturmführer Paul Belle
(augustus 1944)
SS-Untersturmführer Kraus
(januari 1945)
Ordonnanzoffizier:
SS-Untersturmführer Adolf Grimminger
(januari 1945 - maart 1945)
Nachrichtenoffizier:
SS-Ostruf. Jakob König
(november 1944 - 25 maart 1945)
SS-Untersturmführer. Robert Rohr
(april 1945 - 29 april 1945)
IVb:
SS-Obersturmführer  Dr. Karl Johannsmeier
(? - februari 1945)
SS-Hauptsturmführer  Dr. Karl-Heinz Capell
(januari 1945 - 3 mei 1945)
TFK:
SS-Hauptsturmführer der Reserve Paul Miemelt
(? - april 1944)
SS-Obersturmführer  Rudolf Jesche
(? - november 1944)    
SS-Hauptsturmführer  Paul Beyer
(januari 1945 - ?)


Organisatiestructuur

schwere
SS-Panzer-Abteilung 103/503


     Stab
     Stabskompanie
SS-Obersturmführer Erwin Stahl
(april 1944 - januari 1945)
SS-Obersturmführer Max Lippert
(? - oktober 1944)
Erkundungszug
SS-Untersturmführer Fuchs
(januari 1945 - ?)
     1. Kompanie
SS-Obersturmführer Schubert
(juli 1943 - november 1943)
SS-Hauptsturmführer Hans Flügel
(1 november 1943 - november 1943)
SS-Hauptsturmführer Heinz Birnschein
(februari 1944 - december 1944)
SS-Untersturmführer Fritz Kauerauf
(? - 9 februari 1945)
SS-Obersturmführer Max Lippert
(? - april 1945)
SS-Untersturmführer Karl Brommann
(? - april 1945)
SS-Untersturmführer Wolfram Städtler (Stadtler)
(? - mei 1945)
     2. Kompanie
SS-Hauptsturmführer Kuno Ther
(? - december 1944)
SS-Obersturmführer Jakob Kaes
(januari 1945 - 27 februari 1945)
SS-Untersturmführer Karl-Heinz Johanningmeier
(? - februari 1945)
SS-Untersturmführer Karl Brommann
(? - februari 1945)
SS-Untersturmführer Kurt Meier
(1945)
II. Zug
Zugführer: SS-Hauptscharführer Karl Körner
(RK: 29 april 1945)
III. Zug
Zugführer: SS-Untersturmführer Haake
(januari 1945)
 
     3. Kompanie
SS-Hauptsturmführer Fritz Natterer
(Chef, september 1944 - 1945)
SS-Untersturmführer Oskar Schäfer
(Führer, ? - april 1945)
SS-Untersturmführer Maier
(1945)
     Versorgungs-Kompanie
SS-Hauptsturmführer  Herbert von Geldern
(? - februari 1945)
SS-Untersturmführer Georg Sauerborn
(?)
SS-Obersturmführer Leopold Leberbauer
april 1945 - 3 mei 1945)
     Werkstatt-Kompanie

SS-Obersturmführer Paul Beyer
(? - april 1944)
SS-Obersturmführer Leopold Leberbauer
(? - september 1944)
SS-Hauptsturmführer Erich Mutz
(september 1944 - januari 1945)

1. Werkstatt-Zug

2. Werkstatt-Zug

Waffenmeister

Bergezug
SS-Untersturmführer Meiser
(januari 1945 - ? )


Feldpostnummers

schweren SS-Panzer-Abteilung 103/503

     Stab
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)


     Stabskompanie
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)


     1. Kompanie
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)


     2. Kompanie
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)
 

     3. Kompanie
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)


     Versorgungs-Kompanie
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)


     Werkstatt-Kompanie
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)
1. Werkstatt-Zug
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)
2. Werkstatt-Zug
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)
Waffenmeister
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)
Bergezug
57300 (februari 1944)
37790 (mei 1944)


Ontvangers Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes

Ridderkruis ontvangers: [palist]83,schwere SS-Panzer-Abteilung 503[/palist]

 

Picture: 10236
Source WW2Awards

References

Sources