Herkenningstekens voor KZ-gevangenen

Herkenningstekens voor KZ-gevangenen

Bij aankomst in een concentratiekamp werden gevangenen geregistreerd: ze kregen een persoonsnummer en werden ingedeeld binnen een bepaalde groep. Het registratienummer werd door gevangenen op hun kleding gedragen. In Auschwitz werd dit nummer zelfs getatoeëerd op de linker bovenarm van een gevangene. Onder het registratienummer op de kleding werden één of meerdere tekens bevestigd, waaronder een gekleurde driehoek waaruit bleek tot welke groep een gevangene behoorde. Er ontstond een vrij uitgebreid systeem van diverse tekens, waarvan de belangrijkste hieronder weergegeven worden.

Herkenningstekens voor niet-joodse gevangenen

Politieke tegenstanders Criminelen Emigranten
Jehova's getuigen Asocialen Homoseksuelen
Politieke recidivisten Criminele recidivisten Recidiverende emigranten
Recidiverende Jehova's getuigen Asociale recidivisten Homoseksuele recidivisten

Herkenningstekens voor joodse gevangenen

Joodse politieke tegenstanders Joodse criminelen Joodse emigranten
Joodse Jehova's getuigen (1) Joodse asocialen Joodse homoseksuelen
Jood zonder classificatie (2) Mannelijke joodse rasbevuiler (3) Vrouwelijke rasbevuiler (3)

Algemene herkenningstekens

Leden van een strafbataljon Vluchtgevaarlijke gevangenen Leden van gewapende eenheden

Buitenlandse gevangenen
Wanneer op bovenstaande driehoeken een bepaalde letter was aangebracht, betekende dit meestal dat de gevangene een inwoner was van een land buiten Duitsland. Een rode driehoek - met de punt naar beneden - met daarop een P, werd gebruikt voor een Poolse politieke gevangene. Onder andere de volgende letters waren op deze manier in gebruik:

B Belgen
F Fransen
I Italianen
N Nederlanders (4)
P Polen
S Spanjaarden
T Tsjechen
U Hongaren

Gevangenen met een functie
Funktionshäftlinge, oftewel gevangenen met een functie zoals Blockältesten en Kapo’s droegen speciale gekleurde armbanden. Meestal droegen Kapo’s zwarte armbanden, andere Funktionshäftlinge droegen gele of bruine armbanden.

(1) Alhoewel de combinatie van deze twee geloofsbelijdenissen onmogelijk lijkt, werden bepaalde gevangenen toch op deze wijze geclassificeerd. Binnen deze categorie ging het om Jehova's getuigen van oorspronkelijk Joodse afkomst, die volgens de Neurenberger Wetten van 1935 raciaal werden beschouwd als Joden, ondanks dat ze het Joodse geloof niet meer aanhingen.

(2) Wanneer een Joodse gevangenen niet viel binnen één van de zes categorieën, kreeg hij of zij in plaats van een tweekleurige ster twee gele driehoeken, die gecombineerd de davidster vormden.

(3) De Neurenberger Wetten van 1935 bepaalden dat huwelijken en seksuele relaties tussen Joden en burgers van Duits of aanverwant bloed verboden werden. Wanneer een mannelijke Jood seksueel contact had met een Arische vrouw en wanneer een vrouwelijke Jood seksueel contact had met een Arische man, werden ze beschouwd als rasbevuilers.

(4) Om onderscheid met Noorse gevangenen te maken, werden Nederlandse gevangenen in sommige concentratiekampen ook aangeduid met de 'H' van Hollander.

Picture: 16112

References

Sources