Achttien doden op de Waalsdorpersvlakte
De fusillade van achttien mannen op de Waalsdorpervlakte op 13 maart 1941
Op 13 maart 1941 werden vijftien Geuzen, samen met drie Februaristakers op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Onder de terdoodveroordeelden bevond zich ook Bernard IJzerdraat, de leider van de Geuzengroep.
Na de capitulatie van Nederland op 14 mei 1940 legden velen in Nederland zich niet zomaar neer bij de Duitse bezetting. Nederland was dan wel verslagen en bezet, maar de bevrijding door de geallieerden zou ongetwijfeld snel komen. Er vormden zich dan ook al vrij snel geheime organisaties die de op til zijnde bevrijding gingen voorbereiden, zoals de Leeuwengarde en het Legioen Oudfrontstrijders.
Een opmerkelijke rol speelde Bernard IJzerdraat, die op 15 mei 1940 al pamfletten had verspreid waarin hij opriep tot verzet. Hij kwam op een gegeven moment in contact met enkele inwoners van Vlaardingen die dezelfde ideeën hadden, en al vrij snel sierden zij zich met de naam ‘Geuzen’. De naam Geuzen is ontleend aan de naam van de opstandelingen tegen de Spanjaarden in de 16de eeuw (de Tachtigjarige Oorlog). Afkomstig van het Franse woord ‘gueux’, dat ‘schooiers’ of bedelaars’ betekent en door de Spanjaarden werd gebruikt als scheldnaam, werd deze benaming door de opstandelingen juist als eretitel gebruikt. De organisatie spreidde zich al zeer snel uit in de richting van Rotterdam, Maassluis en omliggende gemeenten. De organisatie beschikte niet over veel wapens, maar de wil tot verzet was daarentegen uitermate groot. Het pamflet ‘De Geus van 1940’ gaf plannen en aanwijzingen voor verzet. Men stelde lijsten op van NSB’ers, collaborateurs en ‘Moffenmeiden’. Maar van werkelijke sabotage-activiteiten kwam niet veel terecht. Het bleef namelijk bij een beperkt aantal acties: de lichtkabel van de zoeklichtbatterij rondom Rotterdam werd doorgesneden, evenals telefoonleidingen van de stellingen van Hoek van Holland, en soms werden Duitse soldaten in het geheim uit de weg geruimd.
Er waren enkele honderden personen bij de Geuzenactie betrokken. Ieder lid legde de Geuzeneed af, die als volgt luidde: “Ik beloof in deze ernstige tijden een goede Nederlandse Geus te zijn, de Geuzenwet en de voorschriften van de commandanten op te volgen. Wanneer ik op de één of andere wijze mijn belofte schend, vervallen al mijn eigendommen aan het Geuzenleger, of wanneer dit niet meer bestaat, aan de Nederlandse Staat.”
Bij toeval kwam de Sicherheitspolizei in november 1940 achter het bestaan van de Geuzen. Dit gebeurde echter niet in Rotterdam, maar in Arnhem. Door loslippigheid van een Geus die tot de Wilton-Feijenoordgroep hoorde, kwamen gegevens over geheime wapenvoorraden in Schiedam een NSB-kringleider in Arnhem ter ore. De kringleider stapte naar de Arnhemse procureur-generaal en via deze werd de politie ingeschakeld. Een rechercheur, die overigens niet pro-Duits was, werd met de zaak belast, maar deze schakelde de Sicherheitspolizei in. Enkele honderden van Geuzen werden vervolgens opgepakt en verhoord, en één van hen, Theo van der Staay uit Maassluis, werd wekenlang in het Oranjehotel in Den Haag verhoord en zwaar mishandeld. Uiteindelijk lieten de Duitsers hem gaan, maar veel slechter liep het af met de 27-jarige boekhouder Sjaak Boezeman, de Geuzenleider van Maassluis. Boezeman werd urenlang verhoord, en toen hij uiteindelijk terug naar zijn cel werd gebracht stelden Nederlandse bewakers vast dat hij zwaar mishandeld was. Zijn hele lichaam was overdekt met bloeduitstortingen en zijn gezicht was helemaal kapotgeslagen. Boezeman overleed dan ook de volgende dag aan zijn opgelopen verwondingen.
Een maand later, op 24 februari 1941, stonden drieënveertig Geuzen voor het ‘Feldgericht des Kommandierenden Generals und Befehlshabers im Luftgau Holland’ terecht in het gebouw van de Hoge Raad in Den Haag. De beklaagden werden onder meer beschuldigd van spionage, het ongeoorloofd bezit van wapens en beschadiging van militaire installaties. Tijdens dit proces droegen de beklaagden, die allen werden bijgestaan door Nederlandse verdedigers, nog vaak de sporen van de eerdere mishandelingen. Eén van hen, Leendert Keesmaat, was de vorige dag zo zwaar mishandeld dat hij op de zittingsdag weigerde om zijn gezicht te wassen.
Op 4 maart 1941 viel de uitspraak: achttien doodvonnissen, negentien maal gevangenis- of tuchtstraf en zes maal vrijspraak. Omdat volgens de Duitse rechtspraak de mogelijkheid bestond om gratie aan te vragen, een optie waar overigens alle Nederlandse advocaten gebruik van maakten, rekende niemand erop dat de vonnissen daadwerkelijk ook zouden worden voltrokken. Op 11 maart 1941 bevestigde generaal Christiansen het vonnis voor vijftien ter dood veroordeelden en wijzigde hij de terdoodveroordeling van drie van hen in levenslang. Twee dagen later, op 13 maart 1941, werden de terdoodveroordeelden van deze beslissing in kennis gesteld en het vonnis zou dezelfde dag nog voltrokken worden. Sommigen van hen barstten in tranen uit, anderen zwegen en staarden urenlang voor zich uit en anderen rookten hun laatste sigaret of schreven hun afscheidsbrief.
Net voor ze uit hun cel werden gehaald, begon één van hen het Wilhelmus te zingen en de anderen vielen in. Daarna werd in de gang een rij geformeerd, met Bernard IJzerdraat voorop met zijn oranjekleurige pyama over zijn colbert. Drie communisten, Coenradi, Eyl en Hellendoorn, die tijdens de Februaristaking waren opgepakt, werden aan het groepje van vijftien toegevoegd, waarmee het totaal op achttien kwam. Daarna vertrokken de mannen in gereedstaande vrachtauto’s naar de Waalsdorpervlakte waar de achttien mannen werden gefusilleerd. Bernard IJzerdraat werd begraven op de Waalsdorpervlakte, later herbegraven in Wassenaar en tenslotte bijgezet op het Nederlandse Ereveld Loenen bij Apeldoorn. Aan hem werd later, in 1957, postuum het Verzetskruis toegekend. De Geuzenactie leeft voort in de jaarlijkse uitreiking van de Geuzenpenning van de Stichting Geuzenverzet. Deze onderscheiding wordt uitgereikt aan personen die zich verzetten tegen uitingen van dictatuur en schending van de mensenrechten. De uitreiking vindt plaats in de kerk van Vlaardingen, de basis van de Geuzenactie in 1940.
De namen van de 18 geëxecuteerden zijn:
1. Bernardus IJzerdraat (49 jaar), gobelinrestaurateur
2. Jan Kijne (46 jaar), vertegenwoordiger
3. Ary Kop (40 jaar), verzekeringsagent
4. Jacob van der Ende (22 jaar), schilder
5. Leendert Keesmaat (29 jaar), onderwijzer
6. Hendrik Wielenga (37 jaar), electrotechnicus
7. Johannes Smit (30 jaar), monteur
8. Frans Rietveld (36 jaar), slijper
9. Leendert Langstraat (31 jaar), machinebankwerker
10. Jan Wernard van den Bergh (47 jaar), slijper
11. Albertus Johannes de Haas (37 jaar), metaalgieter
12. Reijer Bastiaan van der Borden (32 jaar), hulppolitieagent
13. Nicolaas Arie van der Burg (36 jaar), vertegenwoordiger
14. George de Boon (21 jaar), metaalbewerker
15. Dirk Kouvenhoven (24 jaar), stoker
16. Eduard Carel Frederik Hellendoorn (28 jaar), kunstschilder
17. Hermanus Mattheus Hendricus Coenradi (31 jaar), electricien
18. J. Eyl, (44 jaar), magazijnbediende
Na de executie van de vijftien Geuzen en drie Februaristakers schreef Jan Campert ‘Het lied der achttien doden’. Dit gedicht verscheen als rijmprent bij de clandestiene uitgeverij De Bezige Bij. In de eerste strofe van zijn beroemde gedicht beschrijft Jan Campert de laatste uren van de achttien ter dood veroordeelden. Het complete lied luidt als volgt:
Het lied der achttien doden
Een cel is maar twee meter lang
En nauw twee meter breed,
Wel kleiner nog is het stuk grond
Dat ik nu nog niet weet,
Maar waar ik naamloos rusten zal,
Mijn makkers bovendien,
Wij waren achttien in getal,
Geen zal de avond zien.O lieflijkheid van lucht en land
Van Hollands vrije kust,
Eens door de vijand overmand
Vond ik geen uur meer rust.
Wat kan een man, oprecht en trouw,
Nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn vrouw, hij kust zijn kind
En strijdt de ijd'len strijd.
Ik wist de taak, die ik begon,
Een taak van moeiten zwaar,
Maar 't hart, dat het niet laten kon,
Schuwt nimmer het gevaar.
Het weet hoe eenmaal in dit land
De vrijheid werd geëerd,
Voordat een vloek'bre schennershand
Het anders heeft begeerd.
Voordat, die eden breekt en bralt
Het misselijk stuk bestond,
En Hollands landen binnenvalt
En brandschat zijne grond;
Voordat, die aanspraak maakt op eer
En zulk Germaans gerief,
Ons volk dwong onder zijn beheer
En plundert als een dief.De Rattenvanger van Berlijn
Pijpt nu zijn melodie;
Zowaar als ik straks dood zal zijn,
De liefste niet meer zie
En niet meer breken zal het brood
Noch slapen mag met haar,
Verwerpt al wat hij biedt of bood,
Die sluwe vogelaar!Gedenkt, die deze woorden leest
Mijn makkers in de nood,
En die hun nastaan 't allermeest,
In hunne rampspoed groot,
Gelijk ook wij hebben gedacht,
Aan eigen land en volk,
Er komt een dag na elke nacht,
Voorbij trekt ied're wolk.
Ik zie hoe 't eerste morgenlicht
Door 't hoge venster draalt,
Mijn God, maak mij het sterven licht,
En zo ik heb gefaald,
Gelijk een elk wel falen kan,
Schenk mij dan Uw gena,
Opdat ik heen ga als een man
Als 'k voor de lopen sta
Nadat hij vele Joden over de Belgische grens had geholpen, werd Jan Campert gearresteerd en naar het concentratiekamp Neuengamme gedeporteerd. Daar overleed hij op 12 januari 1943.
De Waalsdorpervlakte bij Den Haag, waar zich tijdens de Tweede Wereldoorlog een fusilladeplaats bevond, is door de jaarlijks op televisie uitgezonden dodenherdenking aldaar, één van de bekendste herdenkingsplaatsen van ons land geworden. De jaarlijkse herdenking op 4 mei staat ook wel bekend als de herdenking voor de ‘gewone’ mensen. Voor een duin op deze vlakte bevindt zich een monument dat bestaat uit een betonnen muurtje met de jaartallen 1940-1945. Links van dit monument staat een eenvoudige gedenksteen met daarop de volgende tekst : “Hier brachten vele landgenoten het offer van hun leven voor uw vrijheid. Betreed deze plaats met gepaste eerbied”.





References
Sources
- De Oorlogskranten deel 13, Florence Uitgeverij i.s.m. het NIOD, Amsterdam, 1994- de Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de 2e Wereldoorlog, Staatsuitgeverij, Den Haag, 1972
- de Jong, L. de, De Bezetting, SDU, Den Haag, 1990
- Hilterman, Mr. G.B.J., Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, Bosch&Keuning, Baarn, 1994
Websites:
- ALLESOPEENRIJ - Nederland in lijsten
- Het lied der achttien doden
- Het Oranjehotel - Nationaal archief
- Waalsdorpersvlakte.nl
Fotoverantwoording:
- Het copyright van de foto's bij dit artikel ligt bij de Vereniging Erepeloton Waalsdorp. De website van deze vereniging is te vinden via de volgende links: www.erepeloton.nl en www.waalsdorpervlakte.nl